1.4De rechtbank zal in deze zaak moeten beoordelen of het stadsdeel heeft voldaan aan de uitspraak van 16 september 2016.
2. Volgens het bestreden besluit past het vergroten van de bestaande woning op de 4e bouwlaag, door koppeling aan ruimten op de 5e en 6e bouwlaag in het woonbeleid van Stadsdeel West. Het uitgangspunt bij een beoordeling van dergelijke bouwplannen is volgens het stadsdeel dat omwonenden/belanghebbenden daar niet onevenredig hinder van ondervinden. Deze beoordeling vindt plaats aan de hand van de aspecten bezonning, privacy en zichtbaarheid van de uitbouw. Ook mag het bouwplan niet leiden tot onevenredige visuele aantasting van het pand. Daarom hanteert verweerder de 45-gradenregel. Die houdt in dat de nieuwe achtergevel (op de 5e bouwlaag) moet worden gepositioneerd op een afstand van de dakrand van minimaal de bouwhoogte van de uitbouw. Door het bouwplan van [eiseres] , waarbij de uitbouw op de 5e bouwlaag tot op de achtergevel wordt geplaatst, komt de oorspronkelijke karakteristiek en hiërarchie van de bebouwing onder druk te staan. Wanneer de 45-gradenregel wordt toegepast vormt de uitbouw een ondergeschikte toevoeging en is deze minder prominent zichtbaar. De uitbouw op de 6e bouwlaag is volgens het stadsdeel wel akkoord.
Het stadsdeel heeft een bezonningsstudie laten uitvoeren waaruit blijkt dat het bouwplan geen direct nadelige invloed op de bezonning en daglichttoetreding van zuidelijk gelegen tuinen en woningen heeft. De uitbouw tot op de achtergevel heeft wel consequenties voor de bezonning van de naastgelegen dakvlakken. Er is dus sprake van nadelige gevolgen voor een mogelijk toekomstig dakterras.
Privacy speelt weinig tot geen grote rol bij de beoordeling van dit bouwplan volgens het stadsdeel omdat er geen ramen in de zijgevels van de uitbouw zijn opgenomen.
Ten aanzien van het beroep op het gelijkheidsbeginsel heeft het stadsdeel gesteld dat de door [eiseres] aangedragen voorbeelden niet gelijk zijn aan haar situatie.
Het stadsdeel heeft aan het besteden besluit een nieuw advies van de welstandscommissie van 19 januari 2016 ten grondslag gelegd. [eiseres] en [naam architect] waren bij het overleg met de welstandscommissie aanwezig. De welstandscommissie heeft negatief geadviseerd over het bouwplan.
Verzoek om voorlopige voorziening
3. [eiseres] heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit en een voorlopige voorziening aangevraagd. In de uitspraak van 20 juli 2017 heeft de voorzieningenrechter niet definitief beslist op het beroep, omdat de beroepszaak op korte termijn door de rechtbank behandeld zou worden. De voorzieningenrechter heeft partijen aangespoord om tot een werkbaar compromis te komen en geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen.
4. Partijen zijn hierna inderdaad weer in overleg getreden, net zoals zij dat al op meerdere momenten in de procedure hadden gedaan. Het stadsdeel heeft in het laatste overleg aangegeven dat het wel kan instemmen met een vergroting van de woning in afwijking van het bestemmingsplan, mits de uitbouw op de 5e bouwlaag voldoet aan de 45-gradenregel. Er blijft dan volgens het stadsdeel voldoende ruimte over om een zolderkamer te realiseren. Volgens [eiseres] is dat niet het geval, omdat een zolderkamer van die omvang niet kan voldoen aan het Bouwbesluit.
5. [eiseres] voert in beroep, voor zover van belang, aan dat het gaat om een uitbouw aan de achterzijde van het pand. Het stadsdeel had daarom soepeler moeten omgaan met het plan van [eiseres] . De bestaande knik in de overgang van de 5e naar de 6e verdieping blijft gehandhaafd, door de nieuwe opbouw niet van een gearticuleerde dakrand te voorzien. De door het stadsdeel gewenste afstand tot de dakrand is veel te groot. De wens van het stadsdeel om de hiërarchie te waarborgen kan ook met een kleinere afstand tot aan de dakrand bereikt worden. De uitbouw is bovendien nauwelijks zichtbaar vanaf de begane grond.
Wat betreft het aspect van bezonning is [eiseres] van mening dat uit de uitspraak van 16 september 2016 al blijkt dat bezonning geen belangrijk aspect is voor het stadsdeel. Bovendien zijn er plannen vergund met een ongunstigere invloed op de bezonning en zijn er geen plannen om de naastgelegen dakvlakken als dakterras te gaan gebruiken.
De 45-gradenregel is niet bekend gemaakt en bovendien zijn er verschillende vergunningen verleend waar deze regel niet is toegepast. Van een vaste gedragslijn kan daarom geen sprake zijn en het stadsdeel had hier niet automatisch vanuit mogen gaan volgens [eiseres] .
Het bestreden besluit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel volgens [eiseres] . Op de adressen [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] , [adres 5] , [adres 6] tot en met [nummer] , [adres 7] en [nummer] , [adres 8] , [adres 9] en [adres 10] zijn vergelijkbare uitbouwen gerealiseerd met vergunning, die allemaal niet voldoen aan de 45-gradenregel. Van een eenmalige fout kan volgens [eiseres] dus geen sprake zijn.
Volgens [eiseres] maakt het welstandsadvies de bouwplannen onmogelijk. Dit is in strijd met vaste rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de raad van State (de Afdeling). Het stadsdeel heeft bovendien aangegeven dat welstand ondergeschikt is aan het stedenbouwkundig oordeel. Het welstandsadvies is bovendien niet volledig.
[eiseres] heeft grote belangen bij het realiseren van het bouwplan. Zij wil slaapkamers voor haar kinderen creëren en kan niet in de woning blijven wonen als niet toegestaan wordt om de woning te vergroten. Het stadsdeel heeft onvoldoende gewicht toegekend aan de belangen van [eiseres] .
Beoordeling door de rechtbank