ECLI:NL:RBAMS:2017:1640
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake uitkeringsspecificatie en derde beslag
Op 15 maart 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een dakloze man die een bijstandsuitkering ontvangt, een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van een bezwaar tegen de uitkeringsspecificatie van 24 januari 2017, waaruit blijkt dat er bedragen van zijn uitkering worden ingehouden. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen een inhouding van € 21,27, die verband houdt met een derde beslag dat door een deurwaarder is gelegd. Verzoeker stelt dat hij deze schuld al heeft afbetaald en dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het beslag ongedaan moet maken.
Tijdens de zitting op 8 maart 2017 is verzoeker verschenen, terwijl het college vertegenwoordigd was door een gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het college als doorgeefluik fungeert voor de deurwaarder en dat het college niet de geldigheid of de omvang van het beslag kan beoordelen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker zelf contact moet opnemen met de deurwaarder over de hoogte van zijn schuld en dat hij een civiele procedure moet starten als hij het niet eens is met de uitkomst.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat het college meer op de uitkering van verzoeker heeft ingehouden dan toegestaan volgens het beslag. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 maart 2017, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.