ECLI:NL:RBAMS:2017:2002

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 februari 2017
Publicatiedatum
30 maart 2017
Zaaknummer
13.751.988-15
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering en detentieomstandigheden in Roemenië met betrekking tot de redelijke termijn

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 28 februari 2017, wordt de beslissing over de overlevering van de opgeëiste persoon uitgesteld. Dit besluit is een vervolg op de eerdere uitspraak ECLI:NL:RBAMS:2016:4598. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn voor de overlevering nog niet is verstreken, en dat er ernstige zorgen zijn over de detentieomstandigheden in Roemenië, specifiek in de gevangenis in Craiova-Pelendava. De rechtbank verwijst naar het arrest Muršić/Kroatië van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waarin wordt gesteld dat er factoren zijn die een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling kunnen aantonen. De rechtbank concludeert dat deze factoren in dit geval niet zijn weerlegd, waardoor de overlevering op dit moment niet kan plaatsvinden. Het onderzoek wordt geschorst en de beslissing over de overlevering blijft voor onbepaalde tijd uitgesteld. De rechtbank benadrukt het belang van de bescherming van de rechten van de opgeëiste persoon en de noodzaak om te waarborgen dat deze persoon niet in een situatie terechtkomt waarin zijn mensenrechten in het geding zijn.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13.751.988-15
RK nummer: 15/8342
PROCES-VERBAAL
ZITTING
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden zitting van bovengenoemde rechtbank en kamer, op 28 februari 2017.
Tegenwoordig:
mr. A.C. Enkelaar, voorzitter,
mrs. J. Edgar en A.K. Glerum, rechters,
mr. V.H. Glerum, griffier
Het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. U.E.A. Weitzel, officier van justitie.
[…]
Na beraad in raadkamer deelt de jongste rechter als beslissingen van de rechtbank mee dat:
- het uitstel van de beslissing over de overlevering wordt gehandhaafd. De in het arrest Muršić/Kroatië (EHRM (Grote Kamer) 20 oktober 2016, 7334/13, § 138) bedoelde factoren 1 en 3 zijn niet aanwezig (zie bijvoorbeeld Rb. Amsterdam 26 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:414 en Rb. Amsterdam 31 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:837). Met betrekking tot de mogelijke detentie in het semi-open regime in de gevangenis in Craiova-Pelendava is het ernstige vermoeden van een schending van artikel 4 Handvest dus niet weerlegd, zodat voor de opgeëiste persoon bij overlevering nog steeds een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling bestaat;
- de redelijk termijn op dit moment nog niet is verstreken (vgl. Rb. Amsterdam 26 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:414);
- het onderzoek wordt geschorst
voor onbepaalde tijd.
[…]