Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
2.Inhoud van het verzoekschrift en standpunt verzoeker
3.Het standpunt van het Openbaar Ministerie
- Aan cliëntbesprekingen en voorbereiding van die besprekingen wordt 450 minuten (= 7,5 uur) opgevoerd. Het is niet duidelijk in welke mate het voor het voeren van de verdediging het voor de raadsman noodzakelijk was om aan deze post 7,5 uur te besteden;
- De raadsman voert in totaal aan 444 minuten (= 7,4 uur) op aan studiekosten (niet zijnde dossierstudie). Het betreft studie naar de onderwerpen “medeplegen” en naar “de dynamische verkeerscontrole”. Dit zijn onderwerpen die dermate vaak aan de orde komen in (commune) strafzaken, dat kennis op dit gebied tot de vaste uitrusting van een (commuun) strafrechtadvocaat dient te behoren en studie op dit gebied niet in aanmerking dient te komen voor vergoeding in een specifieke strafzaak. Subsidiair dient het aantal minuten aan studie te worden gematigd;
- De raadsman heeft 564 minuten (= 9,4 uur) opgevoerd voor het opstellen van de pleitnota en het voorbereiden van de zitting. Niet valt in te zien dat voor het opstellen van een pleitnota en het voorbereiden van de zitting in deze strafzaak in redelijkheid 9,4 uur noodzakelijk was.
- De raadsman heeft een aantal kostenposten opgevoerd die corresponderen met werkzaamheden die zijn verricht op 20 juli 2016, in totaal 48 minuten. Aangezien het vonnis op 14 juli 2016 onherroepelijk is geworden, valt niet in te zien waarom het voor het voeren van de verdediging noodzakelijk was om op 20 juli 2016 hiervoor nog kosten te maken. Nabespreking van het vonnis met cliënt lijkt aangewezen, maar uit de urenspecificatie blijkt dat op de datum van het vonnis ook reeds cliënt contact is geweest. Vanuit dat licht valt niet in te zien wat de noodzaak is om op 20 juli 2016 in totaal 48 minuten te besteden aan (het voorbereiden van) cliëntbesprekingen.
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beslissing
€ 315,00 (driehonderdvijftien euro)voor de schade die verzoeker ten gevolge van ondergane verzekering (en voorlopige hechtenis) heeft geleden.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro)voor de kosten van de raadsman.
€ 550,00 (vijfhonderdvijftig euro)voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het verzoekschrift.