Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Oberstaatsanwältin/Abteilungsleiteringbij de
Staatsanwaltschaft Aachen(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Untersuchungshaftbefehlvan het
Amstsgericht Geilenkirchenvan 28 november 2012 met zaaknummer 17 Ls – 104 Js 801/08 – 29/09.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
- de medeverdachte(n) wordt/worden in Duitsland vervolgd;
- de cannabisstekken zijn in Duitsland ingevoerd;
- de cannabisstekken waren voor een cannabisplantage in Duitsland bestemd;
- de Duitse rechtsorde is geschokt;
- de bewijsmiddelen bevinden zich in Duitsland.
7.Overige verweren
Aan het stelsel van het EAB ligt het wederzijdse vertrouwen van de lidstaten ten grondslag “dat hun respectieve nationale rechtsordes in staat zijn een effectieve en gelijkwaardige bescherming te bieden van de op Unieniveau, in het bijzonder in het Handvest van de grondrechten, erkende grondrechten, zodat de personen tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd dus binnen de rechtsorde van de uitvaardigende lidstaat eventuele rechtsmiddelen kunnen aanwenden ter betwisting van de rechtmatigheid van de procedure van strafvervolging (…)” (HvJ EU 30 mei 2013, zaak C-168/13 PPU, ECLI:EU:C:2013:358 (Jeremy F.), punt 50). Nu het EAB strekt tot strafvervolging, zal de opgeëiste persoon zich dus bij de strafrechter in Luxemburg kunnen beroepen op zijn recht op berechting binnen een redelijke termijn.”
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Oberstaatsanwältin/Abteilungsleiteringbij de
Staatsanwaltschaft Aachenten behoeve van het in Duitsland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.