ECLI:NL:RBAMS:2017:3889

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2017
Publicatiedatum
1 juni 2017
Zaaknummer
AWB - 16 _ 8042
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • L.C. Bachrach
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de plaatsingsprocedure en herplaatsingskandidatuur van een ambtenaar na reorganisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ambtenaar bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) van de Universiteit van Amsterdam, en de Raad van bestuur van het AMC. Eiseres was aangesteld in verschillende functies, maar haar functie werd opgeheven als gevolg van een reorganisatie. Eiseres werd aangemerkt als herplaatsingskandidaat, maar haar bezwaar tegen deze aanmerking werd ongegrond verklaard. Eiseres stelde dat zij niet had hoeven doorlopen van de plaatsingsprocedure voor een andere functie en dat de beoordeling van haar geschiktheid niet correct was verlopen. De rechtbank oordeelde dat de plaatsingsprocedure zorgvuldig was doorlopen en dat verweerder in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat er geen passende functie voor eiseres beschikbaar was. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 16/8042

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 juni 2017 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. H.S. de Lint),
en
de Raad van bestuur van het Academisch Medisch Centrum (AMC) – Universiteit van Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: mr. M. Burghout).

Procesverloop

Met het besluit van 26 november 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder eiseres van [datum] tot [datum] aangemerkt als herplaatsingskandidaat.
Met het besluit van 21 november 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder, onder verwijzing naar het advies van de Adviescommissie Awb van 10 november 2016, het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 8 mei 2017. Eiseres was aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Ook was namens verweerder aanwezig [naam] ( [functie] ) en [naam] ( [functie] ).

Overwegingen

1. Voorgeschiedenis
1.1
Eiseres is op [datum] aangesteld bij verweerder en is sindsdien in verschillende functies werkzaam geweest, laatstelijk in de functie van [functie] . Eiseres vervulde de functie van [functie] .
1.2
Op 21 april 2015 is besloten tot reorganisatie van het [naam] . Als gevolg van deze reorganisatie is de functie van eiseres opgeheven. Eiseres heeft haar belangstelling als reorganisatie kandidaat kenbaar gemaakt voor vacatures die ontstaan zijn in het reorganisatiegebied en specifiek voor de functie van [functie] . Hierna is de plaatsingsprocedure zoals is vastgelegd in het [naam] en het [naam] (verder: [naam] ) gevolgd om te beoordelen of deze functie passend is voor eiseres.
1.3
Omdat het niet mogelijk bleek eiseres een passende functie binnen het reorganisatiegebied aan te bieden, is op [datum] aan eiseres het voornemen kenbaar gemaakt haar conform het [naam] aan te merken als herplaatsingskandidaat. Op [datum] heeft eiseres een zienswijze ingediend tegen dit voornemen.
1.4
In het primaire besluit is eiseres per [datum] tot [datum] aangemerkt als herplaatsingskandidaat en is zij als zodanig aangemeld bij de [naam] voor begeleiding naar een andere passende functie. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd. Verweerder heeft zich daarbij gebaseerd op het advies van de Adviescommissie Awb van [datum] .
2. Standpunten van eiseres
2.1
Eiseres heeft aangevoerd dat zij al 20 jaar lang is aangesteld bij verweerder en gedurende haar loopbaan altijd loyaal is geweest. Volgens eiseres had zij de plaatsingsprocedure voor de functie van [functie] niet hoeven te doorlopen en had verweerder geen aanvullende eisen aan haar belangstelling mogen stellen, omdat zij gelet op haar kennis en ervaring geschikt is voor deze functie. Verweerder heeft daarbij het assessment in strijd met het Beleidskader AMC gebruikt als selectiemiddel, daargelaten dat ook uit het assessment is gebleken dat zij geschikt is voor de functie van [functie] . Zij had deze functie dan ook graag willen vervullen, maar verweerder heeft steeds ten onrechte twijfels geuit omtrent haar motivatie en geschiktheid die niet voortvloeien uit de geschiktheidseisen die aan de functie worden gesteld. Het lijkt volgens eiseres eerder op een subjectieve waarneming van de leidinggevende die haar liever niet in die functie geplaatst wenst, waardoor zij tot driemaal toe gesprekken heeft moeten voeren. De hele gang van zaken raakt eiseres zeer emotioneel. Daarom kan zij niet meer aan het werk bij [naam] . Zij krijgt nu van [naam] de juiste individuele begeleiding die zij nodig heeft bij het solliciteren naar een andere baan. Eiseres heeft in beroep primair verzocht te bepalen dat zij geschikt is voor de functie van [functie] en subsidiair om schadeloosstelling wegens inkomens- en pensioenschade.
3. Relevante regelgeving in het kader van de reorganisatie
3.1
In het [naam] is hoofdstuk 8 relevant: “Gevolgen voor [functie] en plaatsingsprocedure” en daar binnen Stap 4:
“ (…)Stap 4:de beste match vinden tussen reorganisatiekandidaat en nieuwe of andere openstaande functie in het AMC. Criteria zijn bijvoorbeeld: belangstelling en in hoeverre de functie passend is. Reorganisatiekandidaten kunnen belangstelling voor een bepaalde functie kenbaar maken door een brief met motivatie en een kort CV te sturen. Of een functie passend is, wordt onder meer beoordeeld door je huidige leidinggevende en op grond van jaargesprekken. Soms zetten we een assessment in om te kijken of de functie passend is, of om te kijken hoe een medewerker zich nog kan ontwikkelen. (…)”
3.2
De plaatsingsprocedure wordt opgesteld en uitgevoerd volgens het Beleidskader AMC:
Hoofdstuk 5 “Procedure bij plaatsing en herplaatsing in stappen bij een klassieke reorganisatie” bestaat uit 4 fases. Fase 2 “Plaatsing in nieuwe passende functies: reorganisatie kandidaat” bestaat uit negen stappen. Met name stappen 1, 5 en 6 zijn relevant:
“ (…)5.2 Fase 2 – Plaatsing in nieuwe passende functies: reorganisatiekandidaat
1. Is er binnen het reorganisatiegebied sprake van nieuwe functies, dan wordt de optimale match gezocht tussen reorganisatiekandidaten en functies. Dat gebeurt mede op basis van belangstellinginventarisatie en een beoordeling van de passendheid van de functie. (…)
5. De leidinggevende en/of de individuele medewerker kan ervoor kiezen een (ontwikkel)assessment in te zetten om aanvullend advies te krijgen over de passendheid van een nieuwe functie en/of het potentieel van (de) reorganisatie-kandida(a)t(en). (…)
6. Wanneer een nieuwe functie binnen 12 toch niet passend blijkt, wordt de reorganisatiekandidaat alsnog boventallig verklaard met de status van herplaatsingskandidaat. (…)”
4. Beoordeling
4.1
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) komt aan het bevoegd gezag bij de beoordeling van een kandidaat in het kader van een sollicitatieprocedure en de vergelijking van diens kwaliteiten met die van andere kandidaten, een grote mate van vrijheid toe. De rechterlijke toetsing van de uitkomst van het afwegingsproces, tegen de achtergrond van de eisen die de functie stelt, kan daarom slechts een terughoudende zijn. De rechtbank verwijst naar de uitspraken van de Raad van 6 november 2008 (ECLI:NL:CRVB:2008:BG4626) en 20 mei 2009 (ECLI:NL:CRVB:2009:BI7137).
4.2
De vraag die voorligt is of verweerder de plaatsingsprocedure van eiseres voor de functie van [functie] zorgvuldig heeft doorlopen. Indien dat het geval is, dan is vervolgens de vraag of verweerder daarmee in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat de functie van [functie] voor eiseres niet een passende functie binnen het reorganisatiegebied is en of eiseres op goede gronden is aangemerkt als herplaatsingskandidaat.
4.3
Niet in geschil is dat eiseres haar functie is opgeheven, dat zij een reorganisatie kandidaat was en dat sprake is van een “klassieke reorganisatie”. Evenmin is in geschil dat het [naam] en de plaatsingsprocedure volgens het Beleidskader AMC van toepassing is.
Gevolgde plaatsingsprocedure Reorganisatieplan HR stap 4
4.4
Uit de stukken blijkt dat eiseres haar belangstelling voor de functie van [functie] middels belangstellingsregistratieformulier kenbaar heeft gemaakt en haar motivatiebrief en CV heeft opgestuurd. Op 19 mei 2015 heeft een eerste belangstellingsgesprek met eiseres plaatsgevonden en op 29 mei 2015 heeft eiseres een (aanvullend) assessment afgelegd. Op 2 juli 2015 heeft eiseres een tweede gelegenheid gekregen haar motivatie voor de functie te onderbouwen, omdat haar leidinggevende op basis van het gesprek van 15 juni 2015 nog geen beslissing kon nemen over de geschiktheid van eiseres. De vragen die tijdens dit gesprek aan de orde zouden komen, zijn haar vooraf bij brief van 15 juni 2015 kenbaar gemaakt. Na het gesprek van 2 juli 2015 heeft eiseres de derde gelegenheid gekregen om haar motivatie en geschiktheid toe te lichten, omdat zij tijdens het gesprek van 2 juli 2015 geëmotioneerd was en de leidinggevende geen beslissing wilde nemen op basis van de door eiseres in deze gemoedstoestand gegeven motivatie. Vervolgens heeft op 18 augustus 2015 het derde gesprek plaatsgevonden. Met het e-mailbericht van 20 augustus 2015 heeft de leidinggevende eiseres geïnformeerd serieus te twijfelen aan de geschiktheid van eiseres. Eiseres toont weinig tot geen inzicht in de verschillende dimensies van de functie van [functie] , ondanks dat dit expliciet in het functieprofiel staat beschreven en is toegelicht door de leidinggevende. Verder kon eiseres op de vraag naar de rolverdeling van [functie] , [functie] en [functie] niet een duidelijk antwoord geven. Uit het e-mailbericht van 20 augustus 2015 blijkt voorts dat eiseres geen ontwikkelpunten heeft kunnen benoemen en heeft aangeven niet zeker te weten of zij de functie leuk gaat vinden, omdat zij dat pas kan weten op het moment dat zij de functie uitoefent.
4.5
De rechtbank is van oordeel dat verweerder de plaatsingsprocedure, zoals neergelegd in de aangehaalde passages van het [naam] en het Beleidskader AMC zorgvuldig en correct heeft gevolgd. Eiseres is tot driemaal toe in de gelegenheid gesteld haar motivatie en geschiktheid voor de functie te onderbouwen en toe te lichten. De vragen zijn van te voren aan eiseres toegezonden om haar voldoende tijd te geven zich voor te bereiden. Eiseres heeft zich gedurende deze gesprekken laten bijstaan door een [functie] en de leidinggevende heeft de gesprekken voortgezet in het bijzijn van een [functie] . De leidinggevende heeft op basis van het op 18 augustus 2015 gevoerde gesprek concrete punten genoemd waarom zij twijfelde aan de geschiktheid van eiseres. Uit dit e-mailbericht blijkt niet, anders dan eiseres heeft gesteld, dat de gegeven motivering een subjectieve waarneming betreft, dan wel dat de leidinggevende eiseres niet zag zitten als transitiebegeleider en daartoe twijfels heeft geuit over haar motivatie en geschiktheid die niet voortvloeien uit de geschiktheidseisen. De omstandigheid dat eiseres kennis en ervaring heeft opgedaan in haar vorige functie als [functie] en daar elementen van zijn terug te vinden in de nieuwe functie, maakt niet dat zij alleen al daarom geschikt is voor de functie van [functie] . Verweerder heeft overigens in diverse stukken (waaronder het functie profiel) gemotiveerd weerlegd dat de functie van [functie] veel meer inhoudt, zowel intern als extern, dan de vorige functie van eiseres.
De plaatsingsprocedure: Assessment
4.6
De rechtbank volgt eiseres niet in de beroepsgrond dat verweerder het assessment in strijd met het Beleidskader AMC heeft gebruikt als selectiemiddel. Verweerder heeft nu sprake is van een klassieke reorganisatie, conform het bepaalde in 5.2 onder 5 van het Sociaal AMC, de bevoegdheid een (ontwikkel)assessment in te zetten om aanvullend advies te krijgen over de passendheid van de nieuwe functie en/of het potentieel van de medewerker. De rechtbank is van oordeel dat nergens uit blijkt dat het assessment als selectiemiddel heeft gediend, nog daargelaten dat niet in geschil is dat het assessment niet nadelig voor eiseres is geweest. De rechtbank heeft evenmin een aanknopingspunt te veronderstellen dat verweerder ten onrechte van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt.
De plaatsingsprocedure: Proefperiode
4.7
Vanwege de serieuze twijfels aan de geschiktheid van eiseres voor de functie van [functie] heeft de leidinggevende in het e-mailbericht van 18 augustus 2015 eiseres een proefplaatsing aangeboden voor de duur van zes maanden. Daarbij is aangegeven dat bij aanvang zal worden besproken op welke punten zij het functioneren van eiseres zal monitoren en op welke momenten dat geëvalueerd zal worden en met wie. Eiseres vindt dat het Beleidskader AMC hier geen ruimte voor biedt omdat uit artikel 5.2 onder 6 van het Beleidskader AMC blijkt dat de reorganisatie kandidaat met de status van herplaatsingskandidaat boventallig kan worden verklaard indien een nieuwe functie binnen twaalf maanden toch niet passend blijkt.
4.8
In dezelfde mail heeft verweerder als alternatief voor de proefplaatsing voorgesteld om afspraken te maken die in een vaststellingsovereenkomst kunnen worden vastgelegd. Eiseres heeft in haar e-mail reactie van 13 september 2015 verklaard dat zij niet akkoord hoeft te gaan met een aanbieding van een proefplaatsing. Zij heeft voor het alternatief gekozen. De stelling van eiseres ter zitting dat verweerder moest begrijpen dat zij niet akkoord is gegaan met de proefplaatsing, omdat het een periode van zes maanden betrof en verweerder daarom met een nieuw voorstel met een periode van twaalf maanden had moeten komen, volgt de rechtbank niet. Het had naar het oordeel van de rechtbank in dit geval op de weg van eiseres gelegen, of van het vakbondslid of haar gemachtigde indien zij gebruik wilde maken van de proefplaatsing, om daarover in gesprek te gaan met verweerder en niet zonder meer tot afwijzing over te gaan.
4.9
De hierboven staande beroepsgrond slaagt dan ook niet. Allereerst was blijkens de stukken en hetgeen op de zitting is besproken er nog geen sprake van passendheid van de functie. Het aanbod was er vooral op gericht – vanwege die twijfels over de passendheid van de functie – duidelijkheid hierover te verkrijgen. Die duidelijkheid is nu dus niet gekomen. Ook anders ziet de rechtbank niet op welke grond dit aanbod in strijd met het Beleidskader AMC zou moeten zijn. Gelet op het bovenstaande heeft verweerder dan ook in redelijkheid kunnen oordelen dat er geen passende functie voor eiseres was.
5. Conclusie
5.1
Gelet op het bovenstaande is de conclusie dat verweerder op zorgvuldige wijze toepassing heeft gegeven aan de plaatsingsprocedure Beleidskader AMC. Nu eiseres de proefperiode in de functie van transitiebegeleider heeft afgewezen, en de vaststellingsovereenkomst niet tot een aanvaardbaar resultaat heeft geleid, kon verweerder in redelijkheid niet anders dan vast te stellen dat er op dat moment geen passende functie in het reorganisatiegebied voor eiseres beschikbaar was. Dat betekent dat verweerder eiseres kon aanmerken als herplaatsingskandidaat. Aan het subsidiaire standpunt van eiseres zoals vermeld in rechtsoverweging 2. komt de rechtbank dus niet meer toe. .
5.2
Tenslotte merkt de rechtbank nog het volgende op. Eiseres wordt als herplaatsingskandidaat door [naam] op individuele basis gefaciliteerd bij het zoeken naar een andere passende functie. Verweerder heeft de duur daarvan verlengd met een periode van negen maanden, te weten tot 1 november 2017. Op de zitting is aan de orde gekomen dat eiseres gelet op haar medische situatie niet in staat is maximale inspanningen te verrichten voor het vinden van een andere baan, door bijvoorbeeld te netwerken op [naam] . Eiseres kan daarmee in haar hoedanigheid als herplaatsingskandidaat niet optimaal gebruik maken van de begeleiding die zij nodig heeft bij het solliciteren. Op de zitting is in dat verband ook de inschakeling van de bedrijfsarts aan de orde gekomen. De rechtbank geeft gelet hierop aan partijen in overweging – zo nodig tussen alleen de gemachtigden van partijen – in overleg te gaan en te bezien of de periode niet opnieuw moet worden verlengd.
5.3
Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.C. Bachrach, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Akbuz, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Is uw zaak spoedeisend en moet er al tijdens de procedure in hoger beroep iets worden beslist wat niet kan wachten, dan kunt u de hogerberoepsrechter vragen om een voorlopige maatregel te treffen.