In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 13 juni 2017, met zaaknummer AMS 16/2589, is de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld om de aanvraag van eiseres voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) opnieuw te beoordelen. Eiseres, een tramconducteur, had op 9 oktober 2015 een VOG aangevraagd, maar deze was geweigerd op basis van justitiële gegevens die in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) waren geregistreerd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de weigering niet goed had gemotiveerd, met name omdat de openstaande strafzaak wegens een opiumdelict niet kon worden aangerekend aan eiseres. De rechtbank stelde vast dat de staatssecretaris onvoldoende rekening had gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiseres, waaronder haar lijden aan PTSS als gevolg van een eerdere traumatische ervaring. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de omstandigheden waaronder de vermogensdelicten zijn gepleegd had moeten onderzoeken, en dat de belangen van eiseres bij afgifte van de VOG zwaarder wegen dan de risico's voor de samenleving. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 990,- werden vergoed.