Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap CoffeeCompany Holding BV
de besloten vennootschap Dam Spirit BV
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- akte na comparitie tevens akte overlegging producties zijdens CoffeeCompany
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Vordering en verweer
In conventie
I. een gebod aan Dam Spirit om haar huurrechten van de bedrijfsruimte aan CoffeeCompany aan te bieden, alsmede al het nodige te doen om een indeplaatsstelling van CoffeeCompany als huurder te realiseren, op straffe van een dwangsom;
II. verbod om de indeplaatsstelling te frustreren, ook op straffe van een dwangsom;
III. een verklaring voor recht dat CoffeeCompany gerechtigd is tot voortzetting en overname van de onderneming van Dam Spirit in de bedrijfsruimte, tegen boekwaarde dan wel tegen een door een deskundige te bepalen waarde:
IV. een voorschot op een schadevergoeding van € 50.000,00, wegens het missen van de exploitatie vanaf 1 december 2013 tot heden en verdere bepaling via een schadestaat-procedure;
V. veroordeling tot betaling van de facturen van € 7.425,99, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten;
VI. veroordeling van Dam Spirit tot teruggave van de goederen zoals de lichtbak, lichtreclame, parasols en zonweringen, op straffe van een dwangsom;
alles met veroordeling van Dam Spirit in de kosten van de procedure.
A.
primairontbinding van de licentieovereenkomst per datum vonnis, met veroor-deling van CoffeeCompany tot een schadevergoeding van € 100.000,- en
subsidiairverklaring voor recht dat CoffeeCompany ten koste van Dam Spirit is verrijkt, met veroordeling van CoffeeCompany tot een schadevergoeding van € 100.000,- en
meer subsidiairverklaring voor recht dat CoffeeCompany onrechtmatig heeft gehandeld, ook weer met een schadevergoeding van € 100.000,- ;
B. verklaring voor recht dat CoffeeCompany misbruik van procesrecht heeft gemaakt, danwel onrechtmatig jegens Dam Spirit heeft gehandeld, met een ander te bepalen schadevergoeding (na specificatie bij akte);
C. veroordeling van CoffeeCompany tot betaling van het bedrag van € 6.603,49 dan wel te bepalen dat Dam Spirit dit bedrag mag verrekenen;
D. verklaring voor recht dat de artikelen 27 leden 2,3 en 9 van de licentieovereenkomst onredelijk bezwarend zijn en zijn vernietigd door Dam Spirit;
E.
voorwaardelijk -indien de uitleg van de licentieovereenkomst van CoffeeCompany dient te worden gevolgd - deze bepalingen te vernietigen op grond van dwaling;
alles met veroordeling van CoffeeCompany in de buitengerechtelijke kosten (nodig voor het verweer) en de proceskosten
Beoordeling
VoortzettingsbedingDe kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt wordt gevormd door de vraag of op grond van de licentieovereenkomst Dam Spirit gehouden is haar onderneming en de huurrechten van de bedrijfsruimte aan CoffeeCompany over te dragen. De kanton-rechter acht dat niet het geval. Geoordeeld wordt dat de uitleg die CoffeeCompany aan artikel 27 van de licentieovereenkomst geeft, voor de kantonrechter niet volgt uit de tekst van de bepaling, niet uit de door partijen ingebrachte (veelheid aan) stukken en gelet op alle omstandigheden van geval haar evenmin logisch voorkomt.
Verrekening van de facturenDam Spirit heeft erkend de twee facturen van CoffeeCompany ad € 7.425,99 onbetaald te hebben gelaten en CoffeeCompany heeft de verschuldigdheid van het bedrag ad € 6.603,49 voor door Dam Spirit de geretourneerde kaarten onvoldoende weersproken. De bedragen kunnen onderling worden verrekend zodat zijdens Dam Spirit resteert te betalen het bedrag van € 822,50.
De retournering van goederenDam Spirit heeft gesteld dat de parasols, de zonweringen en de lichtreclame aan de leverancier zijn geretourneerd, althans niet meer in haar bezit zijn. Toewijzing va de vordering onder VI. kan derhalve reeds op die grond niet plaatsvinden. Voorts geldt dat Dam Spirit bij brief van 29 november 2013 CoffeeCompany heeft verzocht op te geven welke goederen zij geretourneerd wilde hebben. CoffeeCompany heeft op die brief niet gereageerd, maar pas bij brief van 26 februari 2015 aanspraak op teruggave van de goederen gemaakt. Zodoende heeft Dam Spirit er ook geen rekening meer mee hoeven te houden dat er goederen geretourneerd moesten worden, waarvan bovendien onduidelijk is gebleven welke waarde deze goederen voor CoffeeCompany vertegenwoordigen.
Ontbinding licentieovereenkomstMet CoffeeCompany is de kantonrechter van oordeel dat Dam Spirit onvoldoende duidelijk heeft gemaakt op welke onderdelen van de tussen partijen geldende licentieovereenkomst CoffeeCompany te kort is geschoten in de nakoming en wel zodanig dat ontbinding van die overeenkomst gerechtvaardigd is. Het enkele feit dat Dam Spirit koffiebonen voor een lager bedrag kan inkopen bij dezelfde leverancier als die CoffeeCompany gebruikte, is daartoe onvoldoende. De overige verwijten heeft Dam Spirit onvoldoende met (te bewijzen) feiten en omstandigheden onderbouwd. De redelijkheid en billijkheid kunnen geen afzonderlijke grondslag vormen voor toewijzing van de vordering onder A in reconventie. Bovendien is de licentieovereenkomst reeds van rechtswege geëindigd.
Misbruik van procesrechtOok de vordering van Dam Spirit met betrekking tot misbruik van procesrecht zal worden afgewezen. de vorderingen van CoffeeCompany zijn niet dermate onwaarschijnlijk, dat CoffeeCompany niet had mogen proberen deze geldend te maken. De afwijzing in kort geding - in twee instanties - maakt dat niet anders. CoffeeCompany heeft het recht het geschil aan de bodemrechter voor te leggen.
SamenvattingDit alles impliceert dat de vorderingen over en weer worden afgewezen, met uitzondering van een (klein) deel van de betalingsvordering van CoffeeCompany.
BESLISSING
€ 822,50 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 26 februari 2015, en € 776,81 aan buitengerechtelijke kosten;