In deze zaak hebben vier activisten van de milieuorganisatie Fossil Free Culture een rechtszaak aangespannen tegen de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De activisten werden op 13 mei 2017 opgehouden door de politie omdat zij hun identiteit niet wilden prijsgeven na een protestactie in het Van Gogh Museum. De ophoudingen werden op 14 mei 2017 met 48 uur verlengd, maar op 15 mei 2017 werden de maatregelen beëindigd. De activisten stelden dat de ophoudingen onrechtmatig waren en vroegen om schadevergoeding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de activisten op 12 mei 2017 waren aangehouden wegens lokaalvredebreuk en vernieling. Tijdens hun protestactie hadden zij een olieachtige substantie gedronken en gemorst, wat leidde tot de politie-inzet. De rechtbank oordeelde dat er geen vermoeden bestond dat de activisten vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf waren, en dat de maatregelen van ophouding onrechtmatig waren. De rechtbank kende de activisten een schadevergoeding toe van € 210,-- per persoon voor de onterechtelijke vrijheidsontneming.
De rechtbank verwierp het verzoek om extra schadevergoeding voor het uitlezen van de telefoon van een van de activisten, omdat er geen bewijs was dat het vreemdelingenrecht op onrechtmatige wijze was misbruikt. De rechtbank veroordeelde de Staat der Nederlanden tot het betalen van de schadevergoeding en de proceskosten van de activisten, die in totaal op € 990,-- werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J. van Den Bergh op 16 juni 2017.