Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 juli 2017 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
e-mailbericht van 8 april 2015 en bij brief van 17 april 2015 van deze inspraakmogelijkheid op de hoogte gebracht. Verweerder is op de inspraakreacties ingegaan in de Nota van Beantwoording van 15 september 2015. Op dezelfde datum is het Uitvoeringsbeleid vastgesteld. Het Uitvoeringsbeleid is gepubliceerd, onder meer op de website van de gemeente Amsterdam, en is in werking getreden op 1 april 2016.
De gronden van beroep en de beoordeling door de rechtbank
“Voertuig wordt regelmatig onderhouden, 2 keer per jaar worden alle remmen systemen en lagers schoon gemaakt en weer aangevuld met vet en olie. Daarnaast worden alle schroeven en bouten gecheckt. Een keer per jaar gaat motor ook open voor onderhoud en schoonmaak. Als er iets kapot gaat wordt dat meteen gerepareerd zodat voertuig altijd volledig werkt. ik gebruik alleen maar nieuwe onderdelen die geschikt zijn voor de type voertuig. Daarnaast houd ik per jaar een service lijst waar alles netjes genoteerd staat. Zoals wanneer iets kapot is gegaan en wat is er vervangen. Onderhoud wordt gedaan door mijn directe collega die alle kennis in huis heeft en direct is verbonden met producent voor ondersteuning en onderdelen, in ons bedrijf doen we steeds meer onderhoud voor andere voertuigen in de stad. Zie onderhoud documenten in bijlagen.”
“Zie onderhoud documenten in bijlagen.”Gelet op hetgeen reeds in rechtsoverweging 7.3. is overwogen, was verweerder op basis van deze algemene verwijzing niet gehouden om het bij de aanvraag gevoegde ondernemingsplan bij de beoordeling van onderdeel A1c te betrekken. Dat, zoals verweerder ter zitting heeft toegelicht, de bij de aanvraag gevoegde onderhoudsdocumenten wel bij de beoordeling van het subcriterium ‘Beschrijving onderhoudsplan’ zijn betrokken, is door eiseres niet betwist. Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder toereikend heeft gemotiveerd waarom aan eiseres voor het subcriterium ‘Beschrijving onderhoudsplan’ een score van 40 van de 50 punten is toegekend.
“Gaan ook anderen gebruik maken van uw fietstaxi? En zo ja, hoe gaat u om met de andere bestuurder(-s)? En hoe denkt u om te gaan met het handhavingsbeleid?”In de Bijlage is op dit onderdeel aangegeven dat 0 tot 60 punten op dit onderdeel kunnen worden toegekend.
“Sinds kort deel ik mijn fietstaxi met een andere dame. Dame die mijn fiets gebruik ken ik al twee jaren binnen de branche. Zij heeft gewerkt bij een ander huur bedrijf eerst waar ze haar niet goed hebben behandeld ondanks dat ik vindt dat ze een van de beste chauffeurs van de stad is. We zien elkaar regelmatig. Zij zorg goed voor mijn fiets en voor de regels in de stad. Ze is door mij zelf extra opgeleid en is op de hoogte van handhavingsbeleid. Ze werkt ook goed samen met de rest van de collega. Daarnaast hebben we een huurovereenkomst met elkaar afgesloten waar andere juridische aspecten meegenomen zijn. Zie contract in bijlagen.”
“12. De huurder is en blijft ten allen tijden verantwoordelijk voor de gedragingen van de huurder (verhuurder zijn chauffeur). De verhuurder (vergunninghouder) is jegens de gemeente en handhaving verantwoordelijk. De gemeente zal bij misdragingen van een chauffeur, de verhuurder aanspreken en zijn/haar vergunning intrekken. De vergunninghouder neemt voldoende voorzorgsmaatregelen om er voor te zorgen dat de onder zijn naam handelende bestuurders zich bij het aanbieden van Alternatief personenvervoer gedragen zoals dat van hen verwacht mag worden. (…) 22. Zero tolerance en onmiddellijke verbreking van contract in geval van volgende zaken: - drugs gebruik en verkoop - oplichten van passagiers en anderen op straat - onwaarheden verspreiden en conflicten creëren tussen collega’s – bij het aanbieden van Alternatief personenvervoer ZICH NIET gedragen zoals dat van hem/haar verwacht mag worden.”
“Al 5 jaar ervaring als fietstaxi in Amsterdam. Daarnaast maak ik gebruik van mijn smartphone een APP voor staarten in Amsterdam. In verleden heb ik gebruik gemaakt van de TOM TOM navigatie systeem. Ik ben inmiddels goed bekend in de stratenkennis van Amsterdam, daarnaast kan ik altijd hulp vragen van mijn andere TAXI collega in de stad.”
“Gemiddelde beschrijving van de Amsterdamse stratenkennis (5 pt)”.
VT-formulier wordt bedoeld met stratenkennis, anders dan het beschrijven hoe deze kennis is opgedaan en hoe deze wordt geborgd. Eiseres stelt hiertoe dat uit het Uitvoeringsbeleid of het VT-formulier niet de eis blijkt dat een aanvrager zijn stratenkennis etaleert door een opsomming te geven van de belangrijkste straten en hotspots, waardoor het ontbreken van een dergelijke opsomming haar niet kan worden tegengeworpen. Deze kennelijke eis draagt volgens eiseres overigens op geen enkele wijze bij aan de kwaliteit van de dienstverlening.
“aantoonbare ervaring of uitgebreide toelichting van de belangrijkste straten, toeristische hotspots, etc. (10 pt), gemiddelde/summiere beschrijving van de belangrijkste straten, toeristische hotspots, etc. (5 pt) of geen inhoudelijk toelichting (0 pt)”. De essentie is dat het onderdeel ‘C.3 Stratenkennis bestuurder’ door de aanvrager op het VT-formulier volledig diende te worden beschreven om in aanmerking te komen voor de maximale puntenscore, aldus verweerder. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat aanvragers die op dit subcriterium goed hebben gescoord, op het VT-formulier uitvoerig de hotspots van de stad hebben beschreven en hebben beschreven waar zij vaak rijden, waar zij actief zijn, hoe zij van ‘a naar b’ komen, wat volgens hen daarvoor de snelste wijze is, welke wegen/routes zij vermijden in verband met de (on)veiligheid en drukte en op welke plaatsen vaak potentiële klanten staan.
“Matige beschrijving van 2 of meer categorieën”.
“Door het toevoegen van een beschrijving van de doelgroep waarop vergunninghouders hun dienstverlening gaan richten, is de intentie van het college om ondernemers te verleiden tot het verbreden van hun dienstverlening aan nieuwe doelgroepen die nu nog onvoldoende worden bediend door het vervoer per fietstaxi.”Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich, gelet op de hetgeen eiseres op het VT-formulier heeft beschreven, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat eiseres in het VT-formulier geen blijk heeft gegeven van het meedenken over het verkennen van doelgroepen die mogelijk benaderd kunnen worden om het Alternatief personenvervoer volwaardig deel te laten nemen in de markt voor personenvervoer voor korte ritten. Immers, de beschrijving van eiseres in het VT-formulier dat er ideeën en plannen zijn om in de toekomst meer te doen met cargo driewielers in de stad Amsterdam, geeft geen blijk van het meedenken over het verkennen van doelgroepen, maar ziet op ideeën en plannen qua type of soort fietstaxi. Het betoog van eiseres dat verweerder het bij de aanvraag gevoegde ondernemingsplan bij de beoordeling van het subcriterium ‘Beschrijving van uw doelgroep’ had moeten betrekken, slaagt niet, omdat eiseres in het VT-formulier bij het onderdeel ‘C.5 Beschrijving doelgroep’ in het geheel niet heeft verwezen naar dit ondernemingsplan. Op basis van het voorgaande acht de rechtbank de toekenning van de puntenscore voor het subcriterium ‘Beschrijving van uw doelgroep’ door verweerder dan ook toereikend gemotiveerd.
Verzoek om overlegging processtukken
Verzoek om schade
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2017.
Rechtsmiddel
Maximering categorie ‘fiets met of zonder trapondersteuning’
alleen bij meervoudige vergunningen).