ECLI:NL:RBAMS:2017:5945
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke opvang voor asielzoekers in Amsterdam Nieuw-West
Op 16 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam 1] en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, met als belanghebbende het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de omgevingsvergunning die aan het COA is verleend voor de bouw van een tijdelijk asielzoekerscentrum (azc) voor maximaal 704 asielzoekers in Amsterdam Nieuw-West. [naam 1] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een spoedmaatregel.
De voorzieningenrechter heeft op 2 augustus 2017 de zitting gehouden, waar [naam 1] en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college en het COA. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [naam 1] als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij zicht heeft op de locatie van het geplande azc. In de uitspraak is de afweging gemaakt tussen de belangen van [naam 1] en de belangen van het college en het COA bij de uitvoering van het besluit.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen, ondanks dat het project in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er een groot openbaar belang is gediend met de realisatie van het azc en dat er geen reële alternatieven zijn. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waardoor het COA gebruik kan blijven maken van de verleende vergunning. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan geen hoger beroep tegen worden ingesteld.