ECLI:NL:RBAMS:2017:6074

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 augustus 2017
Publicatiedatum
23 augustus 2017
Zaaknummer
5963312 CV EXPL 17-10757
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van ongediertebestrijdingskosten door restaurant eigenaar

In deze zaak vordert de eiser, een ongediertebestrijdingsbedrijf, betaling van facturen door de gedaagde, de eigenaar van een restaurant in Amsterdam-Noord. De gedaagde heeft de facturen, die in totaal meer dan 800 euro bedragen, niet betaald, ondanks meerdere betalingsherinneringen. De eiser heeft werkzaamheden verricht om kakkerlakken te bestrijden, maar de gedaagde stelt dat de werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd, aangezien er na de behandeling meer kakkerlakken aanwezig waren dan voorheen. De eiser heeft de gedaagde in gebreke gesteld en vordert nu betaling van de openstaande bedragen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht is gesloten tussen de partijen. De gedaagde heeft de opdracht gegeven voor het bestrijden van kakkerlakken, en de eiser heeft de werkzaamheden uitgevoerd. De gedaagde betwist echter de kwaliteit van de geleverde diensten en beroept zich op wanprestatie. De eiser heeft gemotiveerd betwist dat hij tekort is geschoten en heeft aangevoerd dat de gedaagde zelf een verkeerde keuze heeft gemaakt door een vloeibaar bestrijdingsmiddel te gebruiken, wat heeft geleid tot een uitdrijvende werking van de kakkerlakken.

De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde zijn stellingen omtrent wanprestatie onvoldoende heeft onderbouwd. De eiser heeft zijn verplichtingen uit de overeenkomst nagekomen, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de facturen, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 augustus 2017 door mr. C.W. Inden, kantonrechter.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5963312 CV EXPL 17-10757
vonnis van: 18 augustus 2017
fno.: 991

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e
[eiser] ,handelend onder de naam
[naam 1] ,
wonende en zaakdoende te [plaatsnaam] ,
eiser,
nader te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand,
t e g e n

[gedaagde] , handelend onder de naam [naam 2] ,

zaakdoende te [woonplaats] ,
gedaagde,
nader te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

In het dossier bevinden zich:
  • de dagvaarding van 25 april 2017, met producties;
  • het proces-verbaal van het mondeling antwoord;
  • het instructievonnis van 26 mei 2017;
  • de conclusie van repliek.
Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] geen conclusie van dupliek genomen. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[eiser] heeft in opdracht van [gedaagde] werkzaamheden verricht die zien op het bestrijden van kakkerlakken.
1.2.
[eiser] heeft op 15 juni 2016 een factuur opgesteld ter hoogte van € 193,60 inclusief btw. Deze factuur heeft als omschrijving:
“Inventarisatie, determinatie, advies en plaatselijke bestrijding met gel tegen kakkerlakken d.d. 14-06-2016. Vijf Hoi-Hoi lijmvallen geplaatst.”
1.3.
[eiser] heeft op 26 juni 2016 een factuur opgesteld ter hoogte van € 532,40 inclusief btw. Deze factuur heeft als omschrijving:
“Plaatselijke bestrijding met gel tegen kakkerlakken d.d. 13-07-2016.Bestrijding tegen kakkerlakken met vloeibaar bestrijdingsmiddel d.d. 25-07-2016. Avond-Nachttarief.”
1.4.
[gedaagde] heeft de facturen genoemd in 1.3 en 1.4 niet betaald, ondanks het versturen van meerdere betalingsherinneringen door [eiser] .
1.5.
[eiser] heeft zijn vordering ter incasso uit handen gegeven aan ARAG Rechtsbijstand, hierna: Arag.
1.6.
Arag heeft [gedaagde] bij brief van 29 december 2016 in gebreke gesteld.

Vordering

2. [eiser] vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 726,00 aan hoofdsom;
b. € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 23,85 aan wettelijke handelsrente, berekend tot en met 19 april 2017;
d. rente over € 726,00 vanaf 25 april 2017;
e. de proceskosten.
3. [eiser] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij een overeenkomst met [gedaagde] heeft gesloten met betrekking tot inventarisatie, determinatie, advies en de plaatselijke bestrijding van kakkerlakken. [eiser] heeft op 14 juni 2016 en 13 juli 2016 vijf Hoi-Hoi lijmvallen geplaatst en kakkerlakken met gel bestreden. Op 25 juli 2016 heeft [eiser] - tegen zijn advies in, maar in opdracht van [gedaagde] omdat de bestrijding te lang duurde - de kakkerlakken bestreden met een vloeibaar bestrijdingsmiddel. Ondanks het sturen van meerdere betalingsherinneringen is [gedaagde] niet tot betaling overgegaan.

Verweer

4. [gedaagde] betwist de vordering. [gedaagde] heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij de facturen niet heeft betaald, omdat de werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd. In het eethuis dat [gedaagde] exploiteert liepen na de uitgevoerde bestrijdingswerkzaamheden van [eiser] juist meer kakkerlakken rond dan voorheen. [gedaagde] heeft uiteindelijk een ander bedrijf ingeschakeld om de kakkerlakken te doden. Na twee behandelingen waren ze allemaal weg.

Beoordeling

5. [eiser] en [gedaagde] hebben een overeenkomst van opdracht gesloten. Uitgangspunt bij een overeenkomst is dat ieder van de partijen de verbintenis die voor hem of haar uit de overeenkomst voortvloeit dient na te komen. Op [eiser] rustte de verplichting diensten voor [gedaagde] te verrichten en op [gedaagde] rustte de verplichting om voor deze diensten te betalen.
6. Niet in geschil is dat [gedaagde] opdracht heeft gegeven aan [eiser] om werkzaamheden te laten uitvoeren die zien op het bestrijden van kakkerlakken. Onbetwist is gebleven dat [eiser] op de in de facturen genoemde data de daarin genoemde werkzaamheden voor [gedaagde] heeft uitgevoerd.
7. [gedaagde] voert als verweer dat zijn betalingsverplichting is komen te vervallen, omdat [eiser] de bestrijdingswerkzaamheden niet goed zou hebben uitgevoerd. [gedaagde] beroept zich aldus op wanprestatie. In dit kader voert [gedaagde] kort gezegd aan dat de gehanteerde bestrijdingsmethoden niet werkten, omdat na de werkzaamheden nog steeds en zelfs nog meer kakkerlakken rondliepen dan voorheen. De kakkerlakken concentreerden zich niet meer alleen onder de vaatwasser, maar ook door het hele pand.
8. [eiser] heeft gemotiveerd weersproken dat hij tekort is geschoten bij de uitvoering van de werkzaamheden. Het is daarom aan [gedaagde] om zijn stellingen omtrent de wanprestatie voldoende te onderbouwen.
9. [eiser] voert gemotiveerd aan dat de oorzaak van het tevoorschijn komen van meer kakkerlakken na de behandeling op 25 juli 2016 is gelegen in het feit dat [gedaagde] , tegen het advies van [eiser] in, voor een vloeibaar bestrijdingsmiddel heeft gekozen. Dat vloeibare middel heeft een uitdrijvende werking, waardoor de kakkerlakken tevoorschijn komen. [eiser] betwist uitdrukkelijk dat hij gezegd zou hebben dat de kakkerlakken binnen drie uur dood zouden zijn. Het duurt over het algemeen minimaal drie maanden voordat ongedierte bestreden is, waarbij meerdere, frequente behandelingen nodig zijn. [eiser] kan nooit garantie geven dat ongedierte na één of enkele behandelingen afdoende bestreden is. Kakkerlakken kunnen bovendien met andere leveranciers meekomen, aldus - steeds - [eiser] .
10. [gedaagde] heeft zijn stelling dat sprake is van wanprestatie onvoldoende van onderbouwing voorzien, terwijl [eiser] deze stellingen gemotiveerd heeft betwist. Het enkele feit dat de kakkerlakken na inschakeling van een ander bedrijf zijn verdwenen, betekent nog niet dat [eiser] zich onvoldoende heeft ingespannen. Daarom is de door [gedaagde] gestelde wanprestatie niet vast komen te staan.
11. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde] veroordeeld zal worden tot betaling van de facturen. Nu betaling van de facturen binnen de betalingstermijn is uitgebleven zal [gedaagde] tevens worden veroordeeld tot betaling van de gevorderde wettelijke handelsrente.
12. [eiser] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag van € 108,90 komt bovendien overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal dan ook worden toegewezen.
13. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
I. veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van:
- € 726,00 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 25 april 2017 tot de dag van de algehele voldoening;
- € 23,85 aan wettelijke handelsrente berekend tot en met 19 april 2017;
- € 108,90 aan buitengerechtelijke incassokosten;
II. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
explootkosten € 94,66
salaris gemachtigde € 200,00
griffierecht € 223,00
-----------------
totaal € 517,66
voor zover van toepassing, inclusief btw;
III. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
IV. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
V. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 augustus 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.