ECLI:NL:RBAMS:2017:6220
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag persoonsgebonden budget voor vervangend vervoer na defect auto
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) ter vervanging van haar auto, die defect was geraakt. Het college had deze aanvraag afgewezen, omdat verzoekster tijdens de looptijd van het pgb geen nieuwe aanvraag voor een voorziening met dezelfde functie kon indienen. Verzoekster had eerder een pgb ontvangen voor de aanschaf van een scootmobiel, maar had met dat budget een auto gekocht. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster de extra kosten voor de auto niet uit het pgb kon dekken en dat zij deze kosten uit eigen middelen moest betalen. De voorzieningenrechter wees erop dat verzoekster eerst de schade aan de auto moest verhalen op haar verzekering, voordat zij een beroep kon doen op het college. De voorzieningenrechter concludeerde dat de afwijzing van het pgb door het college in bezwaar stand kon houden en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af.