ECLI:NL:RBAMS:2017:6695

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 september 2017
Publicatiedatum
15 september 2017
Zaaknummer
AMS 17/2854 en 17/4054
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening AOW-uitkeringen voor gehuwden met gescheiden woonadressen en financiële verstrengeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 12 september 2017, hebben eisers, een echtpaar dat in Frankrijk en Nederland woont, beroep aangetekend tegen de herziening van hun AOW-uitkeringen door de Sociale Verzekeringsbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks de gescheiden woonadressen, er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven. Eisers hebben dagelijks contact en hun financiën zijn niet gescheiden, wat volgens de rechtbank betekent dat de norm voor gehuwden van toepassing blijft. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, wat betekent dat de besluiten van de Sociale Verzekeringsbank terecht zijn genomen. De eisers hebben de mogelijkheid om in de toekomst opnieuw melding te doen bij de verweerder als hun situatie wijzigt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 17/2854 en 17/4054
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 september 2017 in de zaken tussen

[eiser] , te Merri (Frankrijk), eiser

(gemachtigde: mr. M. Adansar),
[eiseres] ,te Rotterdam, eiseres
(gemachtigde: A. Mokhtari),
en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: mr. M.F. Sturmans).

Procesverloop

Met de besluiten van 16 november 2016 (de primaire besluiten) heeft verweerder de uitkeringen van eisers op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) met ingang van 1 oktober 2016 herzien naar de norm voor gehuwden. Met de besluiten van 30 maart 2017 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van eisers gegrond verklaard en, voor zover hier van belang, de ingangsdatum gewijzigd naar 1 november 2016.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 september 2017. Eiser heeft zich, met voorafgaand bericht, laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Eiseres is wel verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De zaken zijn gevoegd behandeld. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Eiser en eiseres zijn al jaren getrouwd. Eiser is op enig moment in het gezamenlijke huis in Frankrijk gaan wonen. Vanaf [datum] is hij fiscaal ingezetene van [land] . Hij heeft zich op [datum] laten uitschrijven uit de Basisregistratie Personen van de gemeente [woonplaats] . Eiseres woont nog steeds in de echtelijke woning in [woonplaats] . Eisers zien elkaar ongeveer twee keer per jaar als hun zoon voor zijn werk in [land] moet zijn. Eiseres rijdt dan met hem mee en ontmoet eiser op neutraal terrein. Daarnaast hebben zij dagelijks tweemaal telefonisch contact. Eiser is hartpatiënt en woont erg afgelegen. Eiseres belt hem dan om te verifiëren of het nog goed met hem gaat.
3. Verweerder heeft aan eisers een AOW-uitkering toegekend naar de norm voor gehuwden. Daartegen hebben eisers aangevoerd dat er sprake is geweest van een onzorgvuldig onderzoek door verweerder en dat zij duurzaam gescheiden leven.
4. Niet in geschil is dat eisers gehuwd zijn. Dat betekent op grond van de AOW in beginsel dat de norm voor gehuwden op hen van toepassing is. Dit kan anders zijn, indien door eisers wordt aangetoond dat zij duurzaam gescheiden leven. Dat is echter de uitzondering op de hoofdregel en die uitzondering wordt niet al te makkelijk aangenomen. Dat er sprake is van een situatie van duurzaam gescheiden leven moet ondubbelzinnig uit de feiten en omstandigheden blijken. [1] Daarom kan de situatie van eisers ook niet een op een worden vergeleken met de door hen aangehaalde jurisprudentie. Ter beoordeling ligt voor of verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de uitzondering zich niet voordoet en eisers dus per [datum] (de datum in geding) recht hebben op een AOW-uitkering naar de norm voor gehuwden.
5. De beroepsgrond dat het door verweerder verrichte onderzoek onzorgvuldig is, slaagt niet. Verweerder heeft bij eiseres een huisbezoek afgelegd en heeft aan eiser een formulier onderzoek woonsituatie toegezonden. In de bezwaarfase hebben eisers kunnen reageren op de primaire besluiten, hun beider standpunten naar voren kunnen brengen en informatie kunnen overleggen. De woon- en leefsituatie is daarmee duidelijk geworden. Een huisbezoek bij eiser had daar niets aan toe kunnen voegen.
6. Ondanks de gescheiden woonsituatie is volgens verweerder geen sprake van duurzaam gescheiden leven. Aan de bestreden besluiten heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de financiën van eisers niet gescheiden waren en dat zij dagelijks tweemaal contact hadden. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat die twee elementen dusdanig zwaar wegen, dat er niet kan worden gesproken van een situatie van duurzaam gescheiden leven.
7. De rechtbank wijst erop dat het ook tijdens het huwelijk mogelijk is om de financiën te scheiden, bijvoorbeeld door het huis en de hypotheek op naam van één van beide echtgenoten te zetten. Eisers hebben er echter voor gekozen om het huis in [woonplaats] in gezamenlijk eigendom te houden. Eiser betaalde voorts in november 2016 nog een deel van de hypotheek op dat huis. Eisers zijn daarnaast beiden eigenaar van het huis in [land] . Er waren verder twee en/of-rekeningen – één in gebruik bij eiseres en één in gebruik bij eiser, maar nog steeds allebei op beider naam – en eiser betaalde een deel van de vaste lasten van eiseres.
8. Eiseres heeft op [datum] telefonisch bij verweerder gemeld dat zij bezig is om de nota’s van al haar vaste lasten met betrekking tot de woning op haar naam te zetten en dat zij van plan is dit ook voor de hypotheek te doen. Deze melding is echter niet onderbouwd met stukken. Daarnaast brengt een volledige heroverweging in bezwaar weliswaar mee dat alle nieuwe informatie moet worden beoordeeld, maar die informatie moet dan wel betrekking hebben op de datum in geding. De melding van eisers heeft dat niet.
9. Verder is niet in geschil dat eisers dagelijks tweemaal contact hebben. De rechtbank begrijpt dat deze contacten heel kort zijn en slechts verband houden met de gezondheidssituatie van eiser en zijn afgelegen woonsituatie. Toch spreekt er een bepaalde mate van zorg uit. Door dagelijks te verifiëren of het nog goed met eiser gaat, kan eiseres anderen in de buurt tijdig alarmeren als er iets aan de hand is. Zij laat hem dus niet aan zijn lot over.
10. Door de financiële verstrengeling en de aard en frequentie van het telefonisch contact is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat eisers ieder afzonderlijk een leven leiden als waren zij niet gehuwd. Er is dus geen sprake van duurzaam gescheiden leven. Dat betekent dat eisers recht hebben op een AOW-uitkering naar de norm voor gehuwden.
11. De beroepen zijn ongegrond. Dit betekent dat de bestreden besluiten terecht zijn genomen.
12. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
13. De rechtbank wijst eisers nog op het volgende. Als hun situatie (verder) wijzigt en op een bepaald moment alsnog sprake is van duurzaam gescheiden leven, kunnen zij hiervan melding doen bij verweerder. Verweerder kan dan een nieuw onderzoek naar de woon- en leefsituatie van eisers verrichten. Verweerder heeft ter zitting bevestigd dat deze mogelijkheid blijft bestaan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Schaberg, rechter, in aanwezigheid van mr. M.S. Boomhouwer, griffier, op 12 september 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Het vaste toetsingskader van de Centrale Raad van Beroep is bijvoorbeeld te vinden in de uitspraak van 22 december 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:4726, te vinden op www.rechtspraak.nl.