Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 september 2016, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 23 november 2016, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 6 september 2017, met de daarin genoemde processtukken,
- de brief van 14 september 2017 zijdens [eiseres] met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de brief van 19 september 2017 zijdens [gedaagde] in reactie op bovenvermelde brief zijdens [eiseres] ,
- de brief van 19 september 2017 zijdens [eiseres] in reactie op bovenvermelde brief zijdens [gedaagde] .
2.De feiten
Onbeschofte directie. Lieten bij de opening bijna alle kindjes tegelkijkertijd wennen waardoor het een hysterische bedoeling was. Ze hebben onze zoon ruim 40 min.. in zijn bedje laten huilen alles ondergespuugd volledig overstuur. ze hadden het zo druk en daardoor hem niet gehoord. Alles draait om geld en goedkoop. Onze zoon destijds 4 maanden had een beetje moeite met wennen en daardoor kregen wij het advies iets anders te zoeken. Hebben we gedaan hij is daar heel tevreden wennen ging echt top. Moeten we wel 400 Euro betalen.. echt ongelooflijk! Eigenaren rijden wel in hele dure super de luxe auto’s. Schandaligverder is het er super klein en peuters rennen door de baby’s heen. totaal geen
Ik schrijf namens de ervaringen die ik heb meegemaakt met mijn kleinkinderen op dit vreselijke dagverblijf. Mijn dochter wil er niets meer mee te maken hebben. Schijn bedriegt en achter het ogenschijnlijk zo vriendelijke en professionele beleid.
Hallo iedereen,
Deze recensent blijkt geen klant te zijn van de [eiseres] . Het is een verzonnen recensie.
Je onttrekken aan elke vorm van verantwoording. Typisch commentaar van dit bedrijf. Gewaarschuwd mens telt voor twee.
3.Het geschil
- baby’s van nog geen 4 maanden oud zouden 40 minuten lang huilend en overstuur alleen worden gelaten,
- kinderen zouden worden genegeerd,
- medewerkers zouden kinderen aan het schrikken maken,
- kinderen zouden vaak doorlekken,
- door de houding van de directie zouden klanten bang zijn geworden,
- kinderen zouden steeds ziek worden als ze bij [eiseres] zijn geweest.
4.De beoordeling
Vorderingen I en II
kanontstaan door het opzettelijk plaatsen van valse recensies op Google Maps. Uit de door [eiseres] gestelde feiten volgt echter niet dat dit risico zich daadwerkelijk heeft gemanifesteerd. Gelet op de betwisting door [gedaagde] had het daarom op de weg van [eiseres] gelegen dit gestelde nadeel nader toe te lichten, bijvoorbeeld door kwantificering van het aantal kinderen dat van het kinderdagverblijf is afgehaald door de ouders, de daling van inschrijvingen op [eiseres] ten opzichte van andere relevante lokale cijfers (zoals geboortecijfers en inschrijvingen van kinderen op andere kinderdagverblijven in de regio/buurt), of door een peiling onder de ouders over het imago van het kinderdagverblijf. Nu [eiseres] dit heeft nagelaten en in het geheel niet inzichtelijk heeft gemaakt in hoeverre de reputatie van [eiseres] in de regio Amsterdam Noord (daadwerkelijk) is geschaad, wordt het onder IV gevorderde afgewezen. Onder deze omstandigheden vormt de onder I toegewezen verklaring voor recht een afdoende genoegdoening voor het immateriële nadeel dat [eiseres] stelt te hebben geleden.
“deze kosten later van iemand anders (…) vergoed krijgt”. Daaruit volgt dat de vergoeding van DAS een voorwaardelijke betaling is geweest, die moet worden terugbetaald als [eiseres] haar kosten van [gedaagde] vergoed krijgt. Van belang is verder dat [eiseres] onweersproken heeft gesteld dat DAS [eiseres] in het kader van de onderhavige procedure heeft gewezen op de inhoud van de polisvoorwaarden. Klaarblijkelijk gaan DAS en [eiseres] er in hun onderlinge verhouding vanuit dat [eiseres] het voorschot “moet” verhalen op [gedaagde] . Onder deze omstandigheden staat de betaling van DAS niet aan de vordering van [eiseres] in de weg. Bij de beoordeling of de vordering van [eiseres] kan worden toegewezen is, anders dan [gedaagde] meent, voorts niet van belang of [gedaagde] verhaal zal bieden voor hetgeen waartoe hij wordt veroordeeld, maar of [gedaagde] gehouden is die kosten te vergoeden. Indien aan de voorwaarden van artikel 6:96 lid 2 sub a en/of b BW is voldaan, is dat het geval omdat [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld door de valse recensies op Google Maps te plaatsen. Daarom zal nu tot de inhoudelijke beoordeling van deze vordering worden overgegaan.
nietkomt vast te staan, dient de vordering te worden afgewezen.
deze gang van zaken” ten zeerste te betreuren. Ook dat was een aanwijzing voor de betrokkenheid van [gedaagde] . Uit de stellingen van [eiseres] blijkt bovendien niet dat er voor haar een redelijke aanleiding bestond om te denken dat een ander dan [gedaagde] de hand zou kunnen hebben gehad in de valse recensies.