Op 15 november 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 40-jarige man, die werd beschuldigd van zware mishandeling. De zaak kwam voort uit een incident op 2 juni 2017, waarbij de verdachte de eigenaar van een brommerzaak zwaar heeft mishandeld met een tas gevuld met scooteronderdelen. Tijdens de zitting op 1 november 2017 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. M.E. Woudman, en de verdediging van de verdachte, mr. M.H. Aalmoes, gehoord. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden vrijgesproken van de subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling, maar wel van de poging tot doodslag. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had toegebracht aan het slachtoffer, wat resulteerde in een schedelbasisfractuur.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, door met kracht met een cilinder tegen het hoofd van het slachtoffer te slaan, bewust de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij zwaar lichamelijk letsel zou toebrengen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden op, met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 180 uur. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 2.500,- aan het slachtoffer, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank benadrukte de ernst van het geweld en de gevolgen voor het slachtoffer, die nog steeds last had van de gevolgen van de mishandeling.