Op 22 november 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Marokko in 1994, die beschuldigd werd van diefstal met braak in een sportwinkel te Amsterdam op 4 augustus 2017. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 8 november 2017, waarbij de officier van justitie, mr. J.H. van der Meij, de vordering heeft ingediend. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. V.H. Hammerstein.
De tenlastelegging omvatte het gezamenlijk en opzettelijk wegnemen van een grote hoeveelheid sportkleding uit de winkel, waarbij de verdachte en zijn mededaders zich toegang verschaften door een rolluik te forceren en een ruit in te slaan. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waarbij getuigenverklaringen en proces-verbaal van verbalisanten zijn meegenomen. De rechtbank oordeelde dat de herkenning van de verdachte door verbalisant betrouwbaar was, ondanks de verdediging die stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een stelselmatige dader is, met een lange geschiedenis van crimineel gedrag. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft toegewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een gevaar vormt voor de samenleving en dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook beslist over de in beslag genomen goederen, waarbij de teruggave van schoenen aan de verdachte is gelast en de bewaring van de bromfiets ten behoeve van de rechthebbende is bevolen.