Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 juni 2015, met producties,
- het verstekvonnis van 11 november 2015,
- de verzetdagvaarding tevens houdende bevoegdheidsincident en incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening van 8 juni 2017,
- de incidentele conclusie van antwoord,
- het verkort proces-verbaal van het op 19 oktober 2017 gehouden pleidooi met de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
Ministry of Oil and Gas Industry and Mineral Resourcesvan) Turkmenistan een overeenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst) op grond waarvan Chemix oliehoudend slib zou verwerken en daarvoor installaties, apparatuur en machines (hierna gezamenlijk: de installatie) beschikbaar zou stellen.
CONTRACT[…] Between:
Partiesunder this
Contractto which the
Parties’consent has not been reached within thirty (30) days shall be transferred to the Arbitration Court of Turkmenistan (Ashgabat city) for consideration. The applicable legislation is the legislation of Turkmenistan […].
10.LEGAL ADRESS PARTIES
[Naam website]
Red Noticegepubliceerd door Interpol.
statement of claim(hierna: het verzoekschrift) bij de
Arbitration Court of Turkmenistan(hierna: de Arbitration Court) in Ashgabat ingediend. De Arbitration Court maakt onderdeel uit van de overheidsrechtspraak in Turkmenistan. De Arbitration Court heeft het verzoekschrift geweigerd, omdat het niet aan de vereisten van artikel 77 en 22 van de Turkmeense
Arbitration Procedure Code(hierna: APC) en artikel 56 van de Turkmeense
Civil Codevoldeed. Volgens de Arbitration Court was het verzoekschrift niet ondertekend door de bevoegde persoon, was geen griffierecht betaald, waren geen bankgegevens in het verzoekschrift opgenomen en was geen bewijs van toezending van het verzoekschrift aan het ministerie overgelegd.
USD 31.516.181,00 toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Amtsgericht Frankfurt am Main(hierna: het Amtsgericht) op verzoek van Chemix een ex parte beslissing genomen en Chemix toegestaan om derdenbeslag onder de Duitse Commerzbank AG te leggen. Op 19 mei 2017 heeft de Duitse advocaat van Turkmenistan hoger beroep tegen deze beslissing ingesteld en om opheffing van het beslag verzocht. Dit verzoek is bij beslissing van 5 juli 2017 door het Amtsgericht verworpen vanwege gebrek aan belang, omdat het beslag geen doel heeft getroffen.
3.Het geschil in de hoofdzaak en in de incidenten
4.Tijdigheid van het verzet
5.Rechtsmacht Nederlandse rechter
[Naam website]
In practice judicial independence is limited.”). Ook beschrijft het rapport dat er zorgen bestaan over de eerlijkheid van strafrechtelijke procedures en dat mensenrechtenjuristen uit Turkmenistan geloven dat strafrechtelijke veroordelingen op oneigenlijke gronden worden uitgesproken.
modus operandivan de overheid van Turkmenistan – ondenkbaar zou zijn dat een Westerse onderneming in een geschil met de overheid van Turkmenistan een eerlijk proces zou kunnen krijgen bij de Turkmeense overheidsrechter.
Ministry of oil and gas industry and mineral resources, de wederpartij van Chemix bij de overeenkomst, rechtstreeks de belangen van de staat Turkmenistan en van de president zijn. Turkmenistan heeft onvoldoende weersproken dat het formele en materiële waarborgen voor onafhankelijke rechtspraak ontbeert in zaken die de rechtstreekse belangen van de staat betreffen.
the Arbitration Court of Turkmenistan (Ashgabat City)”. Dat Chemix daar destijds mee instemde (al stelt zij nu op dat punt gedwaald te hebben) betekent nog niet dat het wel aanvaardbaar zou zijn om van Chemix te vergen dat zij het geschil aan de Turkmeense overheidsrechter voorlegt. Anders dan Turkmenistan betoogt, prevaleert de forumkeuze niet boven de regeling van artikel 9 onder c Rv. Dat een forumkeuze in het internationale recht mogelijk is, is gebaseerd op het algemeen aanvaarde beginsel van partijautonomie. De regeling van artikel 9 onder c Rv is gebaseerd op het beginsel dat eenieder recht heeft op een eerlijk proces. Een dergelijk fundamenteel recht kan niet opzij worden gezet door een forumkeuze.
6.Executie verstekvonnis
7.Conclusie
10 januari 2018voor het nemen van een conclusie van antwoord door Turkmenistan,
mr. E.J. van Veelen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2017. [1]