Juridische kader
- Ambtenaren van de gemeente Amsterdam vermijden situaties waarin hun persoonlijke belangen en de belangen van relaties waarmee zij in contact staan enerzijds en de belangen van de gemeente anderzijds door elkaar lopen of kunnen gaan lopen. Voor zover het in hun vermogen ligt, vermijden zij zelfs de schijn van een dergelijke belangenverstrengeling.
- Het zorgvuldig omgaan met informatie vereist dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig opgeborgen worden en dat computerbestanden beveiligd zijn.
Artikel 11.1 van de NRGA
De ambtenaar volgt de hem gegeven voorschriften op en behoort in het algemeen alles te doen of na te laten wat van een goed ambtenaar wordt verwacht.
1. Aan de ambtenaar wordt op zijn verzoek ontslag verleend met ingang van een door hem te bepalen datum.
2. De opzegtermijn is minimaal:
a. een maand als hij is ingeschaald in de salarisschalen 1 tot en met 8;
b. twee maanden als hij is ingeschaald in salarisschaal 9 of hoger.
3. Op verzoek van de ambtenaar wordt van het tweede lid afgeweken, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet.
4. In afwijking van het eerste lid kan de beslissing op een verzoek om ontslag worden aangehouden als er een strafrechtelijk of disciplinair onderzoek loopt tegen de ambtenaar. Aanhouding is mogelijk als het op grond van de voorlopige bevindingen van het onderzoek aannemelijk is dat de uitkomst daarvan aanleiding zal zijn tot het opleggen van onvoorwaardelijk strafontslag als bedoeld in artikel 13.6, eerste lid onder f. Het verzoek tot ontslag kan worden aangehouden tot het moment waarop het disciplinair onderzoek is afgerond en een beslissing is genomen over het al dan niet opleggen van een onvoorwaardelijk strafontslag.
5. Toepassing van het vierde lid is alleen mogelijk na het inwinnen van advies bij de Directie Juridische Zaken.
6. Als het onderzoek niet leidt tot strafontslag wordt het verzoek tot ontslag pas ingewilligd als de ambtenaar dit verzoek herbevestigt.
1. De ambtenaar kan worden geschorst met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) zolang nog geen oordeel is gevormd over de schorsing op grond van artikel 13.3, eerste lid, en het dienstbelang in overwegende mate eist dat hij zijn functie niet vervult.
2. De ambtenaar kan worden geschorst met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) als het redelijkerwijs niet aanvaardbaar is dat hij zijn werkzaamheden blijft verrichten, tenzij artikel 7.10, eerste lid (verplicht medisch onderzoek bij functievervulling) van toepassing is.
1. De ambtenaar kan worden geschorst, als:
c. het voornemen bestaat hem onvoorwaardelijk strafontslag op te leggen;
2. De werkgever kan bij schorsing van de ambtenaar voor een periode van zes weken het salaris en de toegekende salaristoelage(n) verminderen met maximaal een derde deel van het salaris en de toegekende salaristoelage(n).
3. Na zes weken heeft de ambtenaar geen recht meer op salaris en de toegekende salaristoelage(n), tenzij de gevolgen hiervan niet in verhouding staan tot de in het eerste lid onder c en d genoemde voorgenomen maatregelen. In dat geval kan gedurende een nader te bepalen periode recht blijven bestaan op twee derde deel van het salaris en de toegekende salaristoelage(n).
Artikel 13.4 van de NRGA
De ambtenaar kan worden gestraft als hij zich niet gedraagt overeenkomstig artikel 11.1 en zich daarmee schuldig maakt aan plichtsverzuim.
1. De straffen, die de ambtenaar kunnen worden opgelegd zijn:
a. schriftelijke berisping;
b. buitengewone dienst op andere dagen dan de zondag en de voor de ambtenaar geldende officiële feestdagen die samenhangen met zijn geloof of culturele achtergrond, zonder dat hij hiervoor salaris en de toegekende salaristoelage(n) ontvangt;
c. vermindering van vakantie met ten hoogste 1/3 van het aantal uren waarop de ambtenaar voor het desbetreffende kalenderjaar aanspraak heeft;
d. vermindering van het salaris voor de duur van maximaal één jaar;
e. plaatsing in een andere functie, al of niet in een ander organisatie-onderdeel, voor bepaalde of onbepaalde tijd en met of zonder vermindering van salaris en de toegekende salaristoelagen;
2. Voor hetzelfde plichtsverzuim kan een combinatie van meerdere straffen worden opgelegd.
3. Het strafontslag wordt niet aangezegd en kan met terugwerkende kracht ingaan op de dag volgend op die waarop de ontslaggrond voor het eerst aanwezig was.
1. Behalve bij een schriftelijke berisping kan bij het opleggen van een straf worden bepaald dat zij voorwaardelijk wordt opgelegd. De straf wordt ten uitvoer gelegd als de ambtenaar zich opnieuw schuldig maakt aan een soortgelijk of ander plichtsverzuim, dan wel zich niet houdt aan de bij de straf gestelde bijzondere voorwaarden.
2. Een voorwaardelijke straf wordt voor maximaal twee jaar opgelegd.