Overwegingen
1. Deze uitspraak bouwt voort op de tussenuitspraak. De rechtbank blijft bij al wat zij in de tussenuitspraak heeft overwogen en beslist, tenzij hierna uitdrukkelijk anders wordt overwogen.
2. In de tussenuitspraak heeft de rechtbank, kortgezegd, overwogen dat uit het bestreden besluit onvoldoende blijkt dat het stadsdeel [eiseres] individuele belangen heeft meegewogen bij de beoordeling. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat de 45-gradenregel niet als bestendige gedragslijn kan worden beschouwd, dat het stadsdeel de 45-gradenregel in deze situatie dus niet als regel mocht toepassen en deze regel ook bij een nieuwe belangenafweging niet meer als zodanig mocht betrekken. Voor wat betreft de aspecten bezonning, zichtbaarheid en ondergeschiktheid heeft het stadsdeel onvoldoende gemotiveerd waarom deze belangen (al dan niet samen met andere belangen) zwaarder wegen dan het belang van [eiseres] . De rechtbank heeft het stadsdeel in de gelegenheid gesteld het geconstateerde gebrek te herstellen en een nieuwe belangenafweging te maken, met inachtneming van de tussenuitspraak.
3. Met de brief van 2 november 2017 heeft het stadsdeel een nieuwe motivering gegeven voor het bestreden besluit. Daarin staat onder andere dat het stadsdeel de behoefte van [eiseres] onderkent om haar woning te vergroten en dat de zaak al lang duurt. Het stadsdeel wil meewerken aan de plannen van [eiseres] , maar slechts in beperkte mate. Het bestemmingsplan ‘De Baarsjes 2006’ (het bestemmingsplan) is immers een conserverend bestemmingsplan. Het stadsdeel heeft wel alternatieve uitbreidingsmogelijkheden voorgesteld. De bijzondere eigendomssituatie van [eiseres] , namelijk dat zij geen eigenaar is van alle drie de zolderbergingen op de 5e bouwlaag, vormt daarvoor een complicerende factor. Dat is echter een privaatrechtelijke kwestie en daarom geen reden om af te wijken van het bestemmingsplan.
Ten aanzien van de duur van deze procedure erkent het stadsdeel dat het verschillende malen verzuimd heeft om tijdig te besluiten. Verschillende omstandigheden hebben bijgedragen aan de lange duur van de procedure. Het lange traject is volgens het stadsdeel geen reden om alsnog een omgevingsvergunning te verlenen.
Ten aanzien van het algemeen belang van zichtbaarheid en onderscheidendheid heeft het stadsdeel toegelicht dat de zichtbaarheid van de 5e bouwlaag met kap momenteel beperkt is. De uitbouw vormt een ondergeschikt deel ten opzichte van de hoofdmassa van het gebouw. Met het plan van [eiseres] komt die hiërarchie onder druk te staan. In de bestaande situatie is de 5e bouwlaag vrijwel niet zichtbaar vanuit de tuinen. De aangevraagde positie is te prominent aanwezig in het gevelbeeld. Als het stadsdeel het plan van [eiseres] zou toestaan, levert dit bovendien precedentwerking op, wat grote gevolgen zou hebben voor een groot deel van de bouwblokken in de Baarsjes. De 45-gradenregel zal mede om die reden worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan ‘De Baarsjes 2017’. Dat ontwerpbestemmingsplan ligt sinds 27 oktober 2017 ter inzage.
Het algemeen belang weegt dus volgens het stadsdeel zwaarder dan het persoonlijk belang van [eiseres] bij realisering van het bouwplan.
4. [eiseres] heeft in haar brief van 18 december 2017 onder andere aangevoerd dat het stadsdeel ook in de aanvullende motivering onvoldoende rekening heeft gehouden met haar belangen. Het aangeboden alternatief is bovendien geen reële optie, omdat er nog steeds geen slaapkamer te realiseren is die voldoet aan het Bouwbesluit 2012. Volgens [eiseres] heeft de procedure inmiddels zo lang geduurd, dat de redelijke termijn is overschreden. Het stadsdeel had daarin aanleiding moeten zien alsnog de vergunning te verlenen. Er is bovendien geen sprake van dat het bouwplan prominent aanwezig is. Omdat de 45-gradenregel nu is bekendgemaakt, zou toewijzing van haar bouwplan niet tot precedentwerking kunnen leiden, aldus [eiseres] .
5. Er staat niet (langer) ter discussie dat het bouwplan van [eiseres] in strijd is met het huidige bestemmingsplan. Of het stadsdeel wil afwijken van het bestemmingsplan is een discretionaire bevoegdheid. De rechtbank moet daarom toetsen of het stadsdeel in redelijkheid de omgevingsvergunning kon weigeren.
6. De rechtbank is van oordeel dat het stadsdeel in zijn aanvullende motivering goed uitgelegd heeft waarom het algemeen belang voor het stadsdeel zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van [eiseres] . Volgens de rechtbank heeft het stadsdeel dan ook voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak. Dat betekent dat het stadsdeel, met de motivering van 2 november 2017, in redelijkheid de omgevingsvergunning voor dit bouwplan heeft kunnen weigeren.
Heeft de procedure te lang geduurd?
7. Met betrekking tot de lange duur van de procedure overweegt de rechtbank als volgt. Het stadsdeel heeft in redelijkheid geen aanleiding hoeven zien om om die reden alsnog de omgevingsvergunning te verlenen. Indien de procedure zo lang heeft geduurd dat de redelijke termijn is overschreden, bestaat immers de mogelijkheid daarvoor een schadevergoeding toe te kennen.
8. Voor procedures die uit een bezwaarschriftenprocedure en een beroepsprocedure bestaan, geldt als uitgangspunt dat de beoordeling van het bezwaar ten hoogste een half jaar en de behandeling van het beroep ten hoogste anderhalf jaar mag duren. De redelijke termijn is in beginsel overschreden als de totale duur van de procedure na bezwaar en beroep langer dan twee jaar heeft geduurd. Volgens vaste rechtspraak wordt ter compensatie van de overschrijding van de redelijke termijn een basisbedrag van € 500,- per (deel van een) half jaar overschrijding gehanteerd.
9. In het voorliggende geval heeft [eiseres] op 8 juli 2015 een bezwaarschrift ingediend en bij bestreden besluit van 2 februari 2016 is daarop beslist. [eiseres] heeft op 11 maart 2016 bij de rechtbank beroep ingesteld waar de rechtbank bij uitspraak van
16 september 2016 op heeft beslist. Het stadsdeel heeft vervolgens het bestreden besluit genomen op 13 december 2016 waartegen [eiseres] op 24 januari 2017 in beroep is gegaan. Op dit beroep heeft de rechtbank in de tussenuitspraak van 5 oktober 2017 en in deze uitspraak beslist. Dit betekent dat de totale duur van de procedure in bezwaar en beroep langer dan twee jaar heeft geduurd en dat de redelijke termijn is overschreden met (afgerond) acht maanden. De rechtbank ziet aanleiding om de overschrijding van de redelijke termijn geheel toe te rekenen aan het stadsdeel. De rechtbank heeft immers in de eerste beroepsprocedure na iets meer dan een half jaar uitspraak gedaan en in de tweede beroepsprocedure na iets meer dan een jaar, inclusief toepassing van de bestuurlijke lus. De reden dat de procedure zo lang heeft geduurd is erin gelegen dat het tweede besluit op bezwaar nog steeds een gebrek bevatte, dat pas na de tussenuitspraak in de tweede procedure is hersteld. Dit betekent dat het stadsdeel € 1.000,- schadevergoeding aan [eiseres] moet betalen.
10. Omdat het bestreden besluit een gebrek bevatte, is het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met artikel strijd met artikel 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank ziet, gezien de aanvullende motivering van 2 november 2017, reden om de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand te laten. Het beroep is dus wel gegrond, maar de weigering van de omgevingsvergunning blijft in stand.
11. Omdat het beroep gegrond is, bepaalt de rechtbank dat het stadsdeel het door [eiseres] betaalde griffierecht moet vergoeden.
12. De rechtbank veroordeelt het stadsdeel in de door [eiseres] gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op
€ 1.252,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting en 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na een bestuurlijke lus met een waarde per punt van € 501,- en een wegingsfactor 1).