Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiseres 3],
Funda B.V.,
[eiseres 3],
Funda Real Estate B.V.,
1.De verdere procedure in de gevoegde zaken
- het tussenvonnis van 9 december 2015, met de daarin vermelde processtukken;
- het deskundigenbericht van 6 januari 2017 (hierna: het deskundigenbericht);
- de conclusie na deskundigenbericht van VBO c.s., met producties;
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Funda en Funda Real Estate, met producties;
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van NVM, waarbij zij heeft medegedeeld zich aan te sluiten bij de antwoordconclusie na deskundigenbericht van Funda en Funda Real Estate in de beide zaken;
- de akte uitlating producties van VBO c.s.
2.De verdere beoordeling in de gevoegde zaken
hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging(cursivering rechtbank). Zoals het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) ook herhaaldelijk heeft geoordeeld, beogen de mededingingsregels de mededinging te beschermen en niet de concurrenten.
De rechtbank constateert dat NVM tot en met de conclusie van dupliek aanvullende standpunten heeft ingenomen en met een eigen advocaat procedeerde. Dat rechtvaardigt dat aan haar tot en met de conclusie van dupliek een zelfstandige kostenvergoeding toekomt. Dit is anders voor de proceshandelingen die na de conclusie van dupliek zijn verricht. De standpunten van Funda / Funda Real Estate en NVM waren toen gelijkluidend en zij procedeerden met dezelfde advocaat. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt dit dat de vergoeding voor de proceshandelingen na de conclusie van dupliek aan Funda en NVM respectievelijk Funda Real Estate en NVM gezamenlijk toekomt. De kosten aan de zijde van Funda, Funda Real Estate en NVM zullen daarom zoals hierna volgt worden begroot:
3.De beslissing
12-1257en
13-472