Veroordeling voor de feiten 2 primair, 3 en 4
De rechtbank acht de feiten 2 primair, 3 en 4 bewezen en overweegt daartoe als volgt.
De diefstal in vereniging van de rugzak met inhoud van [persoon 1] (feit 2 primair)[persoon 1] doet aangifte van diefstal van haar rode rugzak met inhoud op het Centraal Station in Amsterdam. Zij was daar op 19 januari 2018 met haar vriendinnen en had even haar rugzak neergezet. Toen zij iets uit haar rugzak wilde pakken, bleek deze weg te zijn.
Een politieagent heeft de camerabeelden van 19 januari 2018 van het Centraal Station uitgekeken. Hij schrijft dat hij ziet dat [persoon 1] om 13.55 uur haar rode rugzak van haar rug haalt en deze op de grond neerzet. Om 13.57 uur komen drie mannen aanlopen die allen geen tas bij zich hebben. Dit blijken later [medeverdachte 2] (NN1), verdachte (NN2) en [medeverdachte 1] (NN3) te zijn. Te zien is dat verdachte en [medeverdachte 1] achter [persoon 1] langslopen en dat [medeverdachte 1] plotseling bukt en iets van de grond pakt. [medeverdachte 2] kijkt naar [persoon 1] en de vrouwen met wie zij sprak, kennelijk om te zien of zij zagen dat de rugzak werd meegenomen. Vervolgens lopen verdachte en [medeverdachte 1] weg en is te zien dat [medeverdachte 1] een rode rugzak in zijn handen heeft. [medeverdachte 2] en verdachte lopen in een treintje achter elkaar weg om [medeverdachte 1] rugdekking geven, zodat [persoon 1] haar rugzak niet ziet.
Bij de aanhouding van verdachte in hotel [naam] wordt de rode rugzak met inhoud, waaronder veel goederen met de naam [persoon 1] erop geschreven, in de hotelkamer gevonden. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij op het station heeft gezien dat [medeverdachte 1] met een rode rugzak liep en dat hij de rode rugzak later in de hotelkamer heeft gezien.
De rechtbank overweegt als volgt. De politieagent die de camerabeelden bekijkt, schrijft dat hij al twintig jaar ervaring heeft met bagagedieven. Hij ziet op de beelden een duidelijk samenwerkingsverband tussen verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Wanneer [medeverdachte 1] de rugzak wegneemt, neemt verdachte het zicht van [persoon 1] op haar rugzak weg. [medeverdachte 2] bevindt zich op dat moment schuin voor [persoon 1] , waardoor hij zicht kon houden en haar reactie kon afwachten. Daarna geven verdachte en [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] rugdekking. Dit geheel verliep heel natuurlijk en zonder aanwijzingen waardoor het de politieagent duidelijk werd dat deze drie personen goed op elkaar zijn ingespeeld en een goede samenwerking hebben. Gelet op deze beschrijving van de camerabeelden is de rechtbank van oordeel dat tussen de verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. Dat betekent dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging.
De diefstal in vereniging van de rolkoffer (feit 3)
Op 19 januari 2018 rond 06.08 uur loopt een politieagent het Centraal Station uit. Hij hoort achter zich iemand met versnelde pas lopen (NN1) en hij hoort het geluid van een rolkoffer. Kort hierna hoort de politieagent iemand iets hardop roepen in zijn richting. Hij ziet een man met een Aziatisch uiterlijk op NN1 afrennen en de rolkoffer uit de handen van NN1 trekken. De man had al een rolkoffer bij zich, waardoor hij met twee rolkoffers het Centraal Station weer binnengaat.
Naar aanleiding van deze waarneming zijn de camerabeelden van het Centraal Station van dat tijdstip opgevraagd. Om 06.04 uur is te zien dat NN1, NN2 en NN3 het Centraal Station inlopen. De politieagent die de camerabeelden bekijkt, herkent hen als [medeverdachte 2] , verdachte en [medeverdachte 1] . De politieagent relateert dat op de beelden te zien is dat verdachte een man aanspreekt, waarna [medeverdachte 1] de rolkoffer van de man pakt en uit beeld verdwijnt. Na enige tijd loopt verdachte weg, waarna de man opspringt en kennelijk op zoek is naar zijn rolkoffer. Vervolgens verschijnt [medeverdachte 1] met de rolkoffer weer in beeld en zet hij deze terug op ongeveer twee meter afstand van het bankje waarop de man zat. Verdachte kijkt naar [medeverdachte 1] , loopt door naar de rolkoffer en pakt deze vast. Vervolgens loopt hij weg richting het Stationsplein. Even later verschijnt de eerdergenoemde man in beeld, terwijl hij rennend een rolkoffer tilt en door dezelfde uitgang gaat als verdachte. Enige tijd later loopt de man weer het station binnen, maar nu met twee rolkoffers.
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat de man tegen hem had gezegd dat hij de rolkoffer mocht meenemen. Ook waren ze grapjes aan het uithalen.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de camerabeelden is zichtbaar dat zowel verdachte als [medeverdachte 1] wegnemingshandelingen hebben verricht ten aanzien van de rolkoffer. Ook blijkt dat zij op het station contact met elkaar hebben. Uit deze omstandigheden volgt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging. Het feit dat de man uiteindelijk zijn rolkoffer terugpakt, maakt niet dat geen sprake is geweest van een diefstal. De diefstal was immers al voltooid. De verklaring, dat verdachte de rolkoffer mocht meenemen, acht de rechtbank onaannemelijk, nu de man achter verdachte aanrent, naar hem roept en de rolkoffer uit zijn handen trekt. Deze manier van handelen past niet bij iemand die zojuist zijn rolkoffer heeft weggegeven.
De diefstal in vereniging van de telefoon van [persoon 2] (feit 4)[persoon 2] doet aangifte van diefstal van haar telefoon op 19 januari 2018. Zij fietste op het Damrak toen zij merkte dat haar telefoon uit haar jaszak was weggenomen. Verdachte heeft op de zitting bekend dat hij, samen met [medeverdachte 2] , de telefoon heeft gestolen.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben zowel verdachte als [medeverdachte 2] een wegnemings-handeling verricht; verdachte pakt de telefoon uit de jaszak van [persoon 2] en [medeverdachte 2] neemt deze over en stopt hem in zijn zak. Vervolgens lopen zij samen weg. Hieruit volgt dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering. Dat betekent verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging.