ECLI:NL:RBAMS:2018:3417

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2018
Publicatiedatum
17 mei 2018
Zaaknummer
6314186 / CV EXPL 17-21252
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekeningsverweer in geschil tussen een particulier en een online veilingplatform

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een particulier, aangeduid als [eiser in conventie], en de besloten vennootschap Daan Auctions (Nederland) B.V. De zaak betreft een bemiddelingsovereenkomst voor twee veilingen die door Daan Auctions zouden worden uitgevoerd. De eiser vorderde betaling van een bedrag van € 4.955,09, dat hij meende recht te hebben op basis van de opbrengst van de eerste veiling, en voegde daar buitengerechtelijke incassokosten en schadevergoeding aan toe. Daan Auctions betwistte de vordering en voerde aan dat zij het bedrag had verrekend met schade die zij had geleden door een tekortkoming van de eiser in de nakoming van de overeenkomst, specifiek met betrekking tot de uitlevering van kavels van de tweede veiling.

De kantonrechter oordeelde dat Daan Auctions onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een schadeplichtige tekortkoming aan de zijde van de eiser. De rechter concludeerde dat de eiser niet in verzuim was geraakt, omdat er geen ingebrekestelling was verzonden. Hierdoor was het verrekeningsverweer van Daan Auctions niet toelaatbaar. De vordering van de eiser tot betaling van het bedrag van € 4.955,09 werd toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. De vorderingen van Daan Auctions in reconventie werden afgewezen, en de proceskosten werden aan Daan Auctions opgelegd.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen over contractuele verplichtingen en de gevolgen van het niet nakomen daarvan. De rechter heeft ook de juridische grondslag voor de schadeclaims van Daan Auctions tegen de eiser beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden worden verrekend, omdat Daan Auctions geen partij was bij de overeenkomst tussen de eiser en de kopers van de kavels.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: 6314186 / CV EXPL 17-21252
vonnis van de kantonrechter van 4 mei 2018 in de zaak van
[eiser in conventie],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
gemachtigde: mr. L.A. Bettonvil,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DAAN AUCTIONS (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. J. Stikkelbroeck.
Partijen worden hierna [eiser in conventie] en Daan Auctions genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 september 2017, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met producties;
  • het tussenvonnis van 26 oktober 2017, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in reconventie; en,
  • de op de comparitie van partijen van 28 februari 2018 namens [eiser in conventie] voorgedragen pleitnota.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Daan Auctions exploiteert een online veilingplatform.
2.2.
[eiser in conventie] benadert Daan Auctions op 6 juni 2017 om twee veilingen uit te voeren.
2.3.
Op 19 juni 2017 ontvangt [eiser in conventie] een overeenkomst en algemene voorwaarden van Daan Auctions met het verzoek eerstgenoemde te ondertekenen. In de algemene voorwaarden staat onder andere het volgende:

2.1 Deze algemene voorwaarden zijn onderdeel van de Bemiddelingsovereenkomst(overeenkomst van 19 juni 2017, kantonrechter)
tussen DAAN(Daan Auctions, kantonrechter)
en Verkoper( [eiser in conventie] , kantonrechter)
en zijn tevens van toepassing op alle bijkomende werkzaamheden. DAAN bemiddelt slechts bij het tot stand brengen van een Koopovereenkomst(overeenkomst tussen een koper en [eiser in conventie] , kantonrechter)
en is derhalve nooit partij bij een koopovereenkomst. (…)
6.1 (…)
Voorts is DAAN gerechtigd de door DAAN gemaakte bijkomende kosten die betrekking hebben op de veiling van Zaken van Verkoper bij Verkoper in rekening te brengen (…).”
2.4.
Twee dagen later stuurt [eiser in conventie] de overeenkomst ondertekend per e-mail terug met de volgende begeleidende tekst: “
hierbij de getekende overeenkomst. Zoals afgesproken leveren wij volgende week de gegevens van mijn nog op te richten bedrijf en zal het contract vervolgens daarop overgaan.
2.5.
[eiser in conventie] krijgt toegang tot het verkopersdeel van het veilingplatform. Via dit deel kan [eiser in conventie] een veiling ‘aanleveren’ door informatie aan Daan Auctions te verstrekken over de te houden veiling. Deze informatie betreft onder andere de kavels, veilingperiode, uitleverlocatie, voorkeur uitleverdatum en e-mailadres van de contactpersoon. Tijdens de veiling kan [eiser in conventie] meebieden op zijn eigen kavels. [eiser in conventie] heeft met het e‑mailadres [e-mailadres] toegang tot het verkopersdeel van het platform. Dit e‑mailadres is ook door [eiser in conventie] opgegeven als e-mailadres van de contactpersoon voor de veilingen.
2.6.
Van 23 juni tot en met 3 juli 2017 vindt de eerste veiling plaats. De opbrengst daarvan bedraagt € 11.133,34. Na aftrek van de overeengekomen kosten en commissie van Daan Auctions van € 1.250,76, heeft [eiser in conventie] recht op betaling van € 9.882,58.
2.7.
Op 26 juli 2017 vraagt Daan Auctions per e-mail om de bedrijfsgegevens van [eiser in conventie] zodat de eindafrekening van de eerste veiling opgemaakt kan worden. Op dezelfde dag reageert [eiser in conventie] als volgt per e-mail:
“ik heb de oprichtingsakte ondertekend, alleen de notarissen werken kennelijk niet zo snel. Pak in de tussentijd maar de gegevens van NBD Auctions BV (…).”
2.8.
Van 21 tot en met 28 juli 2017 vindt de tweede veiling plaats. De opbrengst daarvan – inclusief biedingen van [eiser in conventie] – bedraagt € 11.108,16 exclusief BTW. Op het tabblad ‘veilinginformatie’ van deze veiling is 1 augustus 2017 als uitleverdatum opgenomen.
2.9.
Op 1 augustus 2017 staan de kopers van de kavels van de tweede veiling bij de uitleverlocatie en is [eiser in conventie] niet aanwezig om de verkochte kavels uit te leveren. Daan Auctions neemt telefonisch contact op met [eiser in conventie] en laatstgenoemde geeft aan dat 8 augustus 2017 als uitleverdatum is overeengekomen. Na dit contact schrijft [eiser in conventie] het volgende per e-mail aan Daan Auctions: “
telefonisch heb ik van jou vernomen dat je voorlopig niet aan onderstaande belofte(uitbetalen van de opbrengst van de eerste veiling, kantonrechter)
wenst te voldoen, daar jij van mening bent dat er vandaag een uitlevering zou plaatsvinden. Voor de goede orde wens ik uitdrukkelijk te ontkennen dat deze afspraak gemaakt is (…).” De volgende dag bevestigt Daan Auctions het telefonisch contact per e‑mail waarin onder andere het volgende staat: “
Uit ons telefoongesprek is naar voren gekomen dat jij niet bereid was vandaag uit te leveren; de redenen die jij hiervoor aangeeft zijn de volgende:(…) De uitlevering zou niet vandaag plaatsvinden, maar op 8 augustus.
2.10.
De kopers van de kavels die tevergeefs naar de uitleverlocatie zijn afgereisd sturen in de dagen na 1 augustus 2017 acht schadeclaims aan Daan Auctions van in totaal € 2.155,26 voor de door hen gemaakte kosten.
2.11.
Op 16 augustus 2017 stuurt Daan Auctions een factuur van de uitbetaling van de eerste veilingopbrengst aan [eiser in conventie] . Op deze veilingopbrengst houdt Daan Auctions € 4.955,09 aan schade – € 526,95 exclusief BTW aan veilingkosten, € 555,41 exclusief BTW aan misgelopen commissie, € 857,50 exclusief BTW aan extra verrichte werkzaamheden en de acht schadeclaims – in wegens het annuleren van de tweede veiling.
2.12.
Op 24 augustus 2017 laat [eiser in conventie] conservatoir derdenbeslag leggen op de bankrekening van Daan Auctions bij de ING Bank N.V. (hierna: ING Bank) voor een bedrag van € 6.440,00, bestaande uit een hoofdsom van € 4.955,09, buitengerechtelijke incassokosten en rente.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiser in conventie] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Daan Auctions veroordeelt tot betaling aan hem van:
een hoofdsom van € 4.955,09;
€ 750,82 aan buitengerechtelijke incassokosten;
€ 683,00 aan schadevergoeding; en,
e proceskosten, waaronder de beslagkosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Aan deze vordering legt [eiser in conventie] – samengevat – het volgende ten grondslag. Partijen hebben een bemiddelingsovereenkomst gesloten voor twee veilingen. Daan Auctions heeft van de opbrengst van de eerste veiling ten onrechte € 4.955,09 niet uitbetaald. [eiser in conventie] vordert dan ook nakoming van de verbintenis tot uitbetaling van dit deel van de opbrengst van de eerste veiling. Daarnaast heeft Daan Auctions onrechtmatig gehandeld door de tweede veiling te annuleren. De hierdoor geleden schade van € 683,00 moet vergoed worden door Daan Auctions.
3.3.
Daan Auctions betwist het gestelde en voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Daan Auctions vordert – na vermindering van eis – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiser in conventie] veroordeelt:
a. tot betaling aan Daan Auctions van € 100,00 aan schadevergoeding;
het ten laste van Daan Auctions gelegde beslag binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis op te heffen op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat hij daartoe in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,00; en,
in de proceskosten en de nakosten.
3.6.
Aan deze vordering legt Daan Auctions – samengevat – het volgende ten grondslag. In het geval de vorderingen van [eiser in conventie] worden afgewezen, moet het beslag worden opgeheven en komt vast te staan dat [eiser in conventie] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Daan Auctions door conservatoir derdenbeslag te leggen. [eiser in conventie] is dan ook gehouden de daardoor veroorzaakte schade van € 100,00 te vergoeden.
3.7.
[eiser in conventie] betwist het gestelde.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

wie is de contractspartij?
4.1.
Daan Auctions betwist dat [eiser in conventie] de contractspartij is. Daan Auctions contracteert namelijk nooit met particulieren. [eiser in conventie] heeft aangegeven op te treden voor een nader te noemen vennootschap. Dat bleek later NBD Auctions B.V. (hierna: NBD Auctions) te zijn en de overeenkomst is overgegaan op deze vennootschap, zodat dit haar wederpartij is, aldus Daan Auctions. [eiser in conventie] stelt dat hij weliswaar bij het aangaan van de overeenkomst heeft aangegeven dat de overeenkomst over zou gaan op een nog op te richten vennootschap, maar NBD Auctions is niet de vennootschap die [eiser in conventie] bedoelde, waardoor de overeenkomst niet is overgegaan op NBD Auctions, aldus [eiser in conventie] .
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser in conventie] moet worden aangemerkt als de contractspartij van Daan Auctions. [eiser in conventie] heeft bij het aangaan van de overeenkomst meegedeeld dat de overeenkomst overgaat op een nog op te richten vennootschap. De kantonrechter begrijpt dat [eiser in conventie] hiermee heeft gehandeld namens een vennootschap in oprichting. Op grond van artikel 2:203, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is [eiser in conventie] hoofdelijk verbonden totdat de vennootschap na haar oprichting, de rechtshandeling – bestaande uit het sluiten van de overeenkomt – heeft bekrachtigd. De vraag is dan ook of NBD Auctions de door [eiser in conventie] bedoelde vennootschap is en of zij de rechtshandeling heeft bekrachtigd. [eiser in conventie] heeft na een verzoek van Daan Auctions om de gegevens van de door hem bedoelde vennootschap het volgende gemaild: “
ik heb de oprichtingsakte ondertekend, alleen de notarissen werken kennelijk niet zo snel. Pak in de tussentijd maar de gegevens van NBD Auctions BV (…).”Uit deze e-mail valt op te maken dat NBD Auctions niet de nog op te richten vennootschap is die [eiser in conventie] heeft bedoeld bij het aangaan van de overeenkomst; NBD Auctions bestond immers al. Uit deze e-mail valt niet op te maken dat [eiser in conventie] heeft bedoeld de overeenkomst namens NBD Auctions aan te gaan of dat NBD Auctions de overeenkomst heeft overgenomen. Nu niet is gebleken van bekrachtiging of overname door een ander, is [eiser in conventie] – als degene die de overeenkomst is aangegaan – de contractspartij van Daan Auctions.
bevoegdheid tot verrekening?
4.3.
Daan Auctions erkent dat [eiser in conventie] over de opbrengst van de eerste veiling recht heeft op € 9.882,58. Daan Auctions voert echter aan dat zij het door [eiser in conventie] gevorderde deel van de opbrengst van de eerste veiling heeft verrekend met de door haar geleden schade als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis van [eiser in conventie] om op 1 augustus 2017 de kavels van de tweede veiling uit te leveren. Uit de door Daan Auctions overgelegde stukken volgt namelijk dat [eiser in conventie] op 19 juli 2017 zelf 1 augustus 2017 als voorkeur uitleverdatum heeft doorgegeven. Deze datum is vervolgens telefonisch met [eiser in conventie] besproken, op 25 juli 2017 per e-mail aan [e-mailadres] bevestigd en was voor [eiser in conventie] zichtbaar toen hij bood op zijn eigen kavels. Verder heeft [eiser in conventie] op 1 augustus 2017 telefonisch aangegeven niet te willen leveren. Daan Auctions heeft hierdoor schade geleden bestaande uit de extra gemaakte kosten, de schadeclaims en omzetverlies. Deze schade is terecht verrekend met de opbrengst van de eerste veiling, aldus Daan Auctions.
4.4.
[eiser in conventie] betwist dat 1 augustus 2017 als uitleverdatum is overeengekomen en dat de gestelde schade met de opbrengst van de eerste veiling mag worden verrekend. Met Daan Auctions is immers telefonisch besproken dat de kavels op 8 augustus 2017 zouden worden uitgeleverd. De bevestigingse-mail van 25 juli 2017 heeft [eiser in conventie] nooit ontvangen. Verder heeft [eiser in conventie] de uitleverdatum niet gezien bij het bieden op zijn eigen kavels. De uitleverdatum staat immers op een andere pagina. Daarnaast is [eiser in conventie] niet in gebreke gesteld terwijl [eiser in conventie] wel een week later kon uitleveren. Dit heeft hij op 1 augustus 2017 telefonisch gezegd, aldus [eiser in conventie] .
4.5.
Op grond van artikel 6:127, eerste en tweede lid van het BW, gaan beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop teniet in het geval Daan Auctions de bevoegdheid tot verrekening heeft en aan [eiser in conventie] verklaart dat zijn schuld met de vordering op Daan Auctions wordt verrekend. De bevoegdheid tot verrekening bestaat in het geval partijen over en weer iets van elkaar te vorderen hebben en de bevoegdheid bestaat tot zowel het betalen van een schuld als het afdwingen van de betaling van een vordering.
4.6.
Nu Daan Auctions erkent dat [eiser in conventie] over de opbrengst van de eerste veiling recht heeft op € 9.882,58, ligt de vordering van [eiser in conventie] van € 4.955,09 in beginsel voor toewijzing gereed. De vraag is dan ook of Daan Auctions op haar beurt een vordering heeft op [eiser in conventie] . De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. Daarvoor is het volgende van belang.
4.7.
Daan Auctions baseert haar verrekeningsbevoegdheid op de schade die zij zou hebben geleden als gevolg van een schadeplichtige tekortkoming in de nakoming aan de zijde van [eiser in conventie] . Partijen zijn verdeeld over de vraag of hier sprake van is. De kantonrechter is van oordeel dat Daan Auctions voldoende heeft gemotiveerd dat 1 augustus 2017 als uitleverdatum van de kavels is overeengekomen. Uit de toelichting van Daan Auctions en de overgelegde stukken volgt namelijk dat [eiser in conventie] zelf 1 augustus 2017 als voorkeur uitleverdatum heeft opgegeven. Dit heeft [eiser in conventie] niet betwist.
4.8.
De kantonrechter is echter van oordeel dat geen sprake is van een schadeplichtige tekortkoming in de nakoming aan de zijde van [eiser in conventie] . Er is immers niet gebleken dat 1 augustus 2017 een fatale termijn was, dat nakoming niet meer mogelijk was of dat [eiser in conventie] heeft meegedeeld niet alsnog te zullen nakomen, zodat een ingebrekestelling nodig was om verzuim te laten intreden. Zo is uit de door partijen overgelegde e-mails niet af te leiden dat [eiser in conventie] niet alsnog wilde nakomen. Daan Auctions heeft in haar e-mail van 2 augustus 2017 enkel opgemerkt dat [eiser in conventie] op 1 augustus 2017 niet heeft willen nakomen en dat [eiser in conventie] in de veronderstelling was dat 8 augustus 2017 was overeengekomen. Waarom uitlevering niet alsnog op 8 augustus 2017 had kunnen plaatsvinden, heeft Daan Auctions onvoldoende toegelicht. Niet in discussie is dat Daan Auctions geen ingebrekestelling aan [eiser in conventie] heeft gestuurd, waardoor [eiser in conventie] niet in verzuim is geraakt en hij ook niet schadeplichtig is. Als op 8 augustus 2017 alsnog was uitgeleverd, had de veiling niet geannuleerd hoeven te worden (€ 857,50 exclusief BTW aan extra verrichte werkzaamheden), was Daan Auctions ook geen commissie (€ 555,41 exclusief BTW) misgelopen en hadden de veilingkosten (€ 526,95 exclusief BTW) verrekend kunnen worden met de opbrengst. Dit leidt tot de conclusie dat Daan Auctions ten aanzien van deze gestelde schade geen vordering heeft op [eiser in conventie] en het verrekeningsverweer daardoor niet slaagt.
4.9.
Het voorgaande ligt anders voor de gestelde schade bestaande uit de schadeclaims van de kopers (€ 2.155,26), al leidt dat uiteindelijk niet tot een andere conclusie. In het geval deze schadeclaims aan te merken zijn als schade van Daan Auctions geldt dat nakoming blijvend onmogelijk is omdat deze schade niet kan worden weggenomen door op een later moment alsnog na te komen (zie bijvoorbeeld het arrest van de Hoge Raad van 4 februari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4732). Ten aanzien van de schadeclaims zou [eiser in conventie] dan ook in verzuim en in beginsel schadeplichtig zijn. Partijen zijn echter verdeeld over de vraag of de schadeclaims van de kopers ook als schade van Daan Auctions zijn aan te merken.
4.10.
[eiser in conventie] voert aan dat Daan Auctions niet gehouden was om de schadeclaims uit te betalen aangezien zij geen partij is bij de overeenkomst tussen [eiser in conventie] en de kopers. Er is dan ook geen juridische grondslag voor deze betaling. Als de kopers hun schade zouden willen verhalen op [eiser in conventie] , dan stond het hun vrij om dit te doen via andere wegen zoals het opstarten van een juridische procedure. Daan Auctions had de kopers ook kunnen doorverwijzen naar [eiser in conventie] en dan had hij het met de kopers kunnen oplossen, aldus [eiser in conventie] .
4.11.
Daan Auctions stelt dat de kopers recht hebben op een vergoeding van hun kosten omdat zij deze door toedoen van [eiser in conventie] voor niets hebben gemaakt. Daan Auctions hanteert een uurtarief van € 75,00 tot € 175,00 voor alle extra werkzaamheden. Als Daan Auctions over de schadeclaims zou gaan onderhandelen met de kopers, zou dit leiden tot hogere personeelskosten, die [eiser in conventie] had moeten vergoeden waardoor hij uiteindelijk minder uitgekeerd had gekregen, aldus Daan Auctions.
4.12.
De kantonrechter overweegt dat Daan Auctions – zoals ook volgt uit artikel 2.1 van haar algemene voorwaarden – geen partij is bij de koopovereenkomst tussen de kopers en [eiser in conventie] . Het is de kantonrechter dan ook onduidelijk wat de juridische grondslag zou moeten zijn op grond waarvan Daan Auctions gehouden was de schade van de kopers te vergoeden. De stelling dat het onderhandelen over de schadeclaims met de kopers tot hogere personeelskosten zou leiden, overtuigt niet. Daan Auctions was immers niet gehouden om met de kopers te onderhandelen. Daan Auctions had de kopers ook naar [eiser in conventie] kunnen doorverwijzen. Niet valt in te zien dat het enkel doorverwijzen zou leiden tot aanzienlijke personeelskosten. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Daan Auctions, voor zover zij kennelijk onverplicht de schadeclaims van de kopers (€ 2.155,26) heeft uitbetaald, zij de rekening daarvoor niet bij [eiser in conventie] kan neerleggen. Deze schadeclaims zijn dan ook niet aan te merken als door Daan Auctions geleden schade. Dat Daan Auctions deze schadeclaims wel heeft uitbetaald, maakt dit niet anders. Het beroep op verrekening ten aanzien van de schadeclaims strandt dan ook op het gebrek aan een te verrekenen vordering van Daan Auctions op [eiser in conventie] .
conclusie
4.13.
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat het beroep op verrekening van Daan Auctions niet slaagt. Dit houdt in dat de vordering van [eiser in conventie] tot betaling van € 4.955,09 wordt toegewezen.
gevorderde schadevergoeding
4.14.
[eiser in conventie] vordert ook € 683,00 aan schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad omdat Daan Auctions zonder rechtsgrond de overeenkomsten tussen hem en de kopers zou hebben geannuleerd. Ter zitting heeft [eiser in conventie] echter erkend dat hij geen schade heeft geleden. Dit betekent dat deze vordering wordt afgewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
4.15.
[eiser in conventie] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 750,82. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Voor de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten op grond van het Besluit is volgens rechtspraak van de Hoge Raad niet relevant welke incassohandelingen zijn verricht, als deze maar zijn verricht (zie bijvoorbeeld het arrest van 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1405). De kantonrechter stelt vast dat [eiser in conventie] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Zo is op 3 augustus 2017 een brief door een incassobureau aan Daan Auctions gestuurd. Verder komt het gevorderde bedrag overeen met het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal het gevorderde bedrag dan ook toewijzen.
in reconventie
onrechtmatig beslag?
4.16.
Daan Auctions vordert opheffing van het beslag op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag met een maximum van € 25.000,00. Ook vordert Daan Auctions een verklaring voor recht dat [eiser in conventie] onrechtmatig heeft gehandeld door conservatoir derdenbeslag te leggen. Daarnaast vordert Daan Auctions schadevergoeding ter hoogte van € 100,00 wegens onrechtmatig gelegd beslag.
4.17.
Nu in conventie is geoordeeld dat de vordering van [eiser in conventie] , waarvoor hij beslag heeft gelegd, gegrond is, is van onrechtmatig beslag geen sprake. Dit betekent dat de vorderingen van Daan Auctions moeten worden afgewezen.
in conventie en reconventie
proceskosten
4.18.
Daan Auctions wordt als de in het ongelijk gestelde partij in conventie en reconventie in de proceskosten van [eiser in conventie] veroordeeld. Deze kosten worden begroot op € 1.223,26, bestaande uit:
- conventie:
o € 103,11 aan explootkosten voor betekening van de dagvaarding;
o € 203,96 aan explootkosten voor betekening van het beslag aan ING Bank;
o € 88,19 aan explootkosten voor overbetekening van het beslag aan Daan Auctions;
o € 78,00 aan griffierecht voor het leggen van beslag; en,
o € 500,00 aan salaris gemachtigde (2 x 1 punt à tarief van € 250,00).
- reconventie (gelet op de samenhang met de conventie):
o € 250,00 aan salaris gemachtigde (2 x 0,5 punt à tarief van € 250,00).
nakosten
4.19.
Ook wordt Daan Auctions veroordeeld in de nakosten, op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
veroordeelt Daan Auctions tot betaling aan [eiser in conventie] van een hoofdsom van € 4.955,09 en € 750,82 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.2.
veroordeelt Daan Auctions in de proceskosten in conventie, aan de zijde van [eiser in conventie] tot op heden begroot op € 973,26, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
in reconventie
5.3.
wijst de vorderingen van Daan Auctions af;
5.4.
veroordeelt Daan Auctions in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van [eiser in conventie] tot op heden begroot op € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
in conventie en reconventie
5.5.
veroordeelt Daan Auctions in de nakosten ter hoogte van € 205,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en het vonnis vervolgens wordt betekend, met € 68,00 en de explootkosten van betekening;
5.6.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de onderdelen 5.1, 5.2, 5.4 en 5.5. uitvoerbaar bij voorraad; en,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. Moussaoui, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2018.