ECLI:NL:RBAMS:2018:3422

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 april 2018
Publicatiedatum
17 mei 2018
Zaaknummer
6535364 / CV EXPL 17-29180
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom, wettelijke rente en incassokosten in het kader van een resale agreement

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap TOURS AND TICKETS B.V. en een gedaagde, die procedeerde in persoon. De eiseres, TOURS AND TICKETS B.V., vorderde betaling van een hoofdsom van € 6.649,22, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering was gebaseerd op een 'resale agreement' die op 1 februari 2017 was gesloten, waarbij TOURS AND TICKETS B.V. toegangsbewijzen voor bezienswaardigheden in Amsterdam aan de gedaagde leverde. De gedaagde had de facturen, die in totaal € 6.649,22 bedroegen, niet betaald.

De kantonrechter overwoog dat de hoofdsom niet werd betwist en dat de gedaagde geen relevante argumenten had aangedragen om de vordering te weerleggen. De kantonrechter wees de hoofdsom van € 6.649,22 toe, evenals de gevorderde wettelijke handelsrente van € 237,77 tot en met 28 november 2017 en de wettelijke rente vanaf 29 november 2017. Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten van € 707,46 en de proceskosten van € 1.058,30 aan de zijde van TOURS AND TICKETS B.V. toegewezen. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: 6535364 / CV EXPL 17-29180
vonnis van de kantonrechter van 13 april 2018 in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TOURS AND TICKETS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E. Holthuizen.
t e g e n
[gedaagde] , h.o.d.n. [naam bedrijf],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna Tours and Tickets en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 november 2017, met producties;
  • het proces-verbaal van mondeling antwoord van 22 december 2017;
  • het tussenvonnis van 5 januari 2018, waarbij is bepaald dat schriftelijk wordt voortgeprocedeerd; en,
  • de conclusie van repliek, met producties.
1.2.
Hoewel daartoe bij brief van de griffier van 16 februari 2018 in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] geen conclusie van dupliek genomen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tours and Tickets levert toegangsbewijzen voor bezienswaardigheden in Amsterdam aan derden die deze toegangsbewijzen op hun beurt verkopen aan toeristen.
2.2.
Op 1 februari 2017 sluiten Tours and Tickets en [gedaagde] een zogenoemde ‘resale agreement’ waarin wordt overeengekomen dat Tours and Tickets in opdracht en voor rekening van [gedaagde] toegangsbewijzen levert. Geleverde toegangsbewijzen worden achteraf door Tours and Tickets aan [gedaagde] gefactureerd en de facturen moeten binnen veertien dagen betaald worden.
2.3.
Tours and Tickets factureert in de periode van maart tot en met juni 2017 een totaal bedrag van € 6.649,22 aan [gedaagde] voor geleverde toegangsbewijzen. Het totaal bedrag is opgebouwd uit facturen van 31 maart 2017 à € 672,50, 30 april 2017 à € 2.471,09, 31 mei 2017 à € 2.277,55 en 30 juni 2017 à € 1.228,08. Voornoemde facturen blijven onbetaald.

3.Het geschil

3.1.
Tours and Tickets vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan haar van:
een hoofdsom van € 6.649,22, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vanaf 28 november 2017 tot aan de dag van algehele betaling;
€ 237,77 aan berekende rente tot en met 28 november 2017;
€ 707,46 aan buitengerechtelijke incassokosten; en,
e proceskosten.
3.2.
Aan deze vordering legt Tours and Tickets – samengevat – het volgende ten grondslag. Op grond van de overeenkomst met [gedaagde] heeft Tours and Tickets in de periode van maart tot en met juni 2017 toegangsbewijzen aan [gedaagde] geleverd. De hiervoor aan [gedaagde] verstuurde facturen met een totaal bedrag van € 6.649,22 zijn onbetaald gebleven. Tours and Tickets vordert nakoming van de verbintenis tot betaling van voornoemd bedrag.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

hoofdsom

4.1.
Op grond van artikel 3:296, eerste lid, van het BW kan de kantonrechter in het geval [gedaagde] verplicht is iets te betalen aan Tours and Tickets, bijvoorbeeld doordat partijen dit zijn overeengekomen, hem daartoe veroordelen tenzij uit de wet, uit de aard van de verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt. De kantonrechter overweegt dat partijen zijn overeengekomen dat Tours and Tickets tegen betaling toegangsbewijzen voor bezienswaardigheden in Amsterdam aan [gedaagde] levert. Tours and Tickets heeft in de periode van maart tot en met juni 2017 toegangsbewijzen geleverd aan [gedaagde] en een totaal bedrag van € 6.649,22 gefactureerd. Op grond van de overeenkomst is [gedaagde] verplicht dit bedrag te betalen en dit heeft hij nagelaten. [gedaagde] heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de vordering tot nakoming van de overeengekomen verbintenis tot betaling van de facturen niet kan worden toegewezen. Integendeel zelfs, [gedaagde] erkent zaken te hebben gedaan met Tours and Tickets, is bereid in ieder geval een deel van de vordering te betalen en wilde graag een regeling met Tours and Tickets treffen. Hieruit volgt dat de vordering niet wordt betwist. Op grond van het voorgaande wijst de kantonrechter de gevorderde hoofdsom van € 6.649,22 toe.
wettelijke handelsrente
4.2.
Tours and Tickets vordert € 237,77 aan berekende wettelijke handelsrente over de hoofdsom tot en met 28 november 2017. Ook vordert Tours and Tickets de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 28 november 2017 tot aan de dag van algehele betaling. De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 6:119a, eerste lid, van het BW de wettelijke handelsrente kan worden toegewezen met ingang van de dag volgend op de dag die is overeengekomen als de uiterste dag van betaling tot en met de dag waarop de schuldenaar de geldsom heeft voldaan. Uit 2.2. volgt dat [gedaagde] de in 2.3. genoemde facturen binnen veertien dagen had moeten betalen. [gedaagde] heeft dit nagelaten. Ook heeft [gedaagde] niets aangevoerd tegen de gevorderde rente. Gelet hierop wordt € 237,77 aan gevorderde berekende wettelijke handelsrente tot en met 28 november 2017 toegewezen. De gevorderde rente vanaf 28 november 2017 wordt toegewezen vanaf 29 november 2017 omdat anders tweemaal de rente over dezelfde dag (28 november 2017) zou worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
4.3.
Tours and Tickets maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 707,46. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Voor de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten op grond van het Besluit is volgens rechtspraak van de Hoge Raad niet relevant welke incassohandelingen zijn verricht, als deze maar zijn verricht (zie bijvoorbeeld het arrest van 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1405).
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] geen consument is en dat Tours and Tickets voldoende heeft gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Zo volgt uit de overgelegde stukken dat er in ieder geval één brief is verstuurd op 21 september 2017 en dat in de daaropvolgende week met [gedaagde] is gemaild over de vordering. Verder komt het gevorderde bedrag overeen met het in het Besluit bepaalde tarief. [gedaagde] voert aan dat het niet terecht is dat hij dit bedrag moet betalen. Het is de kantonrechter echter onduidelijk waarom dit onterecht zou zijn. In het geval [gedaagde] heeft bedoeld dat deze kosten niet terecht zijn omdat hij in de maanden voor de dagvaarding heeft gevraagd om een betere specificatie van de facturen en die niet heeft gekregen, overweegt de kantonrechter als volgt. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd op het moment dat een opeisbare factuur niet is betaald en vervolgens incassohandelingen zijn verricht. Het vragen om een nadere specificatie van de facturen maakt het voorgaande niet anders. De kantonrechter zal de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten dan ook toewijzen.
proceskosten
4.5.
[gedaagde] voert ook ten aanzien van de proceskosten aan dat het niet terecht is dat hij deze moet betalen. De kantonrechter overweegt dat uit artikel 237, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt dat de in het ongelijk gestelde partij in beginsel in de proceskosten wordt veroordeeld. [gedaagde] heeft geen omstandigheden aangevoerd die dit anders maken, zoals bijvoorbeeld dat er nodeloos kosten zijn gemaakt. [gedaagde] wordt dan ook als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Tours and Tickets veroordeeld. Deze kosten worden begroot op € 1.058,30, bestaande uit:
  • € 88,30 aan explootkosten;
  • € 470,00 aan griffierecht; en,
  • € 500,00 aan salaris gemachtigde (2,0 punten x tarief van € 250,00 per punt).
nakosten
4.6.
Ook wordt [gedaagde] veroordeeld in de nakosten, op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Tours and Tickets van € 6.649,22, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a van het BW vanaf 29 november 2017 tot aan de dag van algehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Tours and Tickets van de wettelijke rente over de hoofdsom tot en met 28 november 2017 van € 237,77;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de buitengerechtelijke incassokosten, aan de zijde van Tours and Tickets tot op heden begroot op € 707,46;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Tours and Tickets tot op heden begroot op € 1.058,30;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten ter hoogte van € 131,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met € 68,00 en de explootkosten van betekening onder de voorwaarde dat niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en het vonnis vervolgens wordt betekend;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; en,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. Moussaoui, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2018.