Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
1. de stichting Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam
2. [gedaagde sub 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Het beleid van het bestuur is erop gericht over zodanige middelen te beschikken dat de indexatie in de toekomst, ondanks de uitdrukkelijke voorwaardelijkheid, met redelijke mate van zekerheid kan plaatsvinden.(…)Voor de nominale aanspraken dient een zeer grote mate van veiligheid te worden aangehouden. Dit wordt bereikt indien de middelen een omvang hebben die voldoende is in 99% van de onderzochte scenario’s. Gezien het voorwaardelijke karakter van de toezegging tot indexering mag voor de geïndexeerde aanspraken een wat lagere veiligheidsgrens worden aangehouden. Derhalve wordt uitgegaan van een grens die ligt op 95% van de onderzochte scenario’s.In de ABTN 2011 van PMA is op dit punt het volgende opgenomen:
Het beleid van het bestuur is er (…) op gericht over zodanige middelen te beschikken dat de toeslagverlening in de toekomst, ondanks de uitdrukkelijke voorwaardelijkheid, met redelijke mate van zekerheid kan worden gerealiseerd.
Aan (…) DNB is gemeld, dat Pensioenfonds Mercurius Amsterdam per 30 juni 2008 volgens de normen van het Financieel Toetsingskader (FTK) een reservetekort had. Het vereist eigen vermogen volgens het FTK bedroeg per 31 december 2007 129,6, terwijl de dekkingsgraad per 30 juni 2008 128,5 % bedroeg. In verband met dit reservetekort dient een lange-termijn herstelplan te worden ingediend bij DNB. In dit plan dient te worden aangegeven, hoe het pensioenfonds uiterlijk binnen 15 jaar denkt het eigen vermogen op peil te krijgen.
Ultimo 2008 bedraagt de verwachte dekkingsgraad van het pensioenfonds 85,3%. Het vereist vermogen van het pensioenfonds bedraagt 124,8%, wat betekent dat het fonds ultimo 2008 nog steeds in een situatie van reservetekort verkeert. (…) Op grond van artikel 140 van de Pensioenwet en conform de richtlijnen die De Nederlandsche Bank heeft gesteld doen wij u hierbij het kortetermijnherstelplan van de Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam toekomen. Dit kortetermijnherstelplan dient tevens te worden beschouwd als actualisering van het langetermijnherstelplan. Dit geïntegreerde herstelplan voorziet in de opheffing van zowel het dekkingstekort als van het reservetekort binnen de daarvoor gestelde (resterende) termijnen.In het kortetermijnherstelplan staat onder meer:
Dat wil zeggen, in dit kortetermijnherstelplan heeft het bestuur uitgewerkt hoe uiterlijk binnen vijf jaar wordt voldaan aan artikel 131 van de Pensioenwet, waarbij:a. de kans op herstel verbetert;b. de risico’s voor de aanspraak- en pensioengerechtigden niet toenemen; enc. de kans op toeslagenverlening niet negatief wordt beïnvloedt. (…)Met toepassing van het huidige beleidskader en rekening houdend met de extra storting van € 4 miljoen door de gezamenlijke aangesloten ondernemingen wordt naar verwachting binnen een periode van 5 jaar het dekkingstekort opgeheven. Daarnaast wordt eveneens, naar verwachting, binnen een periode van 15 jaar het vereist eigen vermogen bereikt.
▪ Doel van deze ALM-studie is te komen tot een invulling van het strategische beleggingsbeleid- beleggingsmix- mate van renterisico afdekking(…)Conclusies▪ Renterisico is voor het pensioenfonds de grote risicocomponent▪ Renterisico heeft een groter effect op het totale risico dan een verschuiving in de beleggingsmix (…)▪ Aangezien het renterisico naar verwachting een onbeloond risico is, adviseren wij op strategisch niveau het renterisico voor een groot deel af te dekken.(…)▪ Mercurius is momenteel voor circa 20% afgedekt voor renterisico
Hierbij sturen we in concept versie onze bevindingen en adviezen voor de nieuwe beleggingsparagraaf van de ABTN. (…)Het huidige beleid om het renterisico niet af te dekken zorgt voor de grootste schommelingen in de dekkingsgraad van de portefeuille, ofwel het verschil tussen de ontwikkeling van de beleggingen ten opzichte van de verplichtingen. Het is daarom een belangrijke actieve keuze in het beleggingsbeleid. In dit memo stellen we voor om strategisch 50% en minimaal 40% van de verplichtingen in te dekken middels een vastrentende portefeuille om de schommelingen in de dekkingsgraad te beperken. We stellen voor om voor het einde van het jaar de gehele portefeuille op hoofdlijnen in lijn te brengen met het nieuwe beleggingsbeleid. Dit betekent onder meer dat minimaal 40% van de verplichtingen gedekt moeten zijn met vastrentende waarden.
Risicoparagraaf (…)Op basis van het maximaal aanvaardbare risico, heeft het bestuur ervoor gekozen de duration-mismatch in 2007 tussen beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds te verkleinen.(…)
Gegeven bovenstaande constateringen over het vastgestelde beleggingsbeleid en de wijze waarop u daarmee omgaat, past het beleggingsbeleid naar mijn mening niet binnen het prudent-person beginsel. Ik zal dit telefonisch melden aan DNB.
Verslag verantwoordingsorgaan
De feitelijke beleggingsmix ultimo 2008 valt binnen de in de ABTN opgenomen bandbreedtes. Het fonds heeft ervoor gekozen het renterisico niet af te dekken.
In het rapport van de certificerend actuaris over 2009 staat onder meer:
Het renterisico van de verplichtingen wordt door de vastrentende waarden portefeuille voor ongeveer 20% afgedekt. Er is geen additionele afdekking om de neerwaartse risico’s in de dekkingsgraad te beperken. In ons telefonisch gesprek is aangegeven dat hieraan een rentevisie ten grondslag ligt. Telefonisch is aangegeven dat bij een eventuele stijging van de rente in de toekomst kan worden overwogen om het renterisico af te dekken.Aanbeveling:Wij adviseren eventuele gevolgen van het niet uitkomen van de rentevisie in kaart te brengen en met de sponsor af te stemmen. (…)En het rapport van de certificerend actuaris over 2010 vermeldt onder meer:
Acties pensioenfonds Mercurius naar aanleiding van aandachtspunten 2009(…)De rentevisie is in kaart gebracht alsmede een staffel bij welke rentestand renteafdekking zou moeten worden overwogen.(…)Het bestuur heeft in 2010 een Asset Liability Management (ALM) studie laten uitvoeren, waarin onder andere het afdekken van het renterisico is onderzocht. Mede door de naar mening van de beleggingscommissie mindere bruikbaarheid van deze studie en de lage rente, heeft dit niet geleid tot concrete acties. Wij maken u attent op de gevoeligheid van de dekkingsgraad voor de rente.
Verantwoordingsorgaan(…)In 2011 zijn de aanbevelingen uit diverse onderzoeken (…) door het bestuur opgepakt. Het VO vindt dit een goede zaak. Hierbij zijn ook wijzigingen doorgevoerd in het algemene beleggingsbeleid en het rentebeleid. Het VO stelt vast dat het bestuur in 2011 zelfstandig de beleggingen heeft beheerd (overigens met ondersteuning van een adviseur van [naam N.V.] ). Kern daarbij was de gedachte dat het fonds een jong fonds is, dat lange termijn herstelmogelijkheden heeft en een “anti cyclisch” beleggingsstrategie. Het vastgestelde rentebeleid is in 2011 door het bestuur gevolgd. In het rentebeleid is volgens het VO in onvoldoende mate rekening gehouden met de huidige voorschriften omtrent de bepaling van de technische voorzieningen. Mede hierdoor is eind 2011 sprake van een sterk toegenomen dekkingstekort.
Er is een bewuste keuze gemaakt om het renterisico niet af te dekken. Eventuele renteafdekking is geformuleerd op basis van een staffel.(…)Op basis van de bij ons aanwezige gegevens is er geen aanleiding te veronderstellen dat het beleggingsbeleid bij het pensioenfonds in strijd is met het prudent person beginsel. Wij nemen hierbij in ogenschouw dat het pensioenfonds zich in een transitietraject bevindt waarbij het risicomanagement sterk aan het verbeteren is. Wij gaan ervan uit dat in 2012 dit transitietraject voltooid is.
Verslag Verantwoordingsorgaan(…)Het verantwoordingsorgaan is van mening dat het fonds in 2012 op adequate wijze is bestuurd. Voor zover wij hebben kunnen vaststellen is het bestuur bij de besluitvorming over belangrijke vraagstukken, zoals de toekomst van het fonds, het beleggingsbeleid en de noodzakelijke herstelmaatregelen, zorgvuldig te werk gegaan. Daarnaast constateren wij dat de meeste aanbevelingen die wij vorig jaar hebben gedaan adequaat zijn opgevolgd. (…)Medio 2012 werd duidelijk dat de verschillende werkgevers definitief het voornemen hadden om de uitvoering van de pensioenregelingen niet meer bij PMA te laten plaatsvinden. Naar aanleiding daarvan heeft het bestuur van PMA besloten om het beleggingsbeleid drastisch aan te passen. Eind 2012 en begin 2013 heeft daardoor een verdere indekking van het renterisico plaatsgevonden, is de samenstelling van de beleggingen gewijzigd en het beheer voor een groot deel ondergebracht bij een externe vermogensbeheerder.(…)Risicoparagraaf(…)
vordering en verweer
1. De beleggingsplannen 2007-2012;
2. Het rapport van februari 2011 van de commissie transparantie vermogensbeheer;
3. De notulen van de bestuursvergaderingen van 12 maart 2010 en 7 september 2010;
beoordeling
1. Een pensioenfonds voert een beleggingsbeleid dat in overeenstemming is met de prudent-person regel en met name gebaseerd is op de volgende uitgangspunten:
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ter waarborging van het prudente beleggingsbeleid nadere regels gesteld.
3. De (…) regels die op grond van het tweede lid worden gesteld ten aanzien van de diversificatie van waarden zijn niet van toepassing op beleggingen in staatsobligaties.
1. De waarden worden op zodanige wijze belegd dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel zijn gewaarborgd.
2. Waarden die ter dekking van de technische voorzieningen worden aangehouden, worden belegd op een wijze die strookt met de aard en de duur van de verwachte toekomstige pensioenuitkeringen.
(…)
5. De waarden worden naar behoren gediversifieerd zodat een bovenmatige afhankelijkheid van of vertrouwen in bepaalde waarden, of een bepaalde emittent van waarden of groep van ondernemingen en risicoaccumulatie in de portefeuille als geheel worden vermeden. (…)
Ook op deze grond zijn de vorderingen dus niet toewijsbaar.
BESLISSING
€ 68,00 aan kosten voor betekening onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;