In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 februari 2018 uitspraak gedaan over de afwijzing van een Wajong-uitkering aan een in Spanje woonachtige vrouw met de Nederlandse nationaliteit. De vrouw, hierna aangeduid als eiseres, had op 18 april 2017 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) was afgewezen. Het UWV stelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de uitkering, omdat zij nooit in Nederland had gewoond en dus niet als ingezetene kon worden aangemerkt. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 18 januari 2018 heeft eiseres zich telefonisch afgemeld, terwijl het UWV vertegenwoordigd was door haar gemachtigde. Eiseres voerde aan dat zij wel degelijk recht had op de Wajong-uitkering, omdat zij in Spanje woonde, wat volgens haar gelijkgesteld moest worden aan wonen in Nederland, gezien Spanje een EU-lidstaat is. Daarnaast stelde zij dat haar medische klachten, die zij al op haar achttiende had, haar recht gaven op de uitkering, en dat er sprake was van een hardheidsclausule.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de Wajong-uitkering, omdat zij nooit in Nederland had gewoond en dus niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van het UWV terecht was, en dat de argumenten van eiseres niet opgingen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht had op de gevraagde uitkering.