ECLI:NL:RBAMS:2018:7731

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2018
Publicatiedatum
30 oktober 2018
Zaaknummer
6978327 CV EXPL 18-12858
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van parkeerkosten door Q-Park afgewezen wegens onduidelijkheid in algemene voorwaarden en instructie van medewerker

In deze zaak vorderde Q-Park Operations Netherlands II B.V. betaling van parkeerkosten van een motorrijder die zonder te betalen een parkeergarage had verlaten. De motorrijder, aangeduid als [gedaagde], had op 13 september 2017 zijn motor in de parkeergarage geparkeerd en was zonder een uitrijkaartje te hebben ingevoerd de garage uitgereden. Q-Park stelde dat de motorrijder zich schuldig had gemaakt aan 'treintje rijden', een overtreding van de algemene voorwaarden van de parkeergarage. Tijdens de comparitie op 25 september 2018 gaven beide partijen hun standpunten weer, waarbij [gedaagde] aanvoerde dat hij instructies had gekregen van een medewerker van Q-Park om om de slagboom heen te rijden en dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om te betalen voor het parkeren van zijn motor.

De kantonrechter oordeelde dat Q-Park niet voldoende had aangetoond dat [gedaagde] op de hoogte was van de betalingsverplichting. De algemene voorwaarden waren onduidelijk, vooral omdat motoren niet expliciet werden genoemd en bromscooters kosteloos gebruik mochten maken van de parkeervoorzieningen. De rechter concludeerde dat de instructie van de Q-Park medewerker in strijd was met de algemene voorwaarden en dat [gedaagde] niet had hoeven betalen. Daarom werd de vordering van Q-Park afgewezen en werd Q-Park veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden begroot omdat [gedaagde] zonder gemachtigde procedeerde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6978327 CV EXPL 18-12858
vonnis van: 26 oktober 2018

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Q-Park Operations Netherlands II B.V.
gevestigd te Maastricht
eiseres
nader te noemen: Q-Park
gemachtigde: mr. C.F.P.M. Spreksel, ter zitting vertegenwoordigd door L.J.W. Godding
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 31 mei 2018 met producties;
  • het proces-verbaal van het mondelinge antwoord ter terechtzitting;
- de aanvullende producties van [gedaagde] ;
- het instructievonnis van 23 juli 2018 waarin een comparitie is bepaald.
- de akte van depot van 6 september 2018 (dvd).
De comparitie is gehouden op 25 september 2018. Q-Park is verschenen bij de gemachtigde. [gedaagde] is verschenen vergezeld door zijn zus. Partijen hebben vragen van de kantonrechter beantwoord en inlichtingen verstrekt. Ten slotte is vonnis gevraagd. Vonnis is bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
Q-Park exploiteert en beheert parkeeraccommodaties waar klanten tegen betaling kunnen parkeren, onder meer de parkeergarage Amsterdam-Centrum-Oost.
1.2.
Boven de parkeergarage bevindt zich een onderwijsinstelling.
1.3.
[gedaagde] volgde, in ieder geval in 2017, onderwijs aan voornoemde instelling.
1.4.
Op 13 september 2017 heeft [gedaagde] zijn motor in de parkeergarage geparkeerd.
1.5.
Op voornoemde datum is [gedaagde] op of omstreeks 18:10 uur met zijn motor de parkeergarage uitgereden zonder een uitrijkaartje in te voeren. Een en ander is vastgelegd door een van de in de parkeergarage aanwezige camera’s. Op de beelden is tevens te zien dat achter [gedaagde] zich twee scooterrijders bevinden die eveneens uitrijden via dezelfde weg zonder een uitrijkaartje in te voeren.
1.6.
In de parkeergarage kunnen scooters parkeren zonder daarvoor parkeerkosten te hoeven betalen. De motoren en scooters parkeren in hetzelfde deel van de parkeergarage.
1.7.
In ieder geval na het incident onder 1.4 opgenomen heeft Q-Park een bord bij de ingang geplaatst waarop onder meer is vermeld:
‘Motorrijders dienen ook een parkeerticket te nemen’
1.8.
Artikel 4.1 en 4.3 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden Parkeren (hierna: de Algemene Voorwaarden) van Q-Park luiden:
4.1 Een persoon en/of voertuig is slechts bevoegd de parkeerfaciliteit binnen te komen met een geldig parkeerbewijs.
4.3 Tot de parkeerfaciliteit worden uitsluitend toegelaten personenauto’s en bedrijfsauto’s met een maximale lengte van 4,80m. een maximale wielbasis van 1,90 m., een maximaal gewicht van 2.800 kg en met een maximaal bij de ingang aangegeven hoogte (…)
1.9.
In artikel 6.3 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden Parkeren (hierna: de Algemene Voorwaarden) is bepaald dat het zonder voorafgaande betaling van het verschuldigde parkeergeld met het voertuig verlaten van de parkeerfaciliteit, bijvoorbeeld door middel van het zogenoemde “treintje rijden”, waarbij de parkeerder direct achter zijn voorganger onder de slagboom doorrijdt, onder geen beding is toegestaan. In dit artikel is opgenomen dat in geval van overtreding van deze bepaling de parkeerder (eenmaal/tweemaal/driemaal) het tarief “verloren kaart” verschuldigd is, vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding van € 300,00.

Vordering en verweer

2. Q-Park vordert bij dagvaarding, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
a. € 360,00 aan hoofdsom;
b. € 54,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. de wettelijke rente over de bedragen onder a. en c. met ingang van 13 september 2017
tot aan de voldoening;
d. de proceskosten.
3. Aan deze vordering legt Q-Park ten grondslag dat [gedaagde] zich schuldig heeft gemaakt aan treintje rijden en dat hij aldus op een onrechtmatige wijze gebruik heeft gemaakt van de parkeergarage van Q-Park. Ondanks sommatie daartoe heeft [gedaagde] de vordering niet voldaan.
4. [gedaagde] voert gemotiveerd verweer en voert – kort gezegd – aan dat hij met zijn motor naar school reed. De motor mocht hij niet naast/achter de school parkeren. Een medewerker van Q-Park, gekleed in een rood/zwarte jas met een Q-Park logo gaf hem de instructie om om de slagboom heen te rijden en de motor te parkeren op de plek voor motoren en scooters. Bij het inrijden werd meegedeeld dat ook bij het uitrijden om de slagboom heen moest worden gereden. De plek om de garage in te rijden verschilt voor motoren niet van die van scooters (of auto’s). Er is enkel een aparte ingang voor fietsers. Vanaf het moment dat hij door Q-Park op de hoogte werd gebracht dat hij de motor niet kosteloos mocht parkeren heeft hij geen gebruik gemaakt van de parkeerfaciliteiten van Q-Park. Het bord waarvan [gedaagde] een foto in het geding heeft gebracht is daarna geplaatst.
5. De stellingen en verweren van partijen komen voor zover van belang bij de beoordeling aan de orde.

Beoordeling

6. Q-Park betwist niet dat motoren en scooters niet bij de boven de garage gelegen onderwijsinstelling mogen parkeren. Vast staat dat bromscooters kosteloos gebruik mogen maken van de parkeerfaciliteiten van Q-Park. Tevens staat vast dat bromscooters en motoren gebruik maken van dezelfde parkeerplaats. Ook staat vast dat het door [gedaagde] aangeduide bord pas na medio september 2017 is geplaatst, zodat [gedaagde] ook niet via deze wijze ervan op de hoogte had dienen te zijn dat hij een parkeerticket nodig had en diende te betalen voor het parkeren van zijn motor. Niet weersproken is, anders dan in algemene termen, de stelling van [gedaagde] dat een medewerker van Q-Park hem instructie heeft gegeven om bij het inrijden en uitrijden om de slagboom heen te rijden. In ieder geval kan vastgesteld worden dat scooters via dezelfde uitgang, om de slagboom heen rijdend, de parkeergarage verlaten. Dat scooters via een andere ingang dan auto’s en motoren de parkeergarage inkomen, zoals door Q-Park is gesteld, is door [gedaagde] weersproken en gelet op het voorgaande (in en uitrijden scooters en motoren via dezelfde uitgang, parkeren op dezelfde plek) is er meer aanleiding uit te gaan van de stellingen van [gedaagde] op dit punt dan die van Q-Park. [gedaagde] is op de hoogte van de feitelijke situatie. De gemachtigde van Q-Park heeft, naar de kantonrechter begrijpt, enkel telefonisch contact gehad met Q-Park over de situatie ter plekke.
7. Dat [gedaagde] een kaartje had dienen te kopen volgt, anders dan Q-Park stelt, daarnaast niet logischerwijs uit de algemene voorwaarden. Artikel 4.1 handelt weliswaar over voertuigen echter in artikel 4.3 worden motoren niet vermeld. De formulering van artikel 4.3 kan in combinatie met artikel 4.1 voor verwarring bij de lezer zorgen. Dit temeer nu bromscooters bij deze parkeergarage geen parkeerkosten hoeven te voldoen. Indien er onduidelijkheid bestaat over de uitleg van de algemene voorwaarden dienen deze ten nadele van de gebruiker daarvan, in casu Q-Park, te worden uitgelegd. Daarnaast is, zoals overwogen, de instructie van de Q-Park medewerker in strijd met de (door Q-Park voorgestane) uitleg van de algemene voorwaarden en is het verweer van [gedaagde] op dit punt onvoldoende weersproken. Q-Park kan gelet daarop geen beroep doen op haar algemene voorwaarden op dit punt.
8. Dat betekent dat het verweer van [gedaagde] slaagt en de vordering wordt afgewezen. Gelet daarop wordt Q-Park in de kosten van het geding veroordeeld, begroot op nihil omdat [gedaagde] zonder gemachtigde procedeert.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Q-Park in de proceskosten die aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot worden op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.