ECLI:NL:RBAMS:2018:8664
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering urgentieverklaring woningtoewijzing op basis van tijdelijke huurovereenkomst en verwijtbaar gedrag
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 november 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van eiseres tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om een urgentieverklaring voor woningtoewijzing te verlenen. Eiseres had een tijdelijke huurovereenkomst en verzocht om een urgentieverklaring, maar deze werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een urgent huisvestingsprobleem, aangezien eiseres niet dakloos was en de tijdelijke huurovereenkomst niet voldeed aan de criteria voor urgentie. Bovendien was het huisvestingsprobleem ontstaan door verwijtbaar gedrag van eiseres, namelijk huurschuld, wat ook een reden was voor de afwijzing. De rechtbank benadrukte dat verweerder beleidsruimte had bij het toekennen van urgentie en dat de afwijzing goed gemotiveerd was. Eiseres had ook geen geslaagd beroep kunnen doen op de hardheidsclausule, omdat haar situatie niet uniek was en verweerder niet verplicht was om van zijn beleid af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en raadde eiseres aan om met de gemeente te overleggen over haar verdere mogelijkheden. Er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht toegewezen.