In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1995, heeft de rechtbank Amsterdam op 13 februari 2018 uitspraak gedaan. De zaak betreft een kettingroof die op 11 oktober 2016 plaatsvond in Amsterdam. De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen stelen van een ketting van een slachtoffer, waarbij geweld en bedreiging met geweld zouden zijn gebruikt. Tijdens de zitting op 30 januari 2018 heeft de officier van justitie, mr. A.J.M. Vreekamp, gepleit voor bewezenverklaring op basis van getuigenverklaringen en camerabeelden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M. Ketting, heeft echter betoogd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te koppelen aan de roof. De beelden toonden de daadwerkelijke roof niet en de beschrijving van de dader door het slachtoffer kwam niet overeen met het uiterlijk van de verdachte. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Daarnaast is de benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd.