In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte veroordeeld voor het ter beschikking stellen van 5000 kg consumentenvuurwerk aan een persoon zonder de vereiste vergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 29 december 2014 tot 10 januari 2015 opzettelijk een hoeveelheid van ongeveer 5323 kilogram consumentenvuurwerk ter beschikking heeft gesteld aan zijn broer, terwijl deze geen inrichting dreef die bestemd was voor het opslaan van vuurwerk. Dit gebeurde in Diemen, Nederland. De verdachte was zich bewust van de illegale situatie en heeft verklaard dat hij dacht dat zijn broer het vuurwerk direct doorverkocht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat dit niet afdoet aan de bewezenverklaring van de overtreding van het Vuurwerkbesluit.
Daarnaast is de verdachte ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van vuurwerk zonder CE-markering. Dit vond plaats op 24 september 2015, eveneens in Diemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, vuurwerk voorhanden had dat niet voldeed aan de wettelijke eisen, wat een ernstige overtreding van de wet inhoudt. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd door te wijzen op de grote veiligheidsrisico's die verbonden zijn aan het opslaan en verhandelen van vuurwerk zonder de juiste vergunningen en keurmerken. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten, wat de ernst van de situatie onderstreept. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 weken, waarvan 32 dagen voorwaardelijk, en een geldboete van € 5.000,-.