3.16.Verder zullen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zowel in conventie als in reconventie worden veroordeeld in de nakosten voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen worden begroot op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
I. veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen een bedrag van € 25.000,- (vijfentwintig duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf de dag van de dagvaarding (10 april 2018) tot de dag van volledige betaling,
II. veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 1.535,91 inclusief eventueel verschuldigde btw, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf zeven dagen na dagtekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
III. wijst de vorderingen af,
IV. veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden begroot op € 480,-,
in conventie en in reconventie
V. veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 205,- aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,- aan salaris gemachtigde en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
VI. verklaart de beslissingen onder I, II, IV en V uitvoerbaar bij voorraad,
VII. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. B. Brokkaar, kantonrechter, bijgestaan door mr. H.D. Coumou, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2019.
De griffier De kantonrechter