ECLI:NL:RBAMS:2019:1146

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2019
Publicatiedatum
20 februari 2019
Zaaknummer
C/13/646935 / HA ZA 18-419
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitzetting en geluidsoverlast tussen buren in appartementencomplex

In deze zaak vorderden eisers in conventie, [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2], de uitzetting van hun buurvrouw, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1], wegens onrechtmatige hinder en geluidsoverlast. De rechtbank Amsterdam heeft op 20 februari 2019 uitspraak gedaan. De eisers stelden dat de gedaagde hen hinderde door schreeuwen, bonken en bedreigingen, wat hen een inbreuk op hun genotsrecht en eigendomsrecht bezorgde. De rechtbank oordeelde dat de overlast in de periode van juli 2016 tot juli 2017 onrechtmatig was, maar dat deze hinder sindsdien was opgehouden. De vorderingen van de eisers in conventie werden afgewezen, omdat er geen actuele onrechtmatige hinder meer was. In reconventie vorderden de gedaagden dat de eisers hun houten vloer zouden verwijderen, omdat deze geluidsoverlast zou veroorzaken. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden hun stelling onvoldoende hadden onderbouwd en wees ook deze vorderingen af. De rechtbank veroordeelde de eisers in conventie in de proceskosten van de gedaagden en vice versa.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/646935 / HA ZA 18-419
Vonnis van 20 februari 2019
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] ,

2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. J.C. Daniëls te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] ,

2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. G.J.A. Wiekart te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] worden genoemd. Afzonderlijk worden zij aangeduid als [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] , [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 april 2018 met producties,
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de eis in reconventie met producties,
  • het tussenvonnis van 17 oktober 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties
  • het proces-verbaal van comparitie van 9 januari 2019 met de daarin vermelde (proces)stukken,
  • de brief van 21 januari 2019 van mr. Daniëls met een opmerking naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2] zijn eigenaars van het appartement gelegen aan de [appartement 1] (hierna: het [appartement 1] ). Zij wonen boven het appartement waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] eigenaar is, te weten [appartement 2] (hierna: het [appartement 2] ). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] woont samen met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] in het [appartement 2] .
2.2.
In het Splitsingsreglement van de VvE waartoe de twee appartementen behoren, is voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(…) Artikel 16
Iedere eigenaar en gebruiker is tegenover de andere eigenaars en gebruikers aansprakelijk (…) voor onredelijke hinder voor zover deze (…) hinder veroorzaakt is door de schuld van hemzelf of van zijn huisgenoten of zijn personeel en hij is verplicht voor zover dit redelijk is maatregelen te nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade te voorkomen.
(…)
Artikel 17
(…)
5. De vloerbedekking van de privé gedeelten dient van een zodanige samenstelling te zijn dat contactgeluiden zo veel mogelijk worden tegengegaan. Met name is het niet toegestaan parket of stenen vloeren aan te brengen, tenzij dit geschiedt op zodanige wijze dat naar het oordeel van het bestuur geen onredelijke hinder kan ontstaan voor de overige eigenaars en/of gebruikers. (…)”.
2.3.
Het [appartement 1] is op 6 juli 2016 aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geleverd. Zij zijn toen begonnen met verbouwingswerkzaamheden. Vanaf 9 juli 2016 tot 1 maart 2017 hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een logboek bijgehouden van hun contacten met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] en de overlast die zij van haar hebben ervaren. Daarin is onder meer vermeld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] verschillende keren schreeuwt, zingt, bonkt, scheldt en bedreigingen uit.
2.4.
Op 2 juni 2017 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2] aangifte gedaan van bedreiging door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] op 21 november 2016. In het proces-verbaal van aangifte is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(…) Ik doe aangifte van bedreiging door mevrouw [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] (…)
Omstreeks 08:30 uur zijn mijn vriend (…) en ik opgestaan. Wij hoorden het nodige lawaai (schreeuwen) van de woning beneden ons komen.
Ik heb omstreeks rond 10.00 uur de woning verlaten om te gaan werken.
Op het moment als ik beneden op straat mijn fiets wil pakken hoor ik dat er hard op een raam wordt geklopt. Als ik naar boven kijk zie ik mevrouw [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] voor het raam staan van haar woning. (…) Ik zie dat zij haar middelvinger opsteekt en hierbij naar mij kijkt. Ik zag vervolgens dat ze met haar middelvinger keelsnij beweging maakt.
Ik voelde mij ernstig bedreigd hierdoor. (…)”
2.5.
Op 17 en 25 oktober 2017 hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] respectievelijk [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2] aangifte tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] gedaan van een bedreiging op 19 december 2016, omdat voor hun deur een hoopje aarde lag met een grasspriet erin. Tijdens de aangifte heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] aan de verbalisant een sms’je van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] laten zien waarin zij gebruik maakt van de woorden “Vodu” en “Ik maak je ziek”. Verder hebben [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2] in hun aangiften melding gemaakt van bedreigingen door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] op 28 november 2016 en 27 en 31 december 2016.
2.6.
In maart 2017 zijn [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] aangemeld bij de afdeling Treiteraanpak van de gemeente Amsterdam. In het kader daarvan hebben [naam medewerker 1] en [naam medewerker 2] van gemeente Amsterdam en de wijkagent [naam wijkagent] een geluidswaarneming in de [appartement 2] en [appartement 1] gedaan.
2.7.
Na juli 2017 zijn met betrekking tot [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] en [appartement 2] bij de politie geen overlast-meldingen meer binnengekomen.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen, na wijziging van eis – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] gebiedt om het [appartement 2] te verlaten, desnoods met behulp van de sterke arm, en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] verbiedt terug te keren dan wel zich in, om of nabij de [appartementen] op te houden en direct dan wel indirect contact op te nemen met [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , op straffe van een dwangsom,
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] veroordeelt om [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] het [appartement 2] te (doen) laten ontruimen, desnoods met behulp van de sterke arm, dan wel [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] veroordeelt een ontruimingsprocedure te starten, op straffe van een dwangsom,
III. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] verbiedt om [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] opnieuw toegang te verschaffen tot het [appartement 2] , en de gemeenschappelijke gedeelten van het pand, op straffe van een dwangsom,
IV. [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] leggen – kort weergegeven – het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] veroorzaakt dusdanige overlast dat zij – en ook [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub2] als eigenaar – daardoor een inbreuk maken op het genotsrecht en eigendomsrecht van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] Zij handelen daarmee onrechtmatig want in strijd met de wettelijk plicht van artikel 5:37 BW en in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Ook handelen [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] in strijd met de artikelen 12, 16 en 27 van het Splitsingsreglement waarin staat dat iedere eigenaar en gebruiker zich moet onthouden van overlast. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en ook vorige bewoners hebben meermalen tevergeefs getracht oplossingen te bereiken met [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] Bovendien voelen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zich onveilig door de bedreigingen die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] zijn geuit. Gelet daarop dient [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] het [appartement 2] te verlaten, aldus steeds [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
3.3.
[gedaagde in conventie, eisers in reconventie] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eisers in reconventie] vorderen – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eisers in conventie, verweerders in reconventie] veroordeelt de houten vloer in [appartement 1] te verwijderen en een vloer met voldoende geluidsisolerende werking te leggen, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de proceskosten.
3.5.
[gedaagde in conventie, eisers in reconventie] stellen – kort weergegeven – dat zij van de hardhouten vloer van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geluidsoverlast ervaren. Deze vloer hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet door deskundigen laten leggen. Evenmin is aan het bestuur of aan de VvE toestemming gevraagd om deze vloer te mogen leggen. Er is ook geen opgave van de gebruikte materialen. Volgens [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] daarmee artikel 17 van het Splitsingsreglement geschonden en handelen zij onrechtmatig. Derhalve dient de vloer te worden verwijderd, aldus steeds [gedaagde in conventie, eisers in reconventie]
3.6.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Op grond van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek (BW) mag een eigenaar niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 6:162 BW onrechtmatig is, aan eigenaren van andere erven hinder toebrengen. De beantwoording van de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder is volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval waaronder de plaatselijke omstandigheden. In een appartementencomplex met aan meerdere zijden buren, zal sneller hinder van elkaar worden ervaren dan in een vrijstaande woning. Juist in die situatie mag verwacht worden dat buren rekening met elkaar houden, maar zal een ieder ook enige hinder van elkaar hebben te dulden.
4.2.
Vanaf het moment dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in juli 2016 het [appartement 2] geleverd hebben gekregen, hebben zij van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] overlast ondervonden. Zij hebben die overlast onderbouwd met een door hen bijgehouden logboek. Uit dat logboek blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] gedurende een aantal maanden (in ieder geval tot 1 maart 2017) veelvuldig geluidsoverlast maakte door te schreeuwen en te bonken. Voorts staat in het logboek beschreven dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft uitgescholden en sprake was van door haar geuite bedreigingen richting hen. Van deze bedreigingen hebben zowel [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub1] als [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub2] ook bij de politie aangifte gedaan. Vervolgens zijn [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] in maart 2017 aangemeld bij de afdeling Treiteraanpak van de gemeente Amsterdam. Volgens de verklaring ter zitting van [naam medewerker 1] van de gemeente Amsterdam heeft deze afdeling onderzoek gedaan en is daaruit gebleken dat in 2017 sprake was van gerichte intimidatie door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] Ook heeft zij verklaard dat het slachtofferschap van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onbetwist vast stond. Verder heeft de wijkagent [naam wijkagent] ter zitting te kennen gegeven dat uit mutatierapporten naar voren komt dat door de eigenaars van [appartement 3] en [appartement 1] meerdere meldingen zijn gedaan van bedreigingen en overlast door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] . Voorts heeft hij verklaard dat er sinds juli 2017 geen meldingen meer zijn binnengekomen over overlast door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] .
4.3.
Gelet op al deze omstandigheden in onderlinge samenhang bezien is de rechtbank van oordeel dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat in de periode van juli 2016 tot juli 2017 sprake was van hinder door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] en dat die naar aard, duur en ernst onrechtmatig was. Deze overlast was in die periode dermate ernstig dat sprake was van een zodanig ongeoorloofde inbreuk op de rechten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat zij die overlast niet langer hoefden te dulden. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben verschillende pogingen gedaan om met [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] in gesprek te gaan teneinde de overlast te stoppen, echter destijds zonder resultaat.
4.4.
De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] veroorzaakte onrechtmatige hinder is echter sinds juli 2017 opgehouden te bestaan. Sindsdien zijn immers geen meldingen meer bij de politie over overlast door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] binnengekomen. Evenmin hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] vanaf juli 2017 in een logboek aantekeningen gemaakt van incidenten met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] . [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben ter zitting verklaard dat in 2018 ook dingen zijn voorgevallen. Die voorvallen bestaan er uit dat zij op straat minachtend door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] worden aangekeken, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] kwaad over hen spreekt tegen buren en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] wel eens de deur voor hun neus dichtgooit. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben te kennen gegeven zich onveilig en kwetsbaar te voelen, omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] onberekenbaar is. Hoewel de rechtbank, gezien hetgeen in het verleden is voorgevallen, begrip heeft voor deze gevoelens, zijn dit geen gedragingen die als (onrechtmatige) hinder kwalificeren. Dit betekent dat thans geen sprake meer is van onrechtmatige hinder. Onder deze omstandigheden zijn de (verstrekkende) vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] (zie 3.1) niet toewijsbaar. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.5.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] worden veroordeeld. Deze kosten worden begroot op:
- griffierecht € 79,-
- salaris advocaat
€ 1.086,- (2 punten× tarief € 543,-)
totaal € 1.165,-
in reconventie
4.6.
[gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hebben gesteld dat zij ook van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geluidsoverlast ondervinden. Volgens hen komt dat doordat de hardhouten vloer van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet op de juiste wijze zou zijn gelegd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben dit betwist. Naar het oordeel van de rechtbank hebben [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hun stelling onvoldoende onderbouwd. Zij hebben slechts een overzicht overgelegd van momenten waarop zij geluidsoverlast zouden hebben ervaren. Dit overzicht bevat echter enkel subjectieve waarnemingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub1] zelf, maar een objectief geluidsonderzoek ontbreekt. [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hebben in dat kader te kennen gegeven dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet aan een geluidsonderzoek wilden meewerken, maar dat neemt niet weg dat zij een dergelijk onderzoek zelfstandig, zonder medewerking van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , hadden kunnen laten uitvoeren. Nu dit onderzoek ontbreekt, kan niet objectief worden vastgesteld of het aantal decibel dat door de houten vloer van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] wordt geproduceerd, de norm overschrijdt. Bovendien hebben [naam wijkagent] en [naam medewerker 1] ter zitting verklaard een geluidswaarneming te hebben uitgevoerd. Daarbij is wijkagent [naam wijkagent] met zijn kisten in het [appartement 1] op de vloer gaan stampen en heeft [naam medewerker 1] in [appartement 2] geluisterd. [naam medewerker 1] heeft verklaard dat zij toen heeft waargenomen dat er iets te horen was, maar dat dat niet schrikbarend was. Mevrouw [naam medewerker 2] van de gemeente Amsterdam was hier ook bij aanwezig en heeft ter zitting deze verklaring van [naam medewerker 1] bevestigd. Hoewel dit van hen ook subjectieve waarnemingen zijn, hebben zij ter zitting verklaard dat ramen en deuren door het stampen van [naam wijkagent] niet gingen trillen. Dit lijkt niet te stroken met het overzicht van [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] waarin zij trillende ramen en deuren vermelden. Al deze omstandigheden brengen met zich dat niet kan worden vastgesteld dat de houten vloer van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zodanige geluidsoverlast veroorzaakt dat sprake is van onrechtmatige hinder, waardoor die vloer zou moeten worden vervangen. De vorderingen in reconventie zullen dan ook worden afgewezen.
4.7.
[gedaagde in conventie, eisers in reconventie] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden begroot op € 1.086,- (2 punten × tarief € 543,-) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] tot op heden begroot op € 1.165,00,
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot op heden begroot op € 1.086,-,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eisers in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.7.
verklaart dit vonnis in reconventie wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.M. James-Pater, rechter, bijgestaan door mr. H.D. Coumou, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2019.