Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen ter griffie op 29 mei 2018;
- het verweerschrift van de man, ingekomen ter griffie op 2 augustus 2018;
- een F9-formulier d.d. 24 augustus 2018 van de zijde van de vrouw;
- de brief met bijlagen d.d. 27 november 2018 van de zijde van de vrouw.
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van Meurs;
- de man bijgestaan door mr. Sardjoe.
2.De feiten
- [kind 1 relatie 1] , geboren op [geboortedatum] 2000 in de gemeente [geboorteplaats] ;
- [kind 2 relatie 1] , geboren op [geboortedatum] 2002 in de gemeente [geboorteplaats] ;
- [kind 3 relatie 1] , geboren op [geboortedatum] 2004 in de gemeente [geboorteplaats] ;
- [kind 4 relatie 1] , geboren op [geboortedatum] 2004 in de gemeente [geboorteplaats] .
3.De verzoeken
4.De beoordeling
NJ1992/178). Indien een ouder een nieuwe relatie is aangegaan waaruit kinderen zijn geboren, dan zal niet alleen rekening moeten worden gehouden met het feit dat die ouder verplicht is om bij te dragen in de kosten van de verzorging en opvoeding van die kinderen, maar ook met het feit dat op de andere ouder van die kinderen eenzelfde verplichting rust of kan rusten (Hoge Raad 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:163).
Behoefte op basis van inkomen van de vrouw
Behoefte op basis van inkomen van de man
[kind 1 relatie 1] , [kind 2 relatie 1] , [kind 3 relatie 1] en [kind 4 relatie 1]
€ 358,- per maand en van [kind 1 relatie 1] , [kind 2 relatie 1] , [kind 3 relatie 1] en [kind 4 relatie 1] van € 363,- per kind per maand tussen de onderhoudsplichtige ouders moet worden verdeeld. Tussen partijen is niet in geschil dat de man en de vrouw onderhoudsplichtig zijn voor [minderjarig kind relatie 2] . De man en [partner relatie 1] zijn onderhoudsplichtig voor de vier andere kinderen. De rechtbank zal hieronder de draagkracht van de man, de vrouw en [partner relatie 1] bespreken. Bij een netto besteedbaar inkomen boven € 1.600,- per maand wordt het bedrag aan draagkracht vastgesteld aan de hand van de formule 70 % x [NBI – ( 0,3 x NBI + 920)]. Bij een netto besteedbaar inkomen onder € 1.600,00 per maand wordt aangesloten bij de tabelbedragen, zoals neergelegd in de draagkrachttabel 2018.
€ 358,- per maand en dat [kind 1 relatie 1] , [kind 2 relatie 1] , [kind 3 relatie 1] en [kind 4 relatie 1] een behoefte hebben van € 363,- per kind per maand. Nu de behoeftes van de kinderen nauwelijks verschillen, zal de rechtbank de draagkracht van de man gelijk over de kinderen verdelen. De draagkracht van de man komt dan neer op (€ 1.874 / 5 = ) € 375,- per kind per maand.
€ 880,- per maand. Dit is voldoende om volledig in de behoefte van [minderjarig kind relatie 2] van € 358,- per maand te voorzien. De rechtbank zal een draagkrachtvergelijking maken aan de hand van de formule: eigen draagkracht / totale draagkracht x behoefte.