ECLI:NL:RBAMS:2019:1508
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake exploitatievergunning en gebruik shishapijpen in horecagelegenheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de burgemeester van Amsterdam en de exploitanten van een horecagelegenheid, aangeduid als [bedrijf]. De burgemeester had op 26 oktober 2018 een last onder bestuursdwang opgelegd aan de exploitanten om het gebruik van shishapijpen in hun horecagelegenheid te staken, omdat dit in strijd was met de verleende exploitatievergunning. Daarnaast werd op 4 december 2018 de exploitatievergunning van de horecagelegenheid ingetrokken. De exploitanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 22 februari 2019 hebben de exploitanten hun standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerden dat zij zich aan de voorwaarden van de vergunning hielden en dat de burgemeester onterecht had gehandeld door de vergunning in te trekken zonder een waarschuwing te geven.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester bevoegd was om handhavend op te treden, omdat de exploitanten in strijd met de vergunningsvoorwaarden handelden door shisha aan te bieden zonder een aparte rookruimte te hebben gerealiseerd. De voorzieningenrechter heeft echter ook vastgesteld dat de burgemeester verzoekers ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld om een zienswijze in te dienen voordat de last onder bestuursdwang werd opgelegd. Dit zorgvuldigheidsgebrek kan in bezwaar worden hersteld. De voorzieningenrechter heeft besloten dat het belang van de exploitanten om hun lunchroom te exploiteren op dit moment zwaarder weegt dan het belang van de burgemeester om handhavend op te treden. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, wat betekent dat de exploitanten hun horecagelegenheid weer mogen openen, met inachtneming van het verbod op het gebruik van shishapijpen.
De voorzieningenrechter heeft de burgemeester ook veroordeeld in de proceskosten van de exploitanten, die in totaal € 1.024,- bedragen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.