Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Staatsanwaltschaft München II(Duitsland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.Artikel 6, eerste lid, in samenhang met artikel 6, vijfde lid, OLW
Nederlandse rechtsmacht.
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
Staatsanwaltschaft München IIheeft bij e-mail van 1 februari 2019 de volgende garantie gegeven:
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
In die situatie staat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW de overlevering niet toe.
- het onderzoek heeft een aanvang genomen in Duitsland;
- het bewijs bevindt zich in Duitsland;
- medeverdachten worden in Duitsland vervolgd;
- de verdovende middelen zijn in Duitsland ingevoerd;
- de verdovende middelen zijn in Duitsland in beslag genomen.
Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: redelijke termijn
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Staatsanwaltschaft München IIten behoeve van het in Duitsland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.