Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
Ter zitting waren – voor zover van belang – aanwezig:
mr. Schuckink Kool;
Namens de eigenaar van het pand [pand] waren aanwezig
[informant 3] , die ter zitting als informant zijn gehoord.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
( [bewoner] ).
3.Het geschil
4.De beoordeling
mr. Schuckink Kool ter zitting heeft betoogd, maar om voor de eigenaar van het pand wezenlijke voorwaarden om met de bewoners tot definitieve overeenstemming te kunnen komen. De groep van bewoners kan immers aan wijziging onderhevig zijn en voor de eigenaar is van wezenlijk belang dat hij weet met wie hij te maken heeft, zodat aan gemaakte afspraken te zijner tijd ook de hand kan worden gehouden. Evenmin kan worden gezegd dat door de Staat de gerechtvaardigde verwachting is gewekt bij [eiser 2] dat een gebruikersovereenkomst tot stand zou komen. De advocaat van de Staat was weliswaar geïnteresseerd in het al dan niet tot stand komen van een regeling met de eigenaar, maar het was voldoende duidelijk dat hij niet (ook) optrad voor die eigenaar, die zich liet voorzien van rechtsbijstand door een eigen advocaat ( mr. H.C. Koops ).