ECLI:NL:RBAMS:2019:646

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 februari 2019
Publicatiedatum
31 januari 2019
Zaaknummer
6755800 CV EXPL 18-6314
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van VvE-bijdragen en schadevergoeding door appartementseigenaar

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) een appartementseigenaar aangeklaagd voor het niet betalen van VvE-bijdragen. De VvE vordert betaling van achterstallige bijdragen, buitengerechtelijke incassokosten en rente. De gedaagde, eigenaar van een appartement, heeft de betaling van de bijdragen opgeschort vanwege lekkages in zijn appartement, die hij aan de VvE heeft gemeld. De VvE heeft echter geen aansprakelijkheid erkend voor de schade en heeft besloten om de ramen te laten vervangen door een aannemer. De kantonrechter oordeelt dat de VvE recht heeft op de gevorderde bijdragen, omdat de gedaagde niet heeft aangetoond dat de VvE tekortschiet in haar verplichtingen. De gedaagde heeft ook een tegenvordering ingesteld voor schadevergoeding en inzage in de financiële administratie van de VvE, maar deze vorderingen worden afgewezen. De rechter benadrukt dat de VvE niet gedwongen kan worden om besluiten te nemen die niet zijn uitgelokt door de gedaagde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6755800 CV EXPL 18-6314
vonnis van: 11 februari 2019
fno.: 991

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de vereniging Vereniging van Eigenaars [adres 1] , [adres 2]

gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
nader te noemen: de VvE
gemachtigde: BoitenLuhrs Incasso gerechtsdeurwaarders
t e g e n

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie]

wonende te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiser in reconventie
nader te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
procederend in persoon

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het procesdossier bestaat uit:
- de dagvaarding van 19 maart 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis van 18 juni 2018;
- de akte vermeerdering van eis en overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
- de dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 14 september 2018. De VvE is verschenen bij
[naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in persoon verschenen. De VvE heeft op voorhand een conclusie van antwoord in reconventie ingediend. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt. Vervolgens is de zaak drie maanden aangehouden voor schikkingsonderhandelingen. Na de aanhoudingsperiode zijn de volgende stukken overgelegd:
- de akte uitlaten voortgang procedure van de VvE van 12 december 2018, tevens zijnde akte vermeerdering van eis in conventie, met producties;
- de akte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 17 december 2018, met producties.
Partijen hebben in hun laatste akte om vonnis gevraagd, waarna een datum voor vonnis is bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat in conventie en in reconventie het volgende vast.
1.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is eigenaar van het appartementsrecht dat recht geeft op het uitsluitend gebruik van het appartement aan [het adres] . Het appartement maakt deel uit van de onroerende zaak ten behoeve waarvan de VvE is opgericht.
1.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is van rechtswege lid van de VvE en uit dien hoofde gehouden tot betaling van de in de vergadering van de VvE vastgestelde bijdragen en/of betaling van het evenredige deel van de totale schulden ingevolge de wettelijke bepalingen.
1.3.
De VvE bestaat uit negen eigenaren met twaalf appartementsrechten. In totaal zijn er 1.500 stemmen op basis van het aantal vierkante meters. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beschikt over 135 stemmen.
1.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 15 januari 2015 aan de VvE gemeld dat twee ramen in zijn appartement zijn kromgetrokken en tochten en verzocht de VvE om de ramen op haar kosten te (laten) repareren.
1.5.
In november 2015 heeft aannemersbedrijf [bedrijf 1] op verzoek en kosten van de VvE de oude tochtstrips van de ramen verwijderd en nieuwe rubberen strips geplaatst.
1.6.
Op 19 februari 2016 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de voorzitter van de VvE bericht dat de twee ramen nog steeds lekken, dat er water naar binnen stroomde bij het glazenwassen en dat hij schade aan zijn parketvloer heeft geleden.
1.7.
Opstalverzekeraar AVéWé weigert de schade te vergoeden, omdat kieren in de ramen worden gezien als slecht onderhoud.
1.8.
Omdat er niets is gebeurd met de schade en de ramen nog steeds lekken, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 7 juni 2016 gestopt met het betalen van de VvE bijdragen. Sinds
1 oktober 2018 betaalt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de bijdragen weer. In de tussentijd heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eenmalig - onder protest - een bedrag van € 1.590,77 overgemaakt.
1.9.
Op 22 juni 2017 is op de VvE vergadering een besluit genomen over een door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde schadevergoeding van circa € 5.500,00. Besloten is dat de VvE geen aansprakelijkheid erkent en geen schadevergoeding uit zal keren. Geadviseerd is om een schade-expert in te schakelen.
1.10.
Tijdens de ledenvergadering van 22 februari 2018 is besloten om [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ) een advies uit te laten brengen over drie herstelopties voor het herstel dan wel de vervanging van de scheluw ramen en de door [bedrijf 2] geadviseerde oplossing uit te laten voeren.
1.11.
De VvE heeft naar aanleiding van het advies van [bedrijf 2] op 21 juni 2018 besloten dat aan firma [bedrijf 3] de opdracht zal worden verstrekt om de scheluw ramen te vervangen. Die opdracht is op 4 juli 2018 aan firma [bedrijf 3] verstrekt.
1.12.
Op 18 juli 2018 heeft de VvE de door firma [bedrijf 3] op 17 mei 2018 opgemaakte prijsopgave aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verstrekt.

Geschil in conventie

2. De VvE vordert, na laatste vermeerdering van eis, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 5.688,86 aan achterstallige VvE bijdragen berekend tot en met december 2018;
b. € 815,37 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 40,50 aan rente, berekend tot en met 19 maart 2018;
d. rente over € 3.934,70 vanaf 19 maart 2018;
e. € 6,05 aan kadasterkosten;
f. € 290,89 per maand (of zoveel meer of minder na jaarlijkse aanpassing) vanaf
1 januari 2019;
g. de proceskosten.
3. De VvE stelt hiertoe, kort weergegeven, dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in gebreke is met tijdige en volledige betaling van de verschuldigde VvE-bijdragen. Ondanks herhaaldelijke aanmaningen daartoe gaat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet tot betaling over. Nu de VvE haar vordering uit handen heeft moeten geven is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden de door de VvE gemaakte (proces)kosten te vergoeden.
4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd, kort weergegeven, dat hij de VvE-bijdragen per juni 2016 welbewust heeft opgeschort, omdat de VvE op dat moment al anderhalf jaar niet aan haar verplichtingen jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voldeed. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft schade geleden door twee lekkende ramen in zijn appartement. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daar al begin 2015 melding van gemaakt, maar de ramen zijn tot op heden niet vervangen en lekken nog steeds. Het totaal van de opgeschorte VvE-bijdragen overstijgt de geleden schade. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beklaagt zich verder over de organisatiestructuur binnen de VvE. Het bestuur van de VvE heeft de meerderheid van stemmen en voert geheel haar eigen beleid door.
5. Hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht zal voor zover relevant bij de beoordeling aan de orde komen.

Geschil in reconventie

6. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie, na vermeerdering van eis:
a. dat er binnen een maand na vonniswijzing voor rekening en risico van de VvE twee nieuwe, goed sluitende en geschilderde ramen met hang- en sluitwerk, identiek aan de huidige twee scheluw ramen in de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zullen worden geplaatst, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat de VvE daar niet aan voldoet;
b. veroordeling van de VvE tot betaling van € 13.347,23 aan schadevergoeding voor herstel van door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleden waterschade;
c. de VvE te gelasten dat zij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] desgevraagd inzicht verschaft in de volledige (financiële) administratie van de VvE, alsmede inzage in het volledige ledensysteem [naam 5] , op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag dat de VvE daar niet aan voldoet;
d. veroordeling van de VvE tot betaling van de proceskosten.
7. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt daartoe, kort weergegeven, dat hij al begin 2015 melding heeft gemaakt van twee kierende ramen, dat deze tot op heden nog niet zijn vervangen en dat de daardoor ontstane lekkage maar blijft voortduren. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hierdoor schade geleden en deze schade wenst hij vergoed te zien. Verder is de VvE niet transparant in haar (financiële) administratie. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wil daarom volledige inzage in de (financiële) administratie.
8. De VvE heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vordering. Het verweer van de VvE komt voor zover relevant bij de beoordeling aan de orde.

Beoordeling in conventie

9. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet betwist dat hij als eigenaar van het appartement van rechtswege lid is van de VvE en uit hoofde van dit lidmaatschap is gehouden tot hoofdelijke betaling van de in de vergadering van de VvE vastgestelde bijdragen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkent dat hij de betaling van de VvE bijdragen heeft gestaakt. Hoewel [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hoogte van de verschuldigde bijdragen heeft betwist, omdat deze bedragen jaarlijks verschillen, heeft hij onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de bijdragen door de VvE onjuist zijn berekend. De VvE heeft voldoende duidelijkheid verschaft over de hoogte van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in totaal nog verschuldigde bijdragen en heeft met productie 2 bij dagvaarding en bijlage 7 van de conclusie van antwoord in reconventie, haar vordering voldoende onderbouwd.
10. Gelet op het voorgaande ligt de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 5.688,86 in beginsel voor toewijzing gereed. Deze hoofdsom omvat de achterstallige VvE bijdragen, berekend tot en met december 2018.
11. De vraag die partijen verdeeld houdt is of de VvE tekortschiet in haar verplichtingen jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , waardoor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtigd is om zijn verplichting tot betaling van de bijdragen op te schorten. Verder moet worden beoordeeld of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een tegenvordering heeft op de VvE, waardoor hij zich op verrekening kan beroepen.
12. Uitgangspunt bij de beoordeling van voormelde vragen is dat een vereniging van eigenaren van appartementsrechten een bijzondere vorm van gemeenschap is, waarop de bepalingen van titel 9 van boek 5 BW van toepassing zijn. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is bovendien als lid van de VvE deelgenoot van die gemeenschap. Besluitvorming binnen de VvE is geregeld in de wet met daarop in aanvulling de splitsingsakte en/of het reglement van splitsing. Een lid dat meent dat de VvE een bepaald besluit zou moeten nemen of een bepaalde actie zou moeten verrichten, dient daartoe een besluit op de vergadering van de VvE uit te lokken. Voor zover de VvE niet het door dat lid gewenste besluit neemt, kan dat lid binnen vier weken vernietiging van het besluit (ex artikel 5:130 BW) door de kantonrechter vorderen en/of een vervangende machtiging (ex artikel 5:121 BW) aan de kantonrechter verzoeken. De VvE kan niet op andere wijze dan de hierboven beschreven manier door een lid van de VvE worden gedwongen bepaalde besluiten te nemen of een bepaalde actie te ondernemen. Eén en ander is al gedurende een lange tijd vaste jurisprudentie. Verwezen wordt bijvoorbeeld naar ECLI:NL:RBDHA:2018:9044 en ECLI:NL:RBNHO:2015:6132. Het enkele feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een uitspraak van de rechtbank Rotterdam uit 2007 heeft overgelegd waarin in een soortgelijke situatie klaarblijkelijk eenmalig anders is beslist maakt het voorgaande niet anders.
13. Ten aanzien van opschorting geldt dat een schuldenaar daarop alleen een beroep kan doen indien hij een opeisbare vordering op zijn schuldeiser heeft en er tussen de nakoming van zijn verbintenis en die vordering voldoende samenhang bestaat om deze opschorting te rechtvaardigen.
14. Uitgaande van voormelde toetsingscriteria kan het beroep op opschorting niet slagen. Van enige opeisbare vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op de VvE is namelijk geen sprake. De VvE heeft reeds besluiten genomen over de lekkende scheluw ramen (deze worden door firma [bedrijf 3] vervangen) en over een deel van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde schade (geen aansprakelijkheid erkend en geen uitkering van de schade). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert zelf al aan dat hij niet tegen deze besluiten is opgekomen door deze te laten vernietigen en/of een vervangende machtiging van de kantonrechter te vorderen. Hierdoor staan de besluiten vast en zijn deze niet meer in rechte aan te tasten. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kan deze wel ter heroverweging voorleggen aan de VvE en dan eventueel de geëigende procedure volgen.
15. Er was voor de VvE geen verplichting om te besluiten of te handelen op de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gewenste wijze. Daarom kan evenmin worden aangenomen dat de VvE in enige verplichting jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekort schiet. De gevorderde VvE-bijdragen worden daarom toegewezen. Het beroep van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om de VvE aansprakelijk te stellen op grond van de artikelen 5:113, 6:162 en 6:174 BW kan, gelet op de bijzondere bepalingen van titel 9 van boek 5 BW, niet tot een ander oordeel leiden.
16. Het gevorderde bedrag aan rente is toewijsbaar. Weliswaar heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hoogte van het bedrag betwist omdat een berekening ontbreekt, maar hij heeft vervolgens niet aangetoond waarom de hoogte onjuist zou zijn. Gelet op de bij dagvaarding gevorderde hoofdsom, alsmede op de datum waarop [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gestopt met betalen van de VvE-bijdragen, is het gevorderde bedrag aan rente juist berekend en daarom toewijsbaar. Nu de VvE geen recente renteberekening meer heeft overgelegd, zal de rente over de hoofdsom worden toegewezen vanaf de datum van de laatste eiswijziging, te weten
17 december 2018.
17. De VvE maakt verder aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtsverhouding tussen partijen vloeit voort uit de wet. Voor de toepassing van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) dient deze vordering op grond van de jurisprudentie te worden beschouwd als een vordering uit overeenkomst. Verwezen wordt naar ECLI:NL:GHAMS:2013:2688. De VvE dient daarom voldoende te stellen en onderbouwen over de door haar verrichte buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. De VvE heeft hierover voldoende gesteld. Zij onderbouwt de incassowerkzaamheden met diverse ingebrekestellingen en e-mails. De VvE stelt dat de buitengerechtelijke incassokosten zijn berekend conform het Besluit. In dat geval zijn de kosten te hoog berekend. Gelet op de bij dagvaarding gevorderde hoofdsom is een bedrag van
€ 627,35 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke kosten toewijsbaar. Het meer gevorderde wordt afgewezen.
18. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betwist dat de VvE de gevorderde kadasterkosten van € 6,05 heeft gemaakt. Deze betwisting heeft de VvE niet meer weersproken, noch heeft zij een nadere onderbouwing gegeven van deze kosten. Daarom worden deze kosten afgewezen.
19. De VvE vordert veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van toekomstige termijnen. Vast staat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] per 1 oktober 2018 de VvE bijdragen weer is gaan betalen. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verplicht is tot betaling van (toekomstige) bijdragen aan de VvE zolang zijn lidmaatschap bij de VvE voortduurt en de hoogte van de bijdragen die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf dit jaar moet voldoen nog niet vaststaat, alsmede gelet op hetgeen in dit vonnis vast is komen te staan, ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding om dit deel van de vordering toe te wijzen.
20. Bij deze uitkomst wordt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van de VvE.

Beoordeling in reconventie

21. Allereerst dient te worden vastgesteld of de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wel via de civielrechtelijke weg kunnen worden ingesteld. Dat zal per vordering afzonderlijk worden beoordeeld.
21. Ten aanzien van de vordering die ziet op het vervangen van de ramen (overweging 6, onder a) heeft de VvE reeds op de vergadering van 22 februari 2018 een besluit genomen. In dat besluit staat, kort gezegd, dat [bedrijf 2] wordt opgedragen een advies uit te laten brengen over de herstelopties ten aanzien van de scheluw ramen en dat de door [bedrijf 2] geadviseerde oplossing zal worden uitgevoerd. Op de vergadering van 21 juni 2018 is door de VvE een besluit genomen dat aan firma [bedrijf 3] de opdracht zal worden verstrekt om de door [bedrijf 2] geadviseerde hersteloptie uit te laten voeren. Deze opdracht is op 4 juli 2018 feitelijk aan firma [bedrijf 3] verstrekt.
21. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is niet tegen voornoemde besluiten opgekomen door een vervangende machtiging van de kantonrechter te vorderen of door de kantonrechter te verzoeken de besluiten te vernietigen. Daarom staan de besluiten vast en zijn deze niet meer in rechte aan te tasten. In dit kader wordt verwezen naar hetgeen hierover in conventie is overwogen. Het is aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om zijn medewerking te verlenen en een afspraak met firma [bedrijf 3] te maken, zodat met de werkzaamheden kan worden aangevangen. De VvE heeft aangevoerd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn medewerking niet verleent, waardoor de ramen niet kunnen worden vervangen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beaamt dat in zijn laatste akte. Zo voert hij hierover aan:
“ [bedrijf 3] ’s Bouwbedrijf blijkt geenszins een gecertificeerd timmerbedrijf te zijn en valt dus af. (…) Dit alles wekt geenszins vertrouwen om [bedrijf 3] ’s Bouwbedrijf de vervanging van de twee scheluw ramen te laten uitvoeren.”Nog los van de vraag op welke juridische grond [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meent dat hij het recht heeft om nadere eisen te stellen over het al dan niet beschikken over een certificering, staat al geruime tijd vast dat firma [bedrijf 3] de ramen zal vervangen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is dan ook gehouden om medewerking te verlenen. Nu hij dat niet doet kan hij, los van het feit dat de besluiten in rechte vaststaan, niet van de VvE verlangen dat zij de ramen moet (laten) vervangen op straffe van een dwangsom.
21. Dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt afgewezen.
21. Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding (overweging 6, onder b) heeft de VvE op 22 juni 2017 een besluit genomen dat de schade die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op dat moment stelde te hebben geleden, niet aan hem zal worden vergoed. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is ook niet tegen dit besluit opgekomen. Ten aanzien van de in deze procedure door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde schade heeft de VvE (de hoogte van) deze schade betwist, omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de schade niet heeft aangetoond noch heeft onderbouwd met een schaderapport. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tegenover deze betwisting geen nadere onderbouwing van de schade meer gegeven. Aan de hand van een rapport kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eventueel een nieuw besluit van de VvE vergadering uitlokken. Indien de uitkomst van dat besluit tegenvalt, zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daar tegen op moeten komen door de in titel 9 van boek 5 BW beschreven weg te bewandelen (hiervoor wordt onder meer verwezen naar rechtsoverweging 12). Dit deel van de vordering wordt derhalve ook afgewezen.
21. Ten aanzien van de vordering tot het verkrijgen van inzage in de volledige (financiële) administratie van de VvE, alsmede in het volledige ledensysteem [naam 5] (overweging 6, onder c), wordt overwogen dat in de verzoekschriftprocedure tussen partijen, bij deze rechtbank bekend onder zaaknummer 7087577 EA VERZ 18-612, in welke procedure op 4 oktober 2018 beschikking is gewezen, reeds is geoordeeld dat er voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen alomvattend inzagerecht bestaat. De beschikking is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn laatste akte overgelegd als productie 44. Verwezen wordt naar rechtsoverweging 37. Niet duidelijk is of deze beschikking inmiddels gezag van gewijsde heeft. De VvE heeft zich daar ook niet op beroepen. De kantonrechter kan dit op grond van artikel 236 Rv niet ambtshalve toetsen.
21. De kantonrechter sluit zich aan bij hetgeen in de beschikking van 4 oktober 2018 is overwogen. Aan het bestuur van de VvE komt een zekere beleidsvrijheid toe om bepaalde stukken al dan niet ter inzage voor leden te selecteren. De belangen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als individuele appartementseigenaar kunnen niet zonder meer gelijk worden gesteld aan de gemeenschappelijke belangen van alle appartementseigenaren. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor wat betreft het door de VvE gevoerde financiële beleid en de verhouding van de stemmen en kosten binnen de VvE enig besluit van de VvE heeft uitgelokt, laat staan dat hij zich op enig moment tot de kantonrechter heeft gewend met het verzoek tot een vervangende machtiging. Dit deel van de vordering wordt daarom eveneens afgewezen.
21. Gelet op het voorgaande wordt de gehele vordering in reconventie afgewezen.
21. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient bij die uitkomst als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van de VvE.

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie

I. veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling aan de VvE van:
• € 5.688,86 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
17 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening;
• € 627,35 aan buitengerechtelijke incassokosten;
• € 40,50 aan wettelijke rente, berekend tot en met 19 maart 2018;
II. veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van het geding in conventie, tot op heden aan de zijde van de VvE begroot op:
explootkosten € 101,89
salaris gemachtigde € 720,00
griffierecht € 476,00
-----------------
totaal € 1.297,89
voor zover van toepassing, inclusief btw;

in reconventie

III. wijst de vorderingen af;
IV. veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van het geding in reconventie, tot op heden aan de zijde van de VvE begroot op € 720,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;

in conventie en reconventie

V. veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
VI. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
VII. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. Terwee, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2019 in aanwezigheid van de griffier.