In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 september 2019 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een last onder bestuursdwang. De zaak betreft een geschil tussen een verzoekster, die eigenaar is van een woning in Den Helder, en het college van burgemeester en wethouders van Den Helder. De verzoekster had haar woning geschilderd in een felgroene kleur, wat volgens het college in ernstige mate in strijd was met de redelijke eisen van welstand, zoals vastgelegd in de Welstandsnota 2015. Het college had de verzoekster opgedragen om de gevels van haar woning binnen een bepaalde termijn in een andere kleur te verven, omdat de huidige kleur niet voldeed aan de welstandscriteria. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoekster, waaronder het opgewekte vertrouwen door een eerdere brief van het college uit 2008 en de duidelijkheid van de last, beoordeeld. De voorzieningenrechter concludeerde dat het college bevoegd was om de last op te leggen en dat de verzoekster geen gelijk kreeg. De last onder bestuursdwang werd rechtmatig geacht, en het beroep van de verzoekster werd ongegrond verklaard. De verzoekster moest de gevels van haar woning aanpassen voor 22 oktober 2019.