Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 juni 2019 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van comparitie van 14 oktober 2019 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
- oorspronkelijk aan de zijde van de Strawinskylaan was uitgegaan van een bepaalde damwand plus 12 groutankers met ankerkracht 650 kn, terwijl in de daadwerkelijke situatie gebruikt zouden worden een aanzienlijk duurdere damwand plus 42 groutankers met ankerkracht 650 kn;
- oorspronkelijk aan de zijde van de Eduard van Beinumstraat was uitgegaan van een bepaalde damwand plus 21 groutankers met ankerkracht 650 kn, terwijl in de daadwerkelijke situatie gebruikt zouden worden een ongeveer even dure damwand plus 28 groutankers met ankerkracht 600 kn,
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
- De Gemeente heeft zich, vanwege de noodzaak het talud te keren, actief bemoeid met de wijze waarop de damwanden zouden worden geconstrueerd. Zo is zij zelf, schrijft zij in haar brief van 20 december 2000, met het initiatief gekomen om damwanden met een dubbele functie toe te passen. Zij heeft op zich genomen de zogenaamde excessieve bouwkosten te betalen en heeft in dat kader de bijlage bij het protocol ontvangen, waarop de groutankers expliciet worden vermeld. De Gemeente heeft zich, met andere woorden, op eigen initiatief in de positie begeven waardoor zij had kunnen weten dat er groutankers onder de Eduard van Beinumstraat zouden worden aangebracht.
- De Gemeente was zich er van bewust dat de wijzigingen in de constructie van de damwanden zich afspeelden rond de erfgrens van het perceel en de openbare weg en dat deze implicaties konden hebben voor de eigendomsverhoudingen. Dat blijkt onder meer uit haar brief van 20 december 2000 (hiervoor onder 2.8,
“…te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de Gemeente deze kosten heeft betaald, althans vanaf een door de rechtbank redelijk geachte termijn…”Nu de Gemeente niet heeft gesteld op welk moment zij de kosten heeft betaald, en ter zitting namens de Gemeente is verklaard dat het redelijk is de wettelijke rente toe te wijzen vanaf de datum van dagvaarding, zal de rechtbank dat laatste doen.
6.198,00(2 punten × tarief € 3.099,00)