2.13.De advocaat van ING heeft op 18 oktober 2019 aan de advocaat van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] geschreven, dat - naast de in de brieven van 7 oktober 2019 genoemde feiten - ook het feit dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] betrokken waren bij omkoping aan de door ING getroffen maatregelen ten grondslag ligt, maar dat dat abusievelijk niet in de brieven van 7 oktober 2019 was vermeld. Over de omkoping heeft hij daarbij nog geschreven:
“Uw cliënten hebben verklaard dat zij aan een werknemer van ING betalingen hebben verricht als tegenprestatie om te worden ingehuurd door ING. Uw cliënten hebben ieder een afschrift ontvangen van hun eigen verklaring waarin deze feiten zijn beschreven. (...)”
Verder staat in de brief van 18 oktober 2019:
“
Registratie in het Incidentenregister en het EVR
Cliënte acht de incidenten en gebeurtenissen hierboven kort omschreven zeer ernstig en meent dat de ernst hiervan de registratie in het Incidentenregister en het daaraan gekoppelde Externe Verwijzingsregister (“EVR") rechtvaardigt. Hieronder zet ik u uiteen waarom.
Integriteit
ING is op grond van de Wet op het financieel toezicht verplicht om zorg te dragen voor een integere bedrijfsvoering. Onlosmakelijk daarmee verbonden is dat zij zorgdraagt voor een bedrijfsvoering die de integriteit, veiligheid en reputatie van de bank als financiële instelling waarborgt. Op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme dient ING onder meer toe te zien op haar cliënten en de transacties die via de rekeningen van die cliënten plaatsvinden. In 2018 trof ING een schikking met het Openbaar Ministerie als gevolg van door het OM geconstateerde tekortkomingen bij het voorkomen van financieel economische criminaliteit. Dit is de aanleiding geweest om op dit gebied verbeteringen door te voeren. Dit betrof onder andere de afdeling waarvoor uw cliënten werkzaam waren.
Voorop staat dat ING een hoge standaard legt ter zake van de integriteit en veiligheid van de bank als financiële instelling en die normen legt de bank ook op aan haar medewerkers. Dit is onder andere neergelegd in De Orange Code en de Algemene Gedragscode ING Nederland, die aan alle medewerkers als voorwaarden voor een dienstverband zijn gesteld. Ook uw cliënten hebben deze voorwaarden geaccepteerd.
Onder andere is het medewerkers niet toegestaan om zonder toestemming bepaalde nevenactiviteiten te verrichten. Ook is het niet toegestaan om persoonlijke voordelen aan te bieden, te vragen of te aanvaarden. Buiten de door de bank goedgekeurde regelingen mogen geen geld of voordelen worden bedongen en/of worden verstrekt bij het in dienst nemen en/of houden van medewerkers. Dit geldt evenzo indien sprake is van externe arbeidscapaciteit. Verder hebben alle medewerkers, onder wie ook uw cliënten, de Bankierseed afgelegd. Daarmee hebben zij gezworen of beloofd om onder andere zich te gedragen naar de toepasselijke wetten, regels en gedragscode en geen misbruik te maken van kennis.
Gedragingen
ING heeft geconstateerd dat uw cliënten zonder toestemming nevenactiviteiten hebben verricht, namelijk het voeren van een onderneming, [bedrijf] ., die erop is gericht om kandidaten aan te dragen voor de afdeling KYC Global CoE van ING. Daarbij hebben uw cliënten met de kennis van de voor die functies vereiste vaardigheden en opleidingen, ervoor gekozen om de Cv's van de betreffende kandidaten aan te vullen met onjuiste gegevens. Het doel hiervan was om deze kandidaten op papier beter geschikt te doen lijken dan zij feitelijk waren. Daarmee zou ING worden misleid op basis van de omschreven kwaliteiten van die kandidaten. Daarnaast hebben uw cliënten bewust gelden betaald aan een medewerker in ruil voor de inhuur door ING.
Belangenafweging
Het risico op afbreuk van de integriteit en veiligheid van ING als financiële instelling is hierdoor evident. Het misbruik maken van kennis met als doel 'eigengewin' door het kunnen aanleveren van nieuwe medewerkers en het vervalsen of manipuleren van Cv's doet afbreuk aan de integriteit van uw cliënten als medewerkers van ING dan wel in de financiële sector. ING zou bovendien een onacceptabel groot risico lopen om ongekwalificeerde medewerkers in dienst te krijgen op een afdeling waar transactiemonitoring in het kader van de voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme plaats vindt. Juist een dergelijke afdeling kan zich geen integriteitsrisico veroorloven.
Kortom, door het handelen van uw cliënten was niet alleen hun integriteit in het geding maar ook de integriteit en de veiligheid van ING en de financiële sector als geheel. ING
acht dit een reële bedreiging voor de veiligheid en integriteit van de bank en van de financiële sector. Zij acht het daarom noodzakelijk om andere financiële instellingen te waarschuwen, indien uw cliënten financiële diensten of producten zouden aanvragen dan wel daar in dienst zouden willen treden. De registratie in het EVR voor de duur van 8 jaar acht zij daarom ook gerechtvaardigd.
Proportionaliteit
De registratie in het EVR leidt mogelijk tot de situatie dat uw cliënten bij de aanvraag van een financiële dienst of product of het werken bij een financiële instelling zouden worden geweigerd. Dit dient voor rekening en risico van uw cliënten te blijven.
Uit de gedragingen van uw cliënten en hun verklaringen hierover blijkt niet dat zij zich de ernst van deze incidenten (willen) realiseren. De suggestie dat bij ING sprake is van een 'verziekte bedrijfscultuur' wekt de indruk dat uw cliënten ook niet achteraf tot enig inzicht zijn gekomen rondom hun gedragingen.
Wij begrijpen dat het voor uw cliënten lastig wordt en uitleg vergt om bij een andere financiële instelling te kunnen werken. Het belang van ING en van de financiële sector acht ING echter van doorslaggevende aard om de registraties niet ongedaan te maken en ook niet om deze op te schorten totdat een rechter zich over deze kwestie heeft gebogen.”