ECLI:NL:RBAMS:2019:9746
Rechtbank Amsterdam
- Verzet
- C.F. de Lemos Benvindo
- M. Gayir
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens overschrijding betalingstermijn griffierecht
Op 20 december 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerdere uitspraak van 2 april 2019, waarin het beroep van de opposant niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. De opposant, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. Y. Mateo Diaz, had op 23 oktober 2018 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 11 september 2018. De rechtbank oordeelde dat de betaling van het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was voldaan, en dat de opposant niet in verzuim was geweest.
In het verzet werd aangevoerd dat de opposant onder bewind staat en dat de bewindvoerder verzuimd had om de betaling tijdig te voldoen. De rechtbank oordeelde echter dat het handelen van de bewindvoerder voor rekening en risico van de opposant komt. De rechtbank merkte op dat de nota voor het griffierecht en de betalingsherinnering aan de gemachtigde van de opposant waren gestuurd, en dat het de verantwoordelijkheid van de gemachtigde was om ervoor te zorgen dat de betaling tijdig plaatsvond.
De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de niet-ontvankelijkheid van het beroep konden rechtvaardigen. Het verzet werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.