ECLI:NL:RBAMS:2019:9924

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2019
Publicatiedatum
6 januari 2020
Zaaknummer
C/13/660502 / HA ZA 19-87
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg overeenkomst aanneming van werk en tekortkomingen bij de bouw van loodsen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiseres c.s.] en Q Loods B.V. over de uitvoering van een overeenkomst van aanneming van werk. [Eiseres c.s.] had Q Loods B.V. ingehuurd voor het leveren en monteren van twee loodsen, die zij wilde gebruiken als woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst niet de bouw van een woning omvatte, maar enkel de levering en montage van loodsen. Dit werd ondersteund door de inhoud van de offertes en de communicatie tussen partijen. Q Loods B.V. heeft erkend dat er gebreken waren in de uitvoering, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van verzuim aan de zijde van Q Loods, omdat [eiseres c.s.] niet voldoende had aangetoond dat Q Loods in gebreke was gebleven. De vorderingen van [eiseres c.s.] tot schadevergoeding en ontbinding van de overeenkomst werden afgewezen. In reconventie vorderde Q Loods betaling van een openstaand bedrag, maar ook deze vordering werd afgewezen omdat niet alle materialen waren geleverd en er nog gebreken waren. De rechtbank besloot de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/660502 / HA ZA 19-87
Vonnis van 18 december 2019
in de zaak van

1.[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. R.H.W. van Ewijk te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Q LOODS B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. R.J. de Boer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres c.s.] (in vrouwelijk enkelvoud) en Q Loods genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 januari 2019, met producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties,
  • het tussenvonnis van 10 juli 2019, waarin een comparitie van partijen is bepaald,
  • de conclusie van antwoord in reconventie,
  • de akte vermeerdering van eis van [eiseres c.s.] van 1 november 2019, met een productie,
  • het proces-verbaal van de op 4 november 2019 gehouden comparitie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres c.s.] is eigenaar van een perceel bouwgrond plaatselijk bekend [adres] te [plaats] .
2.2.
[eiseres c.s.] wenste op dit perceel bouwgrond een woning met industriële uitstraling te realiseren (hierna: het gebouw), die zou bestaan uit twee aan elkaar geschakelde bouwwerken, namelijk het woonhuis zelf en een garage met daarin onder meer een zwembad.
2.3.
Q Loods is een onderneming die loodsen levert en monteert. De heer [werknemer Q loods] , die ten tijde van belang [functie] was van Q Loods, omschreef het bedrijf op zijn LinkedIn-pagina als volgt:
“Q Loods levert stalen zelfbouw loodsen, die op maat gemaakt worden naar de wensen van de gebruiker. Vanaf 20 vierkante meter is een Q Loods volledig naar wens in te delen. Voor opslag, werkplaats, stal, kantoor, kantine en zelfs een woning.”
2.4.
[eiseres c.s.] heeft op enig moment een vrijblijvende offerteaanvraag gedaan bij Q Loods, waarin [eiseres c.s.] onder “Specificatie loods” het volgende heeft opgenomen: “
Indicatie een loods voor doel eind woning (bouwvergunning light van toepassing te [straatnaam] [plaats] ). Oppvl van 213 geen draagmuren binnen (…)”. Q Loods heeft hierop een opgave verstrekt aan [eiseres c.s.]
2.5.
Op 19 februari 2017 heeft [eiseres c.s.] per e-mail aan Q Loods aangegeven dat zij haar plannen concreet heeft gemaakt en een aangepaste offerte wenst te ontvangen, waarbij zij tevens heeft vermeld:
“Voor 1 woning en een garage, zelfde isolatiewaarde.
Woning van 6 bij 21 meter
6,5 meter nokhoogte
3 meter goot hoogte
Garage van 12 bij 6 meter
6,5 meter nokhoogte
3 meter goothoogte
Totaal 20 ramen van 1 bij 1 meter draaikiep
3 vol elektrische garagedeuren, 2 vol glas. En 1 met 2 stroken glas.
3 buitendeuren
2 tussenwanden
Aluminium goten en zetting om ramen (mits mogelijk)
Dakplaten ook tegen wand geïsoleerd.”
2.6.
Q Loods heeft op 27 februari 2017 op de e-mail van [eiseres c.s.] gereageerd met een tweetal opgaven, te weten een voor de woning en een voor de garage.
2.7.
Op 15 september 2017 heeft [eiseres c.s.] bouwtekeningen aan Q Loods gestuurd.
2.8.
Partijen hebben vervolgens een drietal offertes ondertekend, te weten:
1) de offerte van 8 december 2017 ten aanzien van de bouw van het gebouw voor een bedrag van € 99.914,50 exclusief btw (hierna: offerte gebouw);
2) de offerte van 27 december 2017 voor het leveren en plaatsen van een sectionaaldeur voor een bedrag van € 24.750,- exclusief btw (hierna: offerte sectionaaldeur);
3) de offerte van 21 maart 2018 voor het leveren en plaatsen van kozijnen, voor een meerprijs van € 14.260,- exclusief btw (hierna: offerte kozijnen).
2.9.
De aanhef op pagina 1 van de offerte gebouw luidt: “
Hierbij ontvangt u een prijsopgave voor een Q Loods op basis van de door u verstrekte gegevens
.Daarnaast is het volgende opgenomen over de betalingstermijnen:
“Betalingstermijnen: 2,5% bij opdracht als vergoeding voor teken en rekenwerk (…) 57,5% bij opdracht, 35% een week voor levering, 5% een week na levering.”Op pagina 2 van de offerte staan de gegevens van de aanvraag, waaronder de afmetingen van de loods, en een specificatie van dakprofielen en -panelen en wandprofielen en panelen. Pagina 3, ‘Inleiding Staalconstructie’, is een algemene beschrijving van de drie soorten uitvoeringen van Q Loodsen. Op pagina 4 staat een prijsoverzicht. Ook hier worden onder het kopje ‘Staalstructuur’ de afmetingen van de loods genoemd en onder het kopje ‘Dak en wanden’ de specificaties van de dak- en wandpanelen. Onder het kopje ‘Montage’ staat ‘Bouwen door Q Loods’. Pagina 5 bevat nog een nadere specificatie van staalstructuur, dak, wanden en zetwerk en op pagina 6 staan enkele vragen die van belang zijn voor de montage.
2.10.
In de offerte sectionaaldeur en offerte kozijnen is over de betalingstermijnen opgenomen:
“60% bij opdracht, 35% een week voor levering, 5% een week na levering”.
2.11.
De totale aanneemsom bedroeg in totaal € 168.098,65 inclusief btw.
2.12.
In april 2018 is Q Loods begonnen met het monteren van het gebouw.
2.13.
In e-mails van 9 mei, 14 juni en 25 juni 2018 heeft [eiseres c.s.] Q Loods gewezen op gebreken in de montage, afspraken over het herstel van die gebreken weergegeven en erop gewezen wanneer deze gebreken in verband met andere werkzaamheden hersteld moesten zijn.
2.14.
In juli 2018 had [eiseres c.s.] in totaal een bedrag van € 153.758,09 voldaan. Een aantal werkzaamheden was nog niet uitgevoerd.
2.15.
Op 23 juli 2018 heeft het door [eiseres c.s.] ingeschakelde bouwadviesbureau Baltium B.V. (hierna: Baltium) een rapport uitgebracht over de staat van het gebouw. Zij heeft hierin een lijst van 62 tekortkomingen opgenomen.
2.16.
Bij brief van 23 juli 2018 heeft [eiseres c.s.] Q Loods op de hoogte gesteld van het rapport van Baltium en de geconstateerde tekortkomingen en Q Loods gesommeerd om uiterlijk 27 juli 2018 te bevestigen dat zij de geconstateerde gebreken zou herstellen en de overeenkomst zou nakomen en om een planning over te leggen die erin voorziet dat de werkzaamheden uiterlijk op 31 augustus 2018 zouden zijn afgerond.
2.17.
Bij brief van 26 juli 2018 heeft Q Loods het volgende geschreven aan [eiseres c.s.] , voor zover hier van belang:
“(…) Cliënte is een onderneming die loodsen levert en monteert. Zij is geen bouwonderneming en kan daar ook niet mee worden gelijkgesteld. Door het tekenen van een drietal offertes hebben uw cliënten cliënte opdracht gegeven tot het leveren en monteren van een tweetal aan elkaar geschakelde loodsen die uw cliënten wilden inrichten en gebruiken als woning. Een loods is per definitie niet gelijk te stellen met een woning zodat een groot gedeelte van het Bouwbesluit 2012 voor zover dat ziet op de bouw/verbouwing van woningen in de visie van cliënte niet van toepassing is op de bouw van een loods.
Cliënte kan gehouden worden aan hetgeen partijen op grond van de offertes van respectievelijk 8 december 2017, 27 december 2017 en 21 maart 2018 overeen zijn gekomen, t.w.; het leveren en monteren van de in de offerte d.d. 8 december 2018 omschreven loods(en), het leveren en plaatsen van een sectionaaldeur en het leveren van kozijnen tegen meerprijs.
(…)
Zoals reeds aangegeven bouwt cliënte geen woningen. Dat uw cliënten de loods(en) als woning willen gebruiken en inrichten is uiteraard hun zaak, het is dan ook aan hun om er voor zorg te dragen dat het e.e.a. in overeenstemming met de gestelde vereisten die er voor een woning gelden wordt gebracht. (…)”
2.18.
Verder heeft Q Loods in haar brief van 26 juli 2018 een reactie gegeven op de 62 gestelde tekortkomingen, waarvan zij een aantal erkent en wenst te herstellen en een deel wenst voor te leggen aan een deskundige.
2.19.
Bij brief van 27 juli 2018 heeft [eiseres c.s.] Q Loods laten weten dat zij in verzuim is en de overeenkomst met Q Loods ontbonden.
2.20.
Op 9 augustus 2018 heeft in opdracht van Q Loods het adviesbureau Expertise Bureau Noord (hierna: EBN) een bouwtechnisch onderzoek uitgevoerd. In haar rapport van 7 september 2018 heeft EBN een reactie gegeven op het rapport van Baltium en een kostenraming gemaakt om de twee loodsen af te bouwen volgens de overeenkomst, zijnde € 17.600,-.
2.21.
Op 31 oktober 2018 heeft Baltium een rapport uitgebracht waarin de afbouw- en herstelkosten voorlopig waren begroot op een bedrag van € 81.223,83 inclusief btw.
2.22.
Op 5 oktober 2019 is [eiseres c.s.] in de woning getrokken.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres c.s.] vordert samengevat en na wijziging van eis - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. verklaring voor recht dat [eiseres c.s.] niet meer dan 60% van de aanneemsom, zijnde een bedrag van € 100.859,19, verschuldigd is;
II. veroordeling van Q Loods om € 52.898,90 aan [eiseres c.s.] terug te betalen, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente;
III. veroordeling van Q Loods tot het vergoeden van door [eiseres c.s.] geleden schade van € 41.488,88, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente;
IV. veroordeling van Q Loods tot het vergoeden aan [eiseres c.s.] van de nog door haar te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
V. veroordeling van Q Loods in de proceskosten.
3.2.
[eiseres c.s.] stelt dat Q Loods toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Volgens [eiseres c.s.] zijn partijen overeengekomen dat Q Loods een woning zou bouwen. Dat betekent dat de woning ook moest voldoen aan de eisen die het Bouwbesluit daaraan stelt. Als Q Loods niet in staat was een woning te bouwen die aan die eisen voldeed, dan had ze [eiseres c.s.] daarvoor moeten waarschuwen op grond van artikel 7:754 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het gebouw dat Q Loods heeft gebouwd voldoet echter niet aan de eisen die het Bouwbesluit aan woningen stelt, bijvoorbeeld op het gebied van isolatie. Daarnaast waren er nog andere gebreken in de uitvoering. Vanwege die tekortkomingen heeft [eiseres c.s.] de overeenkomst ontbonden. Q Loods heeft na de ontbinding op grond van artikel 6:272 lid 2 BW slechts recht op een beperkte vergoeding voor datgene wat zij heeft gebouwd. Daarom moet Q Loods het teveel door [eiseres c.s.] aan Q Loods betaalde deel van de aanneemsom terugbetalen. Dat is € 52.898,90.
Als gevolg van deze tekortkomingen heeft [eiseres c.s.] ook schade geleden, die bestaat uit de extra kosten voor het herstellen en afronden van de bouw van de woning (vervangende schadevergoeding) en van de vervangende woonruimte. Verder heeft [eiseres c.s.] kosten moeten maken voor het inschakelen van de deskundige. Daarnaast stelt [eiseres c.s.] ook nog steeds schade te lijden, omdat niet alle gebreken zijn hersteld.
3.3.
Q Loods betwist dat de overeenkomst zag op de bouw van een woning. Volgens Q Loods zou zij slechts de loodsen met ramen en deuren leveren en monteren en zou [eiseres c.s.] die loodsen zelf afbouwen tot een woning met garage. Daarnaast betwist Q Loods voor een deel van de werkzaamheden dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en voor het overige betwist Q Loods dat zij in verzuim verkeerde. Q Loods concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring, althans tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres c.s.] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Q Loods vordert samengevat - hoofdelijke veroordeling van [eiseres c.s.] tot betaling van € 14.444,02, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
3.6.
Q Loods stelt - kort weergegeven - dat zij overeenkomstig de offerte gebouw, offerte sectionaaldeur en offerte kozijnen heeft geleverd en gemonteerd, zodat [eiseres c.s.] de gehele aanneemsom is verschuldigd. [eiseres c.s.] heeft van de gehele aanneemsom een bedrag van in totaal € 14.444,02 niet betaald.
3.7.
[eiseres c.s.] betwist allereerst dat alle materialen zijn geleverd. Ter zitting heeft zij verklaard dat de regenpijp niet is geleverd en het isolatiemateriaal. [eiseres c.s.] voert verder als verweer dat zij op grond van artikel 7:767 BW slechts verplicht was tot betalingen die, althans bij benadering, overeenstemmen met de voortgang van de bouw. De bouw was nog niet afgerond, dus [eiseres c.s.] was nog niet de volledige bouwsom verschuldigd. Daarnaast beroept [eiseres c.s.] zich op de ontbinding van de overeenkomst. [eiseres c.s.] concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring, althans tot afwijzing, met veroordeling van Q Loods in de proceskosten.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Inhoud van de overeenkomst
4.1.
De rechtbank stelt voorop dat tussen [eiseres c.s.] en Q Loods, door het ondertekenen van de door Q Loods verstrekte offertes, een overeenkomst van aanneming van werk (hierna: de overeenkomst) tot stand is gekomen, waarbij Q Loods zich jegens [eiseres c.s.] heeft verbonden een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren (artikel 7:750 lid 1 BW). Dat is tussen partijen niet langer in geschil. Partijen verschillen echter van mening over de inhoud van de overeenkomst.
4.2.
De rechtbank staat daarom voor de taak de inhoud van de overeenkomst uit te leggen. De vraag hoe in een schriftelijk contract (in dit geval de ondertekende offertes) de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635).
4.3.
Uit de bewoordingen van de overeenkomst maakt de rechtbank op dat partijen in ieder geval het leveren en monteren van een tweetal loodsen zijn overeengekomen. [eiseres c.s.] is van mening dat partijen hiernaast ook zijn overeengekomen dat de loodsen dienen te voldoen aan de voor woningen van toepassing zijnde bepalingen van het Bouwbesluit. In dit verband wijst zij er ten eerste op dat het Q Loods bekend was dat zij de loods wilde gaan bewonen. Q Loods heeft zichzelf geprofileerd als woningbouwer en zelf in haar correspondentie en andere uitlatingen ook vaak gesproken over ‘de woning’. [eiseres c.s.] verwijst verder naar de door haar verstrekte bouwtekeningen waarin isolatiewaarden van de wand- en dakpanelen zijn opgenomen.
4.4.
De rechtbank volgt [eiseres c.s.] niet. Om te beginnen biedt de tekst van de offertes geen aanknopingspunten voor haar stellingen. In de offerte gebouw wordt heel specifiek benoemd aan welke specificaties de staalconstructie en de dak- en wandpanelen moeten voldoen, maar wordt op geen enkele manier verwezen naar het Bouwbesluit. Q Loods erkent wel dat zij wist dat [eiseres c.s.] in de loods wilde gaan wonen, maar dat is onvoldoende om aan te nemen dat Q Loods zich heeft verbonden een woning te bouwen die voldeed aan de toepasselijke bepalingen van het Bouwbesluit. Tussen partijen staat immers vast dat [eiseres c.s.] zelf ook nog werkzaamheden aan de loodsen zouden verrichten.
4.5.
In dit verband vindt de rechtbank ook van belang dat niet is gesteld of gebleken dat partijen hebben gesproken over méér dan het bouwen van de buitenste ‘schil’ van de te realiseren woning. Een woning omvat naar het oordeel van de rechtbank per definitie meer dan alleen die schil. Zonder aansluitingen op elektriciteit, water en riool of eigen voorzieningen op dat gebied is de ‘schil’ immers niet zonder meer bewoonbaar. In de omstandigheid dat niet is gebleken dat Q Loods enige bemoeienis had met het realiseren van die aansluitingen, ziet de rechtbank dan ook een aanwijzing voor de uitleg die Q Loods aan de overeenkomst geeft.
4.6.
Verder weegt de rechtbank mee dat uit de correspondentie tussen partijen blijkt dat niet Q Loods, maar [eiseres c.s.] de regie voerde over het project. Zo waren de bouwtekeningen afkomstig van [eiseres c.s.] , en had [eiseres c.s.] de bouwvergunning aangevraagd zonder dat Q Loods daarbij betrokken was. [eiseres c.s.] gaf de door haar gewenste eigenschappen van de te gebruiken materialen (de afmetingen, isolatiewaarden en het merk) aan Q Loods door. Q Loods heeft de offertes opgesteld aan de hand van die wensen van [eiseres c.s.] Ook het feit dat beide partijen in hun correspondentie vaak spraken van een woning en een garage, maakt nog niet dat hieruit volgt dat de loodsen dienen te voldoen aan het Bouwbesluit of dat Q Loods had moeten begrijpen dat dit beoogd werd door [eiseres c.s.] Het lijkt er veeleer op dat de woorden “woning” en “garage” zijn gebruikt om het verschil tussen de twee loodsen weer te geven. Dit maakt nog niet dat Q Loods hiermee een verplichting op zich heeft genomen om, in afwijking van de tekst van de offerte, een woning en een garage te bouwen, die dienen te voldoen aan het Bouwbesluit.
4.7.
Uit de beschrijving op de LinkedIn-pagina van de toenmalig directeur van Q Loods dat zij stalen zelfbouw loodsen levert die vervolgens volledig naar wens zijn in te delen, “zelfs als woning” (zie 2.3) leidt de rechtbank ook niet af dat Q Loods zichzelf profileert als woningbouwer. Zoals Q Loods terecht aanvoert, blijkt uit die tekst juist dat de door Q Loods geleverde loodsen voor diverse doeleinden kunnen worden gebruikt en als zodanig zijn in te richten. Die inrichting is vervolgens aan de opdrachtgever. [eiseres c.s.] kan zich in dit verband ook niet met succes beroepen op de uitlatingen van Q Loods in social media over het bouwen van een loodswoning. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat de enkele omstandigheid dat Q Loods wist dat de loods als woning zou worden gebruikt nog niet betekent dat Q Loods de verplichting op zich heeft genomen om een woning te bouwen die voldoet aan het Bouwbesluit.
4.8.
In dit licht bezien is de rechtbank van oordeel dat partijen over en weer van elkaar hebben moeten begrijpen dat zij overeenkwamen dat Q Loods een tweetal loodsen zou leveren en monteren. Die loodsen zouden dienen als schil voor de door [eiseres c.s.] zelf af te bouwen en in te richten woning en garage. De loodsen vormden derhalve een onderdeel van een geheel van een door [eiseres c.s.] te realiseren project. Dit stemt overeen met het feit dat [eiseres c.s.] zelf zou zorgdragen voor de plaatsing van de binnenwanden in de loodsen en dat naast Q Loods ook andere partijen werkzaam waren in en rondom het gebouw.
Waarschuwingsplicht Q Loods?
4.9.
Het beroep van [eiseres c.s.] op de waarschuwingsplicht slaagt niet. Omdat hiervoor is overwogen dat Q Loods geen woning zou bouwen, maar twee loodsen die door [eiseres c.s.] zouden worden afgebouwd en ingericht als woning en garage, hoefde Q Loods [eiseres c.s.] niet te waarschuwen dat zij niet in staat was om een woning te bouwen.
Tekortkoming Q Loods?
4.10.
De vraag die beantwoord dient te worden is of Q Loods de verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen. Omdat de overeenkomst zag op het leveren en monteren van twee loodsen, was Q Loods verplicht de overeengekomen materialen te leveren en deugdelijk te monteren.
4.11.
Ten aanzien van de wandpanelen stelt [eiseres c.s.] dat andere wandpanelen zijn geleverd dan partijen zijn overeengekomen en dat dit een tekortkoming aan de zijde van [eiseres c.s.] oplevert. Q Loods erkent dat de gemonteerde wandpanelen niet dezelfde wandpanelen zijn als overeengekomen in de overeenkomst, maar voert aan dat [eiseres c.s.] deze afwijkende wandpanelen heeft geaccepteerd. Ter zitting heeft [eiseres c.s.] aangevoerd dat zij slechts onder een financiële compensatie bereid was hiermee akkoord te gaan. Q Loods heeft ter zitting op dit punt een bewijsaanbod gedaan. De rechtbank zal hierop in de verdere beoordeling terugkomen.
4.12.
Voor zover het rapport van Baltium ervan uitgaat dat Q Loods een woning zou bouwen, laat de rechtbank dit, gelet op het voorgaande, buiten beschouwing. In het rapport staat echter ook dat er gebreken zijn geconstateerd in de montage, het zetwerk en de afwerking van de loodsen. Q Loods heeft een aantal van de door Baltium geconstateerde gebreken erkend. In zoverre is er dus sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Ter zitting heeft Q Loods aangegeven dat de herstelkosten van de door haar erkende gebreken overeenkomen met de waarde die EBN eraan koppelt, te weten € 17.600,. Met betrekking tot de niet-erkende gebreken kan de rechtbank uit het rapport van Baltium niet steeds opmaken in hoeverre sprake is van een tekortkoming ten opzichte van dat wat partijen zijn overeengekomen. De rechtbank laat dit punt nu echter in het midden en zal hier later op terugkomen.
Verzuim Q Loods?
4.13.
De vorderingen van [eiseres c.s.] zijn gegrond op een toerekenbare tekortkoming van Q Loods in de nakoming van de overeenkomst. Vanwege die tekortkoming heeft [eiseres c.s.] de overeenkomst ontbonden en vordert zij schadevergoeding. Zowel voor een ontbinding als voor schadevergoeding is echter vereist dat Q Loods in verzuim verkeert. Q Loods betwist dat op enig moment verzuim is ingetreden.
4.14.
[eiseres c.s.] stelt primair dat Q Loods in verzuim is door het verstrijken van de in de drie e-mails van 9 mei 2018, 14 juni 2018 en 25 juni 2018 gestelde termijnen, subsidiair dat het verzuim is ingetreden op 9 juli 2018 omdat Q Loods toen haar bouwmaterialen van de bouwplaats heeft verwijderd en uiterst subsidiair dat Q Loods op 26 juli 2018 in verzuim is gekomen op grond van artikel 6:83 sub c BW omdat zij toen bevestigde dat zij niet in staat is een woning te kunnen bouwen. Aanvankelijk had [eiseres c.s.] in haar dagvaarding een vierde grond opgesomd waaruit volgens haar viel af te leiden dat Q Loods in verzuim verkeerde, maar daar heeft zij ter zitting afstand van gedaan.
4.15.
De rechtbank is van oordeel dat in de drie e-mails geen sprake is van een sommatie waarbij [eiseres c.s.] aan Q Loods een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld. [eiseres c.s.] heeft slechts in algemene zin naar deze e-mails verwezen, maar niet geconcretiseerd welke passage als ingebrekestelling geldt. De rechtbank heeft die er zelf ook niet in kunnen lezen. Daarvoor zijn de e-mails onvoldoende concreet. De drie e-mails kunnen aldus niet als een ingebrekestelling worden gekwalificeerd, zodat op die grond geen sprake is van verzuim aan de kant van Q Loods.
4.16.
Ook ten aanzien van het verwijderen van de bouwmaterialen van de bouwplaats door Q Loods kan geen verzuim worden aangenomen. Daargelaten dat [eiseres c.s.] niet heeft onderbouwd waarom zij uit deze enkele gedraging heeft mogen afleiden dat Q Loods in het geheel niet zou nakomen, heeft Q Loods toegelicht dat zij juist op verzoek van [eiseres c.s.] haar bouwmaterialen uit de op de bouwplaats aanwezige container heeft verwijderd. De bouwlift was op dat moment ook niet meer nodig voor de montage. Q Loods heeft voorts onbetwist gesteld dat zij de volgende dag haar werk op de bouwplaats heeft hervat.
4.17.
Tot slot kan ook uit de brief van Q Loods van 26 juli 2018 niet de conclusie worden getrokken dat zij in verzuim is. Uit de enkele mededeling van Q Loods dat zij geen woningen bouwt, kan niet worden afgeleid dat zij niet aan de overeenkomst zal voldoen en niet zal nakomen. In overweging 4.8 heeft de rechtbank immers al geoordeeld dat [eiseres c.s.] er niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Q Loods een woning zou bouwen en leveren.
Conclusie
4.18.
Uit het voorgaande volgt dat ten aanzien van de door Q Loods erkende gebreken geen sprake is van verzuim aan de kant van Q Loods. Voor zover er daarnaast nog sprake mocht zijn van montagegebreken geldt hetzelfde. Ook indien zou komen vast te staan dat [eiseres c.s.] niet akkoord is gegaan met de verkeerd geleverde wandpanelen, geldt dat Q Loods niet in verzuim is komen te verkeren. De rechtbank ziet dan ook geen reden om Q Loods toe te laten tot bewijslevering ten aanzien van de wandpanelen.
4.19.
Nu Q Loods niet in verzuim is, is er geen grondslag voor de ontbinding van de overeenkomst of het vergoeden van schade. Dit betekent dat de vorderingen van [eiseres c.s.] zullen worden afgewezen.
in reconventie
4.20.
Q Loods stelt dat zij alle materialen heeft geleverd, zodat zij op grond van de betaalschema’s in de overeenkomsten recht heeft op volledige betaling.
4.21.
Omdat [eiseres c.s.] heeft betwist dat de regenpijp en het isolatiemateriaal door Q Loods zijn geleverd, lag het op de weg van Q Loods om te onderbouwen dat dat wel is gebeurd. Dat heeft Q Loods niet gedaan. Dat betekent dat sowieso niet het gehele gevorderde bedrag van € 14.444,02 kan worden toegewezen.
4.22.
In geschil is verder of [eiseres c.s.] een beroep op artikel 7:767 BW toekomt. Dit is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval. Dit artikel is, gelet op artikel 7:765 BW (alleen) van toepassing op “aanneming van werk die strekt tot de bouw van een woning, bestaande uit een onroerende zaak of bestanddeel daarvan, in opdracht van een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf”. Uit deze wetstekst blijkt dat het moet gaan om de bouw van een woning. Daarvan is geen sprake, zo heeft de rechtbank hiervoor al geoordeeld. [eiseres c.s.] meent dat deze bepaling ook van toepassing is op een overeenkomst die strekt tot de bouw van een bestanddeel van de woning.
4.23.
De rechtbank volgt [eiseres c.s.] niet. Zowel uit de plaats van de komma’s in de wetstekst als uit de bedoeling van de wetgever zoals deze in de wetsgeschiedenis naar voren komt (kamerstukken Tweede Kamer, 23 095), blijkt dat waar de wetstekst tussen de komma’s spreekt over “een onroerende zaak of bestanddeel daarvan”, het woordje “daarvan” terugslaat op “een onroerende zaak” en niet op het eerder genoemde woord “woning”. De wetgever heeft “bouw van een woning” beperkt tot onroerende zaken (dus geen woonboten, sta-woonwagens of caravans en dergelijke) en woningen die niet zelfstandig een onroerende zaak zijn, maar bestanddelen zijn van een groter complex (dus bijvoorbeeld de bouw van een woning in een onroerende zaak waarin ook bedrijven of andere woningen komen) onder de bescherming van de wet gebracht. Dit betekent dus, in tegenstelling tot het betoog van [eiseres c.s.] , dat de bouw van een bestanddeel van de woning niet onder dit artikel valt. De overeengekomen betalingstermijnen zijn dus niet in strijd met de wet.
4.24.
De rechtbank heeft hiervoor verder al geoordeeld dat Q Loods niet in verzuim was en dat er dus geen grond was voor ontbinding van de overeenkomst. Zij kan zich dus niet in verweer tegen de vordering van Q Loods op die ontbinding beroepen. De rechtbank volgt [eiseres c.s.] in haar stelling dat het onredelijk is als zij wordt gehouden de volledige aanneemsom te betalen terwijl het werk nog niet geheel af is en gebreken vertoont. Q Loods heeft immers een aantal gebreken erkend, zodat daarmee een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst vaststaat. Tussen partijen is ook niet in geschil dat de loodsen nog niet geheel af zijn. En hiervoor heeft de rechtbank al overwogen dat niet is gebleken dat álle materialen al zijn geleverd. Op Q Loods rust dus nog een nakomingsverplichting. Op de zitting heeft Q Loods verklaard dat zij nog steeds bereid is het werk af te maken en gebreken te herstellen. [eiseres c.s.] heeft laten weten dat zij een deel van de gebreken al door derden heeft laten herstellen omdat de woning anders nog onbewoonbaar was, maar dat niet alle gebreken zijn hersteld. De rechtbank acht het in deze specifieke situatie gelet op alle omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar als [eiseres c.s.] nu al een bedrag van € 14.444,02 dient te betalen, terwijl de kosten van de door Q Loods zelf erkende gebreken worden geraamd op € 17.600,. Om deze reden wordt de vordering van Q Loods tot betaling van de openstaande bedragen afgewezen.
in conventie en reconventie
4.25.
Nu de vorderingen in conventie en in reconventie sterk samenhangen en allebei worden afgewezen, ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
in reconventie
5.2.
wijst de vorderingen af,
in conventie en reconventie
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg, rechter, bijgestaan door mr. M. Sahin, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2019.