Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 november 2018, met producties (inclusief de nagekomen volledige productie 4),
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 23 oktober 2019, waarbij een comparitie is bepaald,
- het proces-verbaal van de comparitie van 15 januari 2020, met het daarin genoemde processtuk,
- de door partijen ingediende B16-formulieren waarin is vermeld dat partijen geen schikking zijn overeengekomen,
- de brief van 6 februari 2020 van ING met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
manager finance. In die functie was hij verantwoordelijk voor de financiële administratie van T.O.M. Daarvoor was hij als financieel manager in dienst bij [bedrijf] . [naam] hield bij ING een betaalrekening met nummer [rekeningnummer] (hierna: de Betaalrekening).
3.Het geschil
4.De beoordeling
Schending zorgplicht?
Safe Havenen HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3399,
ABN AMRO / Van den Berg).
Foot Locker). Verder bestaat de bijzondere zorgplicht jegens derden onafhankelijk van de mate van onoplettendheid, onvoorzichtigheid en roekeloosheid die een derde valt te verwijten. Deze aspecten kunnen wel worden meegewogen in de mate van eigen schuld die de derde te verwijten valt.
Van den Berg).
€ 5414,75 + € 6219,74 + € 5093,43 + € 5093,43 + € 4470,00 + € 5494,26 + € 6099,79 +
€ 5408,70 = € 53.333,64). Deze schade staat naar het oordeel van de rechtbank in condicio sine qua-non verband met de door ING geschonden zorgplicht jegens derden, nu de schade is veroorzaakt doordat ING niet eerder is overgegaan tot het blokkeren van de Betaalrekening. Voorts kan deze schade aan ING worden toegerekend in de zin van artikel 6:98 BW. De aard van de aansprakelijkheid van ING – de schending van haar zorgplicht – en de voorzienbaarheid van de schade voor T.O.M. als gevolg van deze schending zijn hiervoor afdoende (vgl. het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 14 mei 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1611,
Foot Locker). Het betoog van ING dat T.O.M. al een deel van haar schade op [naam] heeft kunnen verhalen staat aan toewijzing van schade niet in de weg, omdat is gebleken dat dit een zeer klein deel van de totale schade betreft.
- explootkosten € 85,79
- griffierecht € 3.946,00
- salaris advocaat € 1.390,00 (2 punten x liquidatietarief III)