Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 december 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 30 oktober 2019, waarin ambtshalve een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
recht van overbouwingvoor de zich aan de achterzijde van de in deze splitsing betrokken percelen, kadastraal bekend gemeente Delfshaven, sectie C, nummer 5439, 5440, 5442, 5444, 5446, 5448, 5450, 5452, 5454 bevindende galerijen, balkons en twaalf bergingen en gerekend vanaf het hart van de scheidingslaag tussen de ruimten op de eerste verdieping van laatst vermelde percelen, kadastraal bekend gemeente Delfshaven, sectie C, nummer 5445, 5543, 5541, 5447, 5449, 5451, 5453, 5455, 5191, 5456 en 5457;
Erfdienstbaarheid van overbouwing.
heersend erf” en ten laste van de aan de Vennootschap verblijvende percelen, kadastraal bekend gemeente Delfshaven, sectie C, nummers 5191, 5441, 5443, 5445, 5447, 5449, 5451, 5453, 5455, 5456 en 5457 als “
dienend erf”
de erfdienstbaarheid van overbouwingvoor de zich aan de achterzijde van het heersend erf bevindende galerijen, balkons, en twaalf (12) bergingen en gerekend vanaf het hart van de scheidingslaag tussen de ruimten op de begane grond en de eerste verdieping van het heersende erf, zoals is weergegeven op de aan de akte gehechte tekening. (…)”
Vraag 2: De schadeoorzaak;
3.Het geschil
4.De beoordeling
opstalaansprakelijkheid artikel 6:174 BW
1.390,00(2,0 punten × tarief € 695,00)