ECLI:NL:RBAMS:2020:3344

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
8 juli 2020
Zaaknummer
13/729020-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van valsheid in geschrift bij indienen van facturen aan de gemeente Amsterdam

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 juli 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het valselijk opmaken en indienen van drie facturen bij de gemeente Amsterdam. De tenlastelegging betrof facturen van Protrax International, die in de periode van 8 juli 2015 tot en met 23 december 2016 waren ingediend. De kern van de beschuldiging was dat de verdachte niet de uren had gewerkt die hij had gefactureerd. Tijdens de zitting op 25 juni 2020 was de verdachte niet aanwezig, maar werd hij vertegenwoordigd door zijn raadsman. De officieren van justitie, mrs. R. Bosman en E.B. Smit, hebben hun vordering gedaan, terwijl de verdediging aanvoerde dat er geen bewijs was voor de valsheid van de facturen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de facturen geen specifieke uren vermeldden, maar slechts een bedrag en een algemene omschrijving van de werkzaamheden. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte in de maanden augustus, november en december 2016 minder dan 180 uur aan de Grijze Campagne had gewerkt. Dit leidde tot de conclusie dat de facturen niet vals waren en dat de verdachte van alle beschuldigingen werd vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de verdachte had kunnen begrijpen waartegen hij zich moest verdedigen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/729020-17
Datum uitspraak: 9 juli 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 juni 2020. Verdachte was niet bij de inhoudelijke behandeling van zijn zaak aanwezig, maar hij werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigd raadsman.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. R. Bosman en E.B. Smit (hierna: de officier van justitie) en van wat de gemachtigd raadsman van verdachte, mr. K. Canatan, naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – na wijziging van de tenlastelegging op de pro forma zitting van 15 januari 2020 – kort samengevat van beschuldigd dat hij
in de periode 8 juli 2015 tot en met 23 december 2016 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, facturen van Protrax International, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, te weten:
- een factuur d.d. 4 september 2016 met nummer 2016008 ad € 18.000,00 (exclusief BTW), betreffende Ondersteuning ontw. Voorlichtingscampagne;
- een factuur d.d. 2 december 2016 met nummer 2016010 ad € 18.000,00 (exclusief BTW), betreffende Ondersteuning ontw. Voorlichtingscampagne;
- een factuur d.d. 23 december 2016 met nummer 2016011 ad € 18.000,00 (exclusief BTW), betreffende Ondersteuning ontw. Voorlichtingscampagne
en/of
tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk voornoemde valse/vervalste facturen heeft gebruikt en/of heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad.
De tekst van de gehele tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
De raadsman heeft bepleit dat de drie feitelijke beschrijvingen (zowel bij het eerste als het tweede alternatief/cumulatief ten laste gelegde) innerlijk tegenstrijdig zijn aan de verdenking. Hij vindt dat dit moet leiden tot partiële nietigheid van de dagvaarding.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat geen sprake is van een partieel nietige dagvaarding, omdat de feitelijke beschrijvingen zijn toegevoegd ter verduidelijking.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de wet en vaste rechtspraak volgt dat een beschuldiging voldoende bepaald moet zijn, zodat het voor een verdachte duidelijk is waar hij zich tegen moet verdedigen. Als de tenlastelegging in samenhang wordt bezien met de inhoud van het dossier, volgt daaruit welke feitelijke gedragingen verdachte worden verweten. De feitelijke beschrijvingen moeten ook niet afzonderlijk, maar in onderling verband en samenhang worden bezien. Verdachte heeft dus kunnen begrijpen wat hem wordt verweten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de dagvaarding niet innerlijk tegenstrijdig is en dat deze voldoet aan de eisen, zoals gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak

4.1
Inleiding
Start en verloop van het onderzoek
Op 9 en 27 november 2016 heeft Bureau Integriteit van de Gemeente Amsterdam (hierna: BI) twee anonieme meldingen van een vermoeden van integriteitschending ontvangen over een ambtenaar van de gemeente, zijnde medeverdachte [medeverdachte] . Zij was op dat moment werkzaam was als programmamanager Radicalisering bij de Directie Openbare Orde en Veiligheid. Naar aanleiding van de anonieme meldingen is BI een onderzoek gestart wat heeft geleid tot een rapport van voorlopige bevindingen d.d. 11 april 2017 (onderzoek Hyacinth). Uit het rapport van BI kwam naar voren dat Protrax International – een eenmanszaak van verdachte – 18 facturen bij de gemeente Amsterdam heeft ingediend voor een totaalbedrag van € 141.200,- (ex. BTW), terwijl BI geen berichten of documenten heeft aangetroffen waaruit blijkt dat Protrax International daadwerkelijk diensten heeft geleverd aan de gemeente Amsterdam. Naar aanleiding van de ontvangst van dit rapport is op 12 april 2017 een strafrechtelijk onderzoek (13Eastham) gestart. Het strafrechtelijk onderzoek raakte vervolgens in een stroomversnelling toen verdachte – via een van zijn andere eenmanszaken te weten, ‘The Visionair’ – een nieuwe factuur (d.d. 22 mei 2017) heeft ingediend bij de Gemeente Amsterdam. Dit heeft geleid tot het inzetten van bijzondere opsporingsbevoegdheden (hierna: BOB) medio juni 2017. De medeverdachte werd ondertussen op 13 juli 2017 geschorst door de gemeente Amsterdam en op 31 juli 2017 kreeg zij de disciplinaire maatregel van strafontslag opgelegd. Op 27 augustus 2017 heeft de gemeente Amsterdam aangifte gedaan van oplichting tegen verdachte en medeverdachte.
De Grijze Campagne
In het begin van het onderzoek was het nog onbekend voor welke werkzaamheden de facturen van Protrax International waren opgemaakt. Rond juli/augustus 2017 werd uit getuigenverhoren duidelijk dat de facturen betrekking hadden op een vertrouwelijke/geheime campagne van de gemeente genaamd de “Grijze Campagne”.
Volgens de heer [naam externe adviseur] , een externe adviseur op het gebied van radicalisering van toenmalig burgemeester [naam burgemeester] , is deze Grijze Campagne ontworpen om moslim-jongeren ervan te weerhouden hun woede om te zetten in jihadisme. Het was absoluut essentieel dat de boodschap eruit zag en klonk als volkomen authentiek. Het doel van de Grijze Campagne was om door middel van het maken van een serie filmpjes het persoonlijke verhaal van een jongen te tonen in de vorm van een soort videodagboek. Door het maken van verschillende filmpjes waarbij de gemoedstoestand van deze jongen verandert ten goede zou mogelijk de doelgroep (jonge islamitische man) niet radicaliseren.
Verdachte is door de medeverdachte en haar collega [naam collega] voorgesteld als degene die de filmpjes voor de Grijze Campagne zou maken. Verder is gebleken dat verdachte – via een andere eenmanszaak ‘ [verdachte] Consultancy’ – in opdracht van een extern bureau genaamd ‘ [naam extern bureau] ’, in dezelfde periode als de Grijze Campagne ook werkte aan de ontwikkeling van een online applicatie (hierna: app) voor de gemeente Amsterdam.
De online app
Door de Gemeente Amsterdam is een online aanpak geformuleerd als onderdeel van het beleid inzake Radicalisering en Polarisatie. Als onderdeel van deze online aanpak is een mobiele app ontwikkeld. Professionals die werkzaam zijn in het werkveld van radicalisering moeten in de toekomst deze app (al dan niet op hun mobiele telefoon) gebruiken. In deze app zouden nieuwsberichten, bijeenkomsten en activiteiten worden getoond. Tevens zou de app gebruikt kunnen worden als digitaal portaal voor het Meld- en Adviespunt radicalisering en polarisatie.
Verdenking op de dagvaarding
De verdenking tegen verdachte is dat hij drie facturen van Protrax International (d.d. 4 september 2016, 2 december 2016 en 23 december 2016) valselijk heeft opgemaakt en ingediend bij de gemeente Amsterdam. Deze facturen zouden vals zijn, omdat hij de daarop vermelde gedeclareerde uren/werkzaamheden niet dan wel niet volledig heeft besteed aan de Grijze Campagne.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat bewezen kan worden dat de facturen van 2 december 2016 en 23 december 2016 valselijk door verdachte zijn opgemaakt en ingediend, omdat hij – kort samengevat – op de facturen uren en/of werkzaamheden heeft vermeld die in werkelijkheid niet zijn verricht. Verdachte moet wel worden vrijgesproken van het valselijk opmaken/gebruik maken van de factuur van 4 september 2016.
Ten aanzien van de drie facturen is specifiek het volgende aangevoerd.
Factuur van 4 september 2016
Ten aanzien van de factuur van 4 september 2016 is aangevoerd dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat hij in de maand augustus daadwerkelijk 180 uur heeft gewerkt aan de Grijze Campagne, ontbreekt daadwerkelijk bewijs dat verdachte niet heeft gewerkt.
Factuur van 2 december 2016
Bij de factuur van 2 december 2016 is door de officier van justitie aangevoerd dat uit het verrichte onderzoek volgt dat er geen enkel bewijs is dat verdachte in november 2016 heeft gewerkt aan de Grijze Campagne. Daarbij komt dat het vrijwel onmogelijk is dat hij, naast de werkzaamheden die hij heeft besteed aan de online app, ook nog eens 180 uur heeft gewerkt aan de Grijze Campagne. Verdachte heeft ook geen enkele onderbouwing of toelichting gegeven over de volgens hem gewerkte uren. Dit maakt dat de factuur vals is. Door het opstellen en versturen van een factuur op naam van Protrax International waarin staat vermeld dat hij 180 uur heeft gewerkt, terwijl dat niet is gebeurd, heeft verdachte zich opzettelijk schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift.
Factuur van 23 december 2016
De officier van justitie heeft ten aanzien van de factuur van 23 december 2016 aangevoerd dat zowel verdachte als de medeverdachte hebben verklaard dat de bijlage bij deze factuur onjuist is. In de bijlage staat namelijk “werkzaamheden online app” vermeld, terwijl de opdracht voor de app via [naam extern bureau] liep. Verdachte mocht dus zelf geen werkzaamheden declareren voor de online app bij de gemeente. Zijn verklaring dat hij de verkeerde bijlage bij de factuur heeft gevoegd en dat hij zowel voor de online app als voor de Grijze Campagne 180 uur heeft gewerkt, is ongeloofwaardig. Verder is er geen enkel bewijs dat verdachte in december 2016 heeft gewerkt aan de Grijze Campagne. Zo is er in december 2016 geen communicatie, filmmateriaal of anderszins (wijzigingen in) filmopname(n) aangetroffen die zien op de Grijze Campagne. De factuur is dus vals. Doordat verdachte als bijlage bij de factuur van Protrax International een urenspecificatie heeft ingediend met gewerkte uren voor een ander project dan de Grijze Campagne is sprake van het opzettelijk opmaken en indienen van een valse factuur.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat van geen van de facturen de (opzet op de) valsheid kan worden bewezen. De officier van justitie kan namelijk niet bewijzen dat verdachte nooit werkzaamheden (voor de Grijze Campagne) heeft verricht gedurende de tenlastegelegde periode. Daarbij geldt dat de rechtbank geen oordeel hoeft te vellen over het aantal uren dat al dan niet gewerkt is, omdat geen van de facturen een urenspecificatie bevat. De uitleg van de officier van justitie dat de facturen 180 uur vertegenwoordigden is een uitleg die buiten de facturen om wordt gemaakt. Bovendien moesten de facturen bewust vaag worden opgesteld, omdat er geen herleidbare verwijzingen naar de Grijze Campagne in mochten staan.
Ten aanzien van de drie facturen is specifiek het volgende aangevoerd.
Factuur van 4 september 2016
Ten aanzien van de factuur van 4 september 2016 is bepleit dat uit geen enkel bewijsmiddel volgt dat verdachte niet of minder dan 180 uur heeft gewerkt. Daarmee kan dus geen sprake zijn van een valse factuur.
Factuur van 2 december 2016
Ook ten aanzien van de factuur van 2 december 2016 is door de raadsman bepleit dat uit geen enkel bewijsmiddel volgt dat verdachte niet of minder dan 180 uur heeft gewerkt. In november 2016 werkte verdachte aan twee projecten tegelijk. De analyse van verbalisanten dat dit niet mogelijk zou zijn klopt niet. Te meer nu hij voor zijn werkzaamheden niet op locatie hoefde te zijn. Zijn aanwezigheid op andere locaties dan het stadhuis betekent niet dat hij dan niet aan het werk kon zijn.
Factuur van 23 december 2016
Ten aanzien van de factuur van 23 december 2016 is duidelijk dat sprake is van een administratieve vergissing en dat de bijlage niet thuishoort bij deze factuur. Dit betekent niet dat hij in december 2016 alleen aan de app heeft gewerkt en dit via Protrax International wilde declareren. Uit het overzicht in het dossier waarin wordt verwezen naar de werkzaamheden die betrekking hadden op de online app blijkt niet meer dan dat verdachte in december 2016 ook aan de app werkte. Hieruit blijkt niet dat hij gedurende december daardoor niet (of niet zoveel) aan de Grijze Campagne kan hebben gewerkt. Kortom, ook hier geldt dat uit geen enkel bewijsmiddel volgt dat verdachte niet of minder dan 180 uur gewerkt heeft.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De kern van het verwijt is dat de facturen vals zouden zijn, omdat verdachte niet de uren heeft gewerkt die hij heeft gefactureerd.
Hoeveel uren heeft verdachte gefactureerd?
Op de facturen zelf staan geen (aantal) uren omschreven, maar slechts een bedrag en een zeer algemene omschrijving van de werkzaamheden.
De rechtbank gaat er van uit dat de factuur van 4 september 2016 gaat over werkzaamheden van de maand augustus 2016. De factuur van 2 december 2016 gaat over werkzaamheden van de maand november 2016 (op deze factuur staat ook het woord “november” vermeld). De factuur van 23 december 2016 gaat over werkzaamheden van de maand december 2016.
De drie facturen zijn verstuurd door Protrax International en er wordt bij alle drie de facturen een bedrag van € 18.000,- exclusief BTW gefactureerd. Ten aanzien van de derde factuur d.d. 23 december 2016 is nog een bijlage gevoegd die ziet op werkzaamheden van de mobiele app.
De rechtbank stelt vast dat de gemeente Amsterdam met verdachte (lees: Protrax International) een uurtarief van € 100,- heeft afgesproken voor de werkzaamheden aan de Grijze Campagne. Uitgaande van het gefactureerde bedrag van € 18.000,- zou verdachte dus 180 uur per maand besteed moeten hebben aan de Grijze Campagne.
De vraag ligt dus voor of vastgesteld kan worden dat verdachte teveel heeft gedeclareerd. De officier van justitie moet het bewijs aandragen dat verdachte in de maanden augustus, november en december 2016 minder dan 180 uur per maand aan de Grijze Campagne heeft gewerkt.
De rechtbank beoordeelt dit per factuur.
Factuur van 4 september 2016
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte in augustus 2016 geen of onvoldoende werkzaamheden voor de Grijze Campagne heeft verricht. Dit betekent dat de factuur van 4 september 2016 niet vals is en dat verdachte hiervan wordt vrijgesproken.
Factuur van 2 december 2016
De politie heeft in het dossier een analyse gemaakt waarin staat vermeld op welke momenten verdachte aan de online app heeft gewerkt. Dit zijn niet zoveel uren dat er redelijkerwijs geen 180 uur voor de Grijze Campagne kan zijn overgebleven. Uit die analyse kan dus niet de conclusie worden getrokken dat verdachte zoveel tijd heeft besteed aan de online app, dat hij niet 180 uur aan de Grijze Campagne kan hebben besteed. Dit betekent dat er geen bewijs is dat de factuur van 2 december 2016 vals is en dat verdachte hiervan wordt vrijgesproken.
Factuur van 23 december 2016
Ook voor de factuur van 23 december 2016 geldt dat de officier van justitie onvoldoende bewijs heeft aangedragen dat verdachte geen 180 uur aan de Grijze Campagne heeft besteed. Dat in december 2016 geen communicatie in de WhatsAppgroep “Chatgroep X”
(een WhatsAppgroep die is opgericht met betrekking tot de Grijze Campagne) is aangetroffen, is onvoldoende om te zeggen dat verdachte in het geheel niet aan de Grijze Campagne heeft gewerkt. Te meer omdat de Grijze Campagne een vertrouwelijke campagne was. Ook voor de stelling dat verdachte bewust zijn werkzaamheden voor de online app wilde declareren via Protrax International is onvoldoende bewijs aangedragen. Zowel verdachte als de medeverdachte hebben verklaard dat de bijlage over werkzaamheden voor de app, per vergissing is meegestuurd bij de factuur van 23 december 2016. Dit betekent dat er geen bewijs is dat de factuur van 23 december 2016 vals is en dat verdachte hiervan wordt vrijgesproken.
Conclusie
Kortom, de rechtbank acht het ten laste gelegde niet bewezen. Verdachte wordt dus vrijgesproken.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart
het ten laste gelegde niet bewezenen
spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Vaandrager, voorzitter,
mrs. C.M. Berkhout en E. van den Brink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Mark, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juli 2020.