ECLI:NL:RBAMS:2020:3720

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
8259505 CV EXPL 20-509
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens niet-verzilveren van opties door werkgever

In deze zaak vorderde de eiseres, Adyen N.V., een schadevergoeding van ruim 2 miljoen euro van haar werkgever, Adyen, omdat zij haar optierechten niet kon verzilveren. De eiseres was in dienst bij Adyen en had optierechten verkregen die zij wilde uitoefenen. Echter, door een lock-up periode na de beursgang van Adyen kon zij de aandelen niet verkopen, waardoor zij in financiële problemen kwam. De eiseres stelde dat Adyen haar niet goed had geïnformeerd over de gevolgen van haar uitdiensttreding en dat dit in strijd was met goed werkgeverschap. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres op beide data van uitdiensttreding recht had op het uitoefenen van haar opties, maar dat de informatie die Adyen had verstrekt correct was. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van een eenzijdige wijziging van de optieregeling en dat Adyen niet in strijd met goed werkgeverschap had gehandeld. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8259505 CV EXPL 20-509
vonnis van: 24 juli 2020
fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. M. van den Eeckhout
t e g e n

1. de naamloze vennootschap Adyen N.V.

2. de stichting Stichting Administratiekantoor Adyen

beide gevestigd te Amsterdam
gedaagden
nader te noemen: Adyen
gemachtigde: mr. J.B.R. Regouw

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 24 december 2019 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties.
Vervolgens is tussenvonnis gewezen en een datum bepaald voor een comparitie van partijen. De comparitie heeft plaats gevonden op 24 juni 2020. [eiseres] heeft op voorhand nadere producties in het geding gebracht. [eiseres] is verschenen met haar echtgenoot de heer [naam echtgenoot] en haar gemachtigde. Namens Adyen zijn verschenen de heer [medewerker gedaagde] en mevrouw [medewerkster gedaagde] met de gemachtigde en diens kantoorgenote mr. S. Schermerhorn. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en de gemachtigden hebben pleitaantekeningen overgelegd. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en erkend of niet (voldoende) weersproken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[eiseres] is op 16 mei 2011 in dienst getreden bij Adyen in de functie van [functie 1] . Adyen is leverancier van een online betalingssysteem.
1.2.
Op 20 augustus 2014 kreeg [eiseres] van Adyen 5.000 optierechten. Deze gaven het recht tot koop van certificaten van aandelen tegen een uitoefenprijs van € 10,95. Verkregen certificaten van aandelen zijn niet vrij verhandelbaar.
1.3.
Op de optieregeling is een “option plan” van toepassing. Hierin staat onder meer dat een steeds toenemend aantal opties zou kunnen worden uitgeoefend, naarmate de tijd verstreek. Vier jaar na het verkrijgen zou [eiseres] het recht hebben verworven alle opties uit te oefenen. Ook staat in het option plan dat op het moment dat optierechten worden uitgeoefend, [eiseres] gehouden is de verschuldigde belastingen te voldoen. In een dergelijk geval moet in de praktijk (52%) loonbelasting worden betaald over het verschil tussen de uitoefenprijs en de actuele waarde van de certificaten.
1.4.
Op 24 oktober 2017 bood Adyen aan [eiseres] de mogelijkheid 333 opties uit te oefenen en vervolgens de verkregen certificaten meteen te verkopen. [eiseres] heeft daar gebruik van gemaakt.
1.5.
Begin 2018 werd binnen Adyen meegedeeld dat een beursgang werd overwogen.
1.6.
Op 26 april 2018 heeft [eiseres] aan Adyen laten weten dat zij haar arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juni 2018 wilde beëindigen. Op verzoek van Adyen heeft zij zich vervolgens bereid verklaard langer in dienst te blijven, namelijk tot 1 september 2018. Op 10 juni 2018 heeft [eiseres] de arbeidsovereenkomst opgezegd, tegen 1 september 2018. Volgens het option plan betekende dit dat [eiseres] – als “Good Leaver” – haar opties tot 6 weken na datum uitdiensttreding kon uitoefenen.
1.7.
Op 24 mei 2018 werd de beursgang van Adyen aangekondigd. Op 5 juni 2018 werd het prospectus voor de beursgang gelanceerd. Daarbij werd tevens een formulier met vragen en antwoorden meegestuurd, dat ook door [eiseres] werd ontvangen, waarin onder meer staat:
All shareholders (…) are bound by a lockup of 360 days (i.e. cannot sell shares). This includes Adyen employees that exercise options (and receive depository receipts [certificaten, ktr] within this window. (…)You have the following options:1. Do nothing. (…) You can then exercise and hold, or exercise and sell, your options when you see fit after the lockup has expired.2. Exercise and hold. You can exercise your options (…). Please note, this option means that you will have to pay upfront both the exercise price (…) as well as the applicable local taxes and social security contributions. Also note that you cannot sell these depository receipts within the lockup. (…)We’ve also created a third option, to provide you with the opportunity to sell up to 1000 of your vested options within the 360-day lockup period by selling them directly to the company. (…)
1.8.
Op 11 juni 2018 heeft [eiseres] gebruik gemaakt van de hiervoor genoemde mogelijkheid om 1.000 van haar opties uit te oefenen en direct aan Adyen te verkopen.
1.9.
Op 12 juni 2018 stuurde [eiseres] aan een HR-medewerker van Adyen een e-mail met de volgende inhoud:
Weet jij toevallig hoe het zit met “leavers” in de komende 365 dagen?Officieel heeft een leaver de tijd om tot 6 weken na vertrek zijn / haar opties uit te oefenen.Maar wat als dit nu binnen de 365 dagen non-trading tijd valt?Is hier al over gesproken?In reactie daarop liet deze medewerker weten:
Zoals in het plan beschreven staat kan deze periode dan verlengt worden. Dit wordt case by case bekeken en dan wordt de termijn aangepast.
1.10.
Op 13 juni 2018 vond de beursgang van Adyen plaats.
1.11.
Op 13 juli 2018 had [eiseres] een gesprek met de [functie 2] van Adyen. Die liet haar weten te zullen adviseren de periode van 6 weken na einde dienstbetrekking waarbinnen opties nog konden worden uitgeoefend niet uit te breiden.
1.12.
Op 15 juli 2018 deed [eiseres] aan Adyen niettemin het formele verzoek voornoemde periode te verlengen. Zij verzocht om een antwoord na haar terugkeer van vakantie op 16 augustus 2018. Op 23 augustus 2018 werd het verzoek tijdens een gesprek afgewezen. Op nadere vragen die [eiseres] vervolgens per e-mail stelde reageerde Adyen op 27 augustus 2018 als volgt:
Zoals besproken, moeten we concluderen, op grond van de geldende regels van het optieplan, evenals het door Adyen gevoerde beleid omtrent het optieplan, dat we je verzoek niet kunnen honoreren.De regels van het optieplan zijn duidelijk: werknemers krijgen tot 6 weken na vertrek de mogelijkheid om reeds toegekende opties te converteren in certificaten. (…)Deze uitleg sluit ook aan bij het eigenlijke doel en strekking van het optieplan. De opties worden uitgegeven met het doel om werknemers voor Adyen te behouden cq. aan Adyen te binden. (…) Ik wil je er op attent maken dat je de opties dus tot 6 weken na 1 september kunt uitoefenen. Na deze 6 weken komen alle rechten onder het optieplan te vervallen. Het optieplan is immers uitsluitend bedoeld voor werknemers van Adyen.
1.13.
Eind augustus 2018 had [eiseres] nog 3.667 opties. Daarvan heeft zij er binnen de geldende termijn nog 255 kunnen uitoefenen.
1.14.
Op 21 juni 2019 heeft [eiseres] Adyen aansprakelijk gesteld voor door haar geleden optieschade.

vordering en verweer

2. [eiseres] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. Adyen te veroordelen om binnen 10 dagen na het vonnis € 2.188.456,80 bruto, althans een in goede justitie te betalen bedrag, aan schadevergoeding te betalen, vermeerderd met wettelijke rente;
b. Adyen te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten van € 4.423,76;
c. voor recht te verklaren dat Adyen aansprakelijk is voor de optieschade die [eiseres] lijdt of heeft geleden;
d. Adyen te veroordelen tot betaling van alle in redelijkheid gemaakte kosten ter verkrijging en voldoening buiten rechte, conform BIK begroot op € 6.775,00, met wettelijke rente;
e. Adyen te veroordelen in de proceskosten, met wettelijke rente.
3. Aan de vorderingen legt [eiseres] ten grondslag dat Adyen zich niet als goed werkgever heeft gedragen. Adyen had haar moeten informeren over de gevolgen van een latere uitdiensttreding voor haar optiepakket. Zij is nu tijdens de lock-up uit dienst gegaan, waardoor zij de loonbelasting moest financieren, zij kon de verkregen aandelen immers niet meteen weer verkopen. Die financiering kreeg zij niet rond, waardoor 3.412 opties zijn vervallen. Ook was het in strijd met goed werkgeverschap de 6 weken-termijn niet te verlengen.
4. Adyen voert verweer tegen de vorderingen. Op dat verweer zal bij de beoordeling, voor zover van belang, worden ingegaan.

beoordeling

5. [eiseres] beroept zich in de kern op de gevolgen van het feit dat zij de datum van uitdiensttreding heeft verplaatst van 1 juni naar 1 september 2018. Dit gebeurde op verzoek van Adyen, die haar daarom beter over die gevolgen had moeten informeren.
6. De kantonrechter constateert dat de positie van [eiseres] op beide data niet wezenlijk verschilt. Zowel op 1 juni als op 1 september 2018 was [eiseres] gerechtigd haar opties uit te oefenen. Verder was het voor [eiseres] op beide data niet mogelijk haar (certificaten van) aandelen te verkopen. Op 1 juni omdat deze niet op een vrije markt verhandeld werden en op 1 september vanwege de lock-up. Dat betekent dus ook dat [eiseres] op beide data de loonbelasting moest financieren, als zij de opties wilde uitoefenen. Dat Adyen op dit punt onjuiste of verkeerde informatie heeft verstrekt is gesteld noch gebleken. Integendeel, het option plan vermeldt duidelijk dat een werknemer die opties uitoefent de bijbehorende loonbelasting moet voldoen. Ook in het bericht van 5 juni 2018 – vijf dagen voorafgaand aan de opzegging – staat duidelijk wat de mogelijkheden en onmogelijkheden van [eiseres] waren. Zij moet dat ook begrepen hebben, nu zij van één van die mogelijkheden gebruik maakte door 1.000 opties uit te oefenen. Bovendien blijkt uit haar e-mail van 12 juni 2018 dat zij zich realiseert dat zij in beginsel uiterlijk 6 weken na haar uitdiensttreding haar opties zal moeten uitoefenen.
7. [eiseres] stelt echter dat zij er steeds vanuit ging dat zij direct na een beursgang van Adyen haar (certificaten van) aandelen zou kunnen verkopen, zodat zij van de opbrengst de loonbelasting zou kunnen voldoen. Het (voort)bestaan van die veronderstelling kan Adyen echter niet verweten worden. Gesteld noch gebleken is dat deze gebaseerd was op mededelingen of gedragingen van Adyen. [eiseres] heeft op zitting nog wel gesteld dat zij met een HR-medewerker van Adyen heeft besproken dat 1 september een gunstiger einddatum voor haar was, omdat zij dan de opties kon uitoefenen en vervolgens de aandelen meteen kon verkopen. Dat deze HR-medewerker op dat moment al wist dat er een lock-up zou komen blijkt echter nergens uit, laat staan dat deze medewerker [eiseres] bewust in onwetendheid heeft gelaten. Bovendien blijkt in ieder geval niet dat [eiseres] haar veronderstelling expliciet bij Adyen heeft geverifieerd. Dat had gezien de belangen en het feit dat zij haar handelen op die veronderstelling baseerde wel op haar weg gelegen.
8. Anders dan door [eiseres] betoogd is van eenzijdige wijziging van de optieregeling geen sprake, in ieder geval niet in haar nadeel. Volgens de optieregeling konden verkregen certificaten niet vrij verhandeld worden. Dat veranderde na de beursgang – ten voordele van [eiseres] . Weliswaar was hier een wachtperiode van 360 dagen aan gekoppeld, maar dat maakt nog niet dat sprake is van een wijziging van de regeling ten nadele van [eiseres] . Over de mogelijkheden na een beursgang is in de optieregeling zelf helemaal niets opgenomen.
9. [eiseres] heeft zich er nog op beroepen dat Adyen haar verzoek tot verlenging van de termijn waarbinnen zij de opties mocht uitoefenen niet had mogen afwijzen. Het was echter aan Adyen als werkgever om op dit verzoek te beslissen. Slechts als die beslissing in redelijkheid niet genomen had kunnen worden kan deze met succes worden aangevochten. Daarvan is geen sprake. Adyen heeft bij de afwijzing toegelicht dat de optieregeling bedoeld is om werknemers aan de onderneming te binden. Daarbij past dat vertrekkende werknemers slechts beperkt de tijd krijgen om hun opties alsnog uit te oefenen. Het is dan ook niet onredelijk dat Adyen heeft besloten hierop voor [eiseres] geen uitzondering te maken, zeker nu Adyen dat ook in eerdere gevallen niet heeft gedaan.
10. Van handelen in strijd met goed werkgeverschap is dan ook geen sprake en de vorderingen zullen worden afgewezen.
11. Nu [eiseres] in het ongelijk wordt gesteld, zal zij in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, tot op heden aan de kant van Adyen begroot op € 2.882,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 120,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2020 in aanwezigheid van de griffier.