Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
eiseres in reconventie,
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Uniface heeft tevens een conclusie van antwoord in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
Na verder debat is vonnis bepaald op 18 augustus 2020.
2.De feiten
Value Added Resellerovereenkomst (VAR-overeenkomst). Hierin is onder meer overeengekomen dat de vergoeding die Compuware ontving een bedrag per inwoner bedroeg, te weten 3 eurocent voor de eerste vijf gemeenten en 7 eurocent voor de daaropvolgende gemeenten. Planconsult ontving van de gemeenten een bedrag van 35 eurocent per inwoner.
In artikel 13 lid 5 van de VAR-overeenkomst is opgenomen:
VAR(is PRLG, vzr.)
dient Compuware binnen vijftien (15) dagen na beëindiging van deze Overeenkomst schriftelijk te bevestigen dat alle kopieën van de Uniface Software of gedeelten daarvan zijn vernietigd of aan Compuware retour zijn gezonden, behoudens zodanige kopieën als VAR nodig heeft om haar bestaande afnemers gedurende de nog resterende looptijd van hun overeenkomst onderhoud te kunnen bieden.In artikel 12 (“ Bescherming van vertrouwelijke informatie”) is kort gezegd aan beide partijen een geheimhoudingsverplichting opgelegd.
Zoals u weet eindigt per 31 december 2019 de tijdelijke tariefafspraak die we hebben gemaakt in de annex bij de VAR-overeenkomst van 23 maart 2015. Met ingang van 1 januari 2020 gelden, op basis van diezelfde annex, weer de tarieven die al in 2013 tussen Uniface en PinkRoccade zijn overeengekomen. Uniface meent dat die tarieven aan een herijking toe zijn, ten eerste omdat zij dateren van 6 jaar geleden en ten tweede omdat de te gebruiken Uniface Software is uitgebreid ten aanzien van de oorspronkelijke VAR-overeenkomst (…).Uniface wil blijven werken met een tarief als vast bedrag per inwoner van de betreffende gemeente per jaar. Dat bedrag moet in een juiste verhouding staan tot het tarief dat PinkRoccade zelf hanteert. In de oorspronkelijke VAR-overeenkomst was die verhouding 1/5 (7 ct vs. 35 ct per inwoner). Uniface ziet aanleiding om voort te borduren op die afspraak, die partijen destijds in ieder geval redelijk vonden. Ten behoeve van het bepalen van het nieuwe tarief verneemt Uniface dan ook graag van PinkRoccade welk tarief per inwoner zij op dit moment hanteert, waar relevant gedifferentieerd per gemeente.Middels deze e-mail verzoek ik u om uiterlijk 14 november aanstaande te bevestigen dat u deze informatie op korte termijn zal verstrekken. Hoewel onze VAR-overeenkomst al voorziet in een geheimhoudingsverplichting is Uniface bereid om ten aanzien van de gevraagde informatie een specifieke NDA te tekenen (…).
(…)PinkRoccade heeft tot op heden niet inhoudelijk gereageerd op het informatieverzoek van Uniface en ook niet toegezegd die informatie te zullen verstrekken. De reacties van PinkRoccade van 15, 22 en 25 november jl. geven Uniface niet de indruk dat PinkRoccade het verzoek van Uniface serieus neemt of bereid is om op korte termijn te praten over de gewenste herijking van het tarief.Bij die stand van zaken ziet Uniface zich genoodzaakt om, ter bewaring van haar rechten, de Overeenkomst middels deze brief formeel op te zeggen conform artikel 13 lid 1 daarvan. Met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn eindigt de Overeenkomst na een opzegtermijn van 6 maanden per 3 juni 2020. Voor de volledigheid: deze opzegging ziet op zowel de Ontwikkelingslicentie als de Runtime-licenties en het daarmee samenhangende onderhoud.Uniface hecht eraan te benadrukken dat deze opzegging onverlet laat dat Uniface graag met PinkRoccade in gesprek gaat over een voortzetting van de contractuele relatie tegen herijkte tarieven. (…)
3.Het geschil in conventie en in reconventie
in conventie– kort gezegd en na wijziging van eis – het volgende:
primair1. Uniface te gebieden en te veroordelen de VAR-overeenkomst na te blijven komen, althans voor een periode van vier jaar, althans voor een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, in alle gevallen tegen betaling door PRLG van de tarieven die zijn overeengekomen in de annex 2015;
subsidiair(indien wordt geoordeeld dat de VAR-overeenkomst eindigt per 1 januari 2021)
2. Uniface te bevelen en te veroordelen (bij wijze van redelijke exit-regeling)
a. te gedogen dat PRLG de bestaande overeenkomsten tussen haar en de gemeenten ter zake van het gebruik en onderhoud van CiVision uitdient, en Uniface te bevelen daaraan haar benodigde medewerking te verlenen, waaronder het leveren van ondersteunende diensten en het zo nodig (blijven) verstrekken van nieuwe licenties en bijbehorende keys, tegen betaling van de in de annex 2015 overeengekomen tarieven; en
b. te gedogen dat PRLG nieuwe overeenkomsten aangaat met bestaande en nieuwe klanten voor het gebruik en onderhoud van CiVision, en Uniface te bevelen daaraan haar benodigde medewerking te verlenen, waaronder het (blijven) verstrekken van nieuwe licenties en bijbehorende keys, tegen betaling van de in de annex 2015 overeengekomen tarieven, welke verplichtingen gelden tot 1 januari 2025, althans tot een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum en Uniface te bevelen toe te staan dat de op die datum nog bestaande overeenkomsten worden uitgediend;
5. Uniface te veroordelen in de kosten van dit geding.
in reconventie– kort gezegd – het volgende:
1. (voorwaardelijk, voor het geval in conventie wordt geoordeeld dat Uniface na 31 december 2020 op enigerlei wijze gebonden blijft aan de VAR-overeenkomst of haar medewerking aan PRLG moet verlenen bij de exploitatie van de Uniface software)
(i) PRLG te gebieden tot nakoming van haar verplichtingen voor eenzelfde periode die geldt voor een aan Uniface op te leggen gebod en met toepassing van eenzelfde dwangsom, althans te bepalen dat het gebod voor Uniface slechts geldt voro zover PRLG haar verplichtingen uit de VAR-overeenkomst nakomt;
(ii) te bepalen dat dit voor maximaal één jaar duurt, te rekenen vanaf de datum van dit vonnis;
(iii) PRLG te verbieden om CiVision vanaf 1 januari 2021 aan nieuwe klanten aan te bieden;
2. PRLG op straffe van dwangsommen te gebieden zich te houden aan de geheimhoudingsverplichting van artikel 12 van de VAR-overeenkomst;
3. PRLG te veroordelen in de kosten van dit geding.
in conventie en reconventie– samengevat weergegeven – aangevoerd dat opzegging van de VAR-overeenkomst onrechtmatig is en in strijd met de redelijkheid en billijkheid. CiVision is gebouwd in en rond de Uniface software. PRLG heeft heel veel tijd en geld geïnvesteerd in CiVision (jaarlijks anderhalf tot twee miljoen euro) en ongeveer 100 gemeenten zijn hiervan afhankelijk. De gevolgen van de opzegging voor die gemeenten en voor PRLG zijn onevenredig groot. De gemeenten zullen niet langer in staat zijn om hun wettelijke taken uit te voeren, terwijl PRLG met veel van die gemeenten contracten heeft gesloten die doorlopen tot na 2020. Voor opzegging van de VAR-overeenkomst ontbreekt bovendien een zwaarwegende grond. Uniface wil hiermee enkel een hoger tarief afdwingen. PRLG heeft zich ook bereid verklaard (ca 57%) meer te gaan betalen, maar Uniface wil daarover het gesprek niet aangaan. Zij vraagt van PRLG een disproportionele hoeveelheid bedrijfsgeheime informatie, waar geen enkele bepaling in de overeenkomst PRLG daartoe verplicht. Uniface maakt hierbij misbruik van het feit dat PRLG technisch afhankelijk is van de Uniface software. PRLG is verder van mening dat Uniface onjuiste gevolgen verbindt aan opzegging van de overeenkomst. Uitleg van die overeenkomst brengt immers met zich mee dat bepaalde licenties eeuwigdurend zijn (ontwikkellicenties) of niet eindigen bij het einde van de overeenkomst (runtimelicenties). Ook heeft Uniface geen redelijke exit-regeling dan wel een redelijke opzegtermijn aangeboden. De bijzondere zorgplicht die Uniface als IT-leverancier heeft (zie artikel 7:401 BW, althans artikel 6:162 BW) brengt mee dat Uniface niet zonder meer een beroep mag doen op de opzegregeling in de VAR-overeenkomst.
in conventie en reconventie– samengevat weergegeven – aangevoerd dat de door PRLG geschetste doemscenario’s zich niet zullen voordoen. Praktisch en technisch gezien zal er voor de gemeenten die gebruik maken van CiVision na 1 januari 2021 niets veranderen. De schermen gaan niet op zwart. Uniface is bereid een redelijke exit-regeling af te spreken, waar nodig door rechtstreeks licenties aan te bieden aan de klanten van PRLG. PRLG (dat onderdeel uitmaakt van een groot conglomeraat) zal zeker niet failliet gaan als gevolg van de opzegging. Uniface heeft de VAR-overeenkomst opgezegd omdat zij geen inzicht kreeg in de onderliggende verkoopcijfers van PRLG, wat op zich al te denken geeft. Uniface weet dus niet of er een gezonde balans is tussen de inkomsten van PRLG en het deel daarvan dat aan Uniface wordt afgedragen. Hierbij is van belang dat uit de media is gebleken dat PRLG eenzijdig forse prijsverhogingen heeft opgelegd aan de gemeenten. De opzegging van de VAR-overeenkomst is rechtsgeldig. Dit kan immers jaarlijks, zonder reden, mits een opzegtermijn van zes maanden in acht wordt genomen (zie artikel 13 lid 1). Deze bepaling is overeengekomen tussen twee professionele partijen die zich hebben laten bijstaan door adviseurs. Uniface heeft de opzegtermijn bovendien meer dan verdubbeld, tot 13 maanden. PRLG heeft zich niet voorbereid op het einde van VAR-overeenkomst; dat de contracten van de gemeenten met PRLG doorlopen na 2020 komt voor haar risico. Al met al rechtvaardigt de opzegging van de VAR-overeenkomst niet het treffen van een ordemaatregel. Een kort geding is niet bedoeld voor het kunnen afdwingen van een gewenst onderhandelingsresultaat. Mocht toch een ordemaatregel worden getroffen, dan dient de duur beperkt te worden tot de periode die PRLG nodig heeft om een vonnis in de bodemprocedure te verkrijgen.
4.De beoordeling in conventie
ter bewaring van haar rechten” omdat tussen partijen een geschil ontstond over de hoogte van de te hanteren tarieven. De opzegging had dus louter tot doel PRLG over de brug te laten komen met een hogere vergoeding en hield geen verband met een (beweerde) gebrekkige uitvoering van de overeenkomst aan de zijde van PRLG.
1.470,00