ECLI:NL:RBAMS:2020:4252

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 september 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8064523 CV EXPL 19-20129
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van leasekosten voor bezorgscooters na beëindiging van leaseovereenkomsten

In deze zaak vorderde Lease Express B.V. betaling van openstaande leasekosten van Comfort Food Company B.V. (CFC) voor drie bezorgscooters. De procedure begon met een dagvaarding op 12 september 2019, waarna een mondelinge behandeling plaatsvond op 14 januari 2020. Lease Express stelde dat CFC de leaseovereenkomsten op 1 mei 2019 had opgezegd, maar dat deze opzegging niet rechtsgeldig was omdat de overeenkomsten niet tussentijds konden worden beëindigd. CFC voerde aan dat de scooters onveilig waren en dat Lease Express haar verplichtingen niet nakwam, wat leidde tot een buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomsten op 9 mei 2019.

De kantonrechter oordeelde dat CFC haar verplichtingen uit de leaseovereenkomsten moest nakomen tot het einde van de overeengekomen duur, omdat er geen voldoende gronden waren voor ontbinding. De rechter concludeerde dat de storingen die CFC had gemeld, niet leidden tot verzuim aan de zijde van Lease Express. De kantonrechter wees de vordering van Lease Express toe, inclusief hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde CFC in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 3 september 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8064523 CV EXPL 19-20129
vonnis van: 3 september 2020

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Lease Express B.V.

gevestigd te Pijnacker
eiseres
nader te noemen: Lease Express
gemachtigde: mr. D.A. IJpelaar
t e g e n

de besloten vennootschap Comfort Food Company B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: CFC
procederend in persoon tot 7 mei 2020, daarna bij gemachtigde: mr. J.W. Ebbink

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 12 september 2019 met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 januari 2020. Voor Lease Express is [naam 1] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Voor CFC is [naam 2] verschenen. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Nadat zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, heeft CFC bij akte op 14 januari 2020 nadere stukken overgelegd ter onderbouwing van haar verweer. Lease Express heeft daar bij akte op 9 april 2020 op gereageerd, waarbij zij tevens haar eis heeft vermeerderd. CFC heeft daar bij antwoordakte op 11 juni 2020 op gereageerd.
Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
CFC heeft met Lease Express meerdere overeenkomsten gesloten voor de lease van bezorgscooters.
Overeenkomst I liep van 27 september 2018 tot 27 september 2019.
Overeenkomst II liep van 31 januari 2019 tot 31 januari 2020.
Een derde overeenkomst, aangegaan op 6 februari 2019, is inmiddels door afloop van de overeengekomen duur geëindigd.
1.2.
De overeenkomsten bevatten de volgende bepalingen:
(…)
Artikel 5. Aflevering en lease periode
(…) Indien de lessee de leaseovereenkomst wenst te beëindigen of te wijzigen, dient hij dat uiterlijk een maand voor afloop (…) schriftelijk aan de lessor mede te delen.
(…)
Artikel 7. Reparaties en schade
1. Onderdelen worden standaard preventief vervangen om storingen te voorkomen, dit geeft geen garantie tot het niet ontstaan van defecten. (…)
Artikel 10. Beëindiging van de overeenkomst
1 De opzegtermijn voor het beëindigen van de leaseovereenkomst is 1 maand. (…)
2 Wanneer de leaseovereenkomst eerder eindigt dan de overeengekomen looptijd in maanden, blijft voor de lessee de verplichting bestaan de nog verschuldigde termijnen te betalen welke gevormd worden door de vaste kosten vermeerderd met kosten veroorzaakt door eventuele schade. (…)
1.3.
In de periode van 24 oktober 2018 tot en met 5 april 2019 heeft CFC diverse storingen aan de scooters per e-mail gemeld aan Lease Express.
1.4.
Bij brief van 28 maart 2019 heeft Lease Express CFC verzocht een bedrag van € 682,63 aan openstaande facturen te voldoen.
1.5.
Op 29 april 2019 hebben partijen met elkaar gesproken ten kantore van CFC.
1.6.
Bij e-mail van 1 mei 2019 heeft CFC aan Lease Express geschreven:
Naar aanleiding van ons gesprek van maandag 29-04-2019 bijgaand mijn mail met de definitieve opzegging van onze samenwerking. We zijn op z’n zachts gezegd ontevreden over de samenwerking en moeten steeds weer constateren dat het materiaal (lees de scooters) onvoldoende veilig zijn voor onze bezorgers. Daarnaast hebben wij de scooters meermalen moeten laten maken door een lokaal scooter bedrijf om vertragingen te voorkomen. Helaas is er na de laatste omwissel van de electroscooter (lekke band door slijtage) geen opheldering gekomen over de terugwissel. We hebben op dit moment 3 scooters via jullie in gebruik, die kunnen donderdag 2 mei worden opgehaald. Natuurlijk zullen wij het openstaande bedrag (minus creditering van 2 dagen) aan jullie betalen en zullen we alles netjes afhandelen van onze kant.
1.7.
Lease Express heeft bij e-mail van 1 mei 2019 aan CFC geantwoord:
Hierbij bevestigen wij de goede ontvangst van de opzegging van de leaseovereenkomst. (…) U heeft op het moment (…) verschillende overeenkomsten bij ons afgesloten en hieronder hebben wij een opsomming gemaakt met de einddatums van de desbetreffende contracten.(…) Wij verwijzen u hierbij graag op uw verplichting tot betaling. Alle facturen dienen voordat het contract definitief beëindigd is te zijn voldaan. Op het moment heeft u een openstaand saldo van € 890,14 en dit bedrag zien wij graag per omgaande op onze bankrekeningnummer (…).
1.8.
Bij brief van 9 mei 2019 heeft CFC de leaseovereenkomsten beëindigd per direct, met als reden “onder andere het leveren van onveilige scooters”. In de brief staat onder meer: (…)
Onderstaand een opsomming van gebeurtenissen die tot deze besluitvorming hebben geleid.
Het (af)leveren van scooters waarvan de remmen niet functioneren door het niet aangrijpen van de remklauwen en het niet passen van remschoen op remschrijf. Het (af)leveren van scooters met ‘goedkope’ kwaliteit banden. Een van de laatste storingsmeldingen was het gevolg van een totaal versleten achterband. De betreffende band was over enkele centimeters van het loopvlak doorgesleten.
Daarnaast zijn de banden in de winter NIET vervangen voor zogenaamde winterbanden of ‘all weather’ banden terwijl hier wel om is gevraagd bij de onderhoudsmonteur.
Trilling in de scooter veroorzaakt door een kromme chassis of het niet goed uitgebalanceerd zijn van het voertuig.
Defecten aan de scooters die zijn doorgegeven voor 11.00 uur worden niet altijd op dezelfde dag verholpen. Ondanks dat partijen dit contractueel wel zijn overeengekomen. (…)
U zult begrijpen dat er voor ons geen andere keuze is dan de lopende contracten per direct te ontbinden. (…)
1.9.
Bij e-mail van 15 mei 2019 heeft Lease Express aan CFC laten weten dat het niet mogelijk is de overeenkomsten tussentijds te beëindigen en dat CFC gedurende de gehele looptijd haar verplichtingen moet nakomen. Zij heeft gewezen op openstaande posten en heeft CFC in gebreke gesteld en gesommeerd om de facturen te voldoen. Ten slotte schrijft zij:
(…) Indien u de mogelijkheid wenst te bespreken de overeenkomsten alsnog eerder te beëindigen dan schriftelijk is overeengekomen dan staat het u vrij een voorstel te doen alle overeenkomsten middels een afkoopsom te beëindigen. De (…) door u gesloten leaseovereenkomsten hebben, onder voorbehoud, een waarde van circa € 4.500,00.(...)
1.10.
Bij e-mail van 17 mei 2019 heeft CFC aan Lease Express geschreven:
Middels deze mail en eerder gezonden aangetekend schrijven meld ik u (nogmaals) dat Lease Express officieel in gebreke is door het niet (na)leveren van veilige scooters en daarmee in strijd handelt met de leaseovereenkomst(en). (…)
1.11.
Bij e-mail van 19 mei 2019 heeft Lease Express aan CFC onder meer geschreven:
(…) Zonder hier in dit stadium inhoudelijk op in te gaan blijkt niets van enige tekortkoming van de zijde van cliënt of een officiële gegronde ingebrekestelling. (…)
1.12.
Bij e-mail van 20 mei 2019 heeft CFC voorgesteld om de openstaande bedragen tot en met 9 mei 2019 te betalen en geschreven dat de scooters kunnen worden opgehaald.
1.13.
Lease Express heeft op 1 juni 2019 drie scooters opgehaald en daarvoor een ‘wisselformulier’ afgegeven. Zij heeft geen nieuwe scooters afgeleverd.
1.14.
Bij e-mail van 3 juni 2019 heeft CFC aan Lease Express geschreven:
Fijn dat we tot een oplossing zijn gekomen en dat de scooters netjes zijn opgehaald. Wij zullen van onze kant de achterstand zo spoedig mogelijk voldoen. Ondanks dat de samenwerking voor partijen niet heeft mogen werken, willen wij jullie veel succes wensen voor de toekomst.
1.15.
Bij e-mail van 4 juni 2019 antwoordt Lease Express aan CFC:
(…) In uw schrijven suggereert u dat ergens overeenstemming over zou zijn bereikt en dat de overeenkomsten met het ophalen van de scooters beëindigd zouden zijn. Dit is, zoals u weet, niet het geval. De scooters zijn mede als reactie op uw herhaaldelijke verzoeken retour gehaald. (…) Mocht u gedurende de resterende periode toch weer gebruik wensen te maken van de door u geleasede scooters dan verneemt Lease Express dit uiteraard graag van u. Zij zullen deze dan na uw verzoek daartoe terugplaatsen. Lease Express handhaaft, voor alle duidelijkheid, haar vordering op u (…).

Vordering

2. Lease Express vordert, na vermeerdering van haar eis, dat CFC bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
€ 4.909,50 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 september 2019 over € 3.312,30;
nakoming van alle verplichtingen voortvloeiend uit de gesloten leaseovereenkomst en betaling van de huurprijs van € 133,10 per week, vanaf 30 augustus 2019, te vermeerderen met de wettelijke rente per betalingsperiode vanaf de eerste dag van elke betalingsperiode;
€ 456,23 aan buitengerechtelijke incassokosten;
€ 66,25 aan rente, berekend tot en met 30 augustus 2019;
de proceskosten.
3. Lease Express stelt dat, nu de overeenkomsten zijn beëindigd door de opzegging van 1 mei 2019, CFC is gehouden tot nakoming van de betalingsverplichtingen uit de leaseovereenkomsten tot aan het eind van de overeengekomen leasetermijnen. Het per direct beëindigen van de leaseovereenkomsten is niet mogelijk.

Verweer

4. CFC heeft aangevoerd dat de door Lease Express ter beschikking gestelde scooters onveilig waren en storingen niet naar behoren werden opgelost, reden waarom zij de leaseovereenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden wegens wanprestatie. CFC is bereid om een bedrag van € 1.656,15 aan Lease Express te betalen, plus een vergoeding van € 228,11 voor gemaakte juridische kosten.

Beoordeling

5. Lease Express gaat er vanuit dat CFC de overeenkomsten op 1 mei 2019 heeft opgezegd, zodat - omdat tussentijdse beëindiging niet mogelijk is - CFC de overeengekomen leasetermijnen tot aan het einde van de overeenkomsten moet betalen. CFC heeft aangevoerd dat zij de overeenkomsten (ook) op 9 mei 2019 op goede gronden buitengerechtelijk heeft ontbonden wegens tekortkomingen in de nakoming van de verplichtingen door Lease Expres.
6. In beginsel is CFC gehouden haar verplichtingen uit de leaseovereenkomsten na te komen, tot aan het eind van de overeengekomen duur. Een tekortkoming aan de zijde van Lease Express kan echter een grond zijn voor ontbinding van de overeenkomsten. Daarvoor is wel vereist dat Lease Express in verzuim is, tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is. Bovendien kan geen ontbinding worden gegrond op een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst ten aanzien waarvan CFC zelf in verzuim is.
7. CFC beroept zich in verband met de door haar gestelde tekortkoming aan de zijde van Lease Expres op diverse storingsmeldingen met betrekking tot de scooters, die zij in de periode van 24 oktober 2018 tot en met 5 april 2019 per e-mail aan Lease Express heeft gestuurd. Volgens Lease Express heeft zij de door CFC gemelde storingen echter steeds tijdig verholpen en/of vervangende scooters geleverd aan CFC. De storingen behoren bij intensief gebruik van scooters en zijn aan te merken als slijtage dan wel normale achteruitgang van de scooters en de onderdelen. Zij brengen geen tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen mee. Bovendien zijn de storingen steeds verholpen, aldus Lease Express.
8. Uit het overzicht van de ontvangen storingsmeldingen, dat door Lease Express is overgelegd en door CFC niet is weersproken, blijkt dat Lease Express telkens op de gemelde storingen heeft gereageerd, door het omruilen van de defecte scooter of door reparatie. Het doen van storingsmeldingen, de gegrondheid daarvan in het midden latend, leidt nog niet tot het in verzuim raken van Lease Express. Daartoe is vereist dat Lease Expres door CFC schriftelijk wordt gewezen op het niet nakomen van een verplichting en gesommeerd wordt haar verplichting alsnog binnen een redelijke termijn na te komen. Eerst bij e-mail van 17 mei 2019 heeft CFC Lease Express in gebreke gesteld, overigens zonder haar daarbij een termijn te geven om de vermeende tekortkomingen te herstellen of alsnog haar verplichtingen deugdelijk na te komen. Van overige gronden om verzuim aan te nemen zonder dat daartoe ingebrekestelling noodzakelijk was, is geen sprake. De buitengerechtelijke ontbinding van 9 mei 2019 treft daarom geen doel.
9. De kantonrechter zal er daarom vanuit gaan dat de overeenkomsten door CFC tussentijds zijn opgezegd, zoals volgt uit de e-mail van CFC van 1 mei 2020 (aangehaald onder 1.6). De overeenkomsten zijn duurovereenkomsten voor bepaalde tijd. Dergelijke overeenkomsten kunnen niet tussentijds door opzegging worden beëindigd, tenzij zich onvoorziene – dat wil zeggen niet in de overeenkomst verdisconteerde - omstandigheden voordoen, die niet voor rekening van de opzeggende partij komen en die van zo ernstige aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst tot het overeengekomen tijdstip niet mag verwachten. Dat dergelijke omstandigheden hebben voorgedaan is door CFC onvoldoende gesteld en overigens ook niet gebleken. CFC heeft zelfs nog nieuwe overeenkomsten (waaronder overeenkomst II) met Lease Express afgesloten nadat zij al diverse storingen aan Lease Express had gemeld.
Lease Express gaat er daarom terecht vanuit dat de overeenkomsten als gevolg van de opzegging van CFC eindigden aan het eind van de overeengekomen duur, te weten op 27 september 2019 (Overeenkomst I) en op 31 januari 2020 (Overeenkomst II). CFC zal daarom de overeengekomen leaseprijs tot aan deze data moeten voldoen.
10. Het feit dat Lease Express de scooters bij CFC heeft opgehaald, maakt de beoordeling niet anders. Dit gebeurde immers op uitdrukkelijk verzoek van CFC en daarbij heeft Lease Express laten weten (zie de e-mail onder 1.15) dat de scooters zouden worden teruggeplaatst als CFC daar om zou verzoeken.
11. CFC heeft tegen de berekening van hetgeen zij volgens Lease Express is verschuldigd geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. De gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen, evenals het bedrag aan rente berekend tot en met 30 augustus 2019 en de vanaf 12 september 2019 gevorderde rente, telkens vanaf de eerste dag van verzuim.
12. Ook de buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar, nu is voldaan aan de daaraan te stellen eisen.
13. Het gevorderde als onder 2.b genoemd is al verdisconteerd in de gewijzigde eis en zal daarom worden afgewezen.
14. Nu CFC in het ongelijk wordt gesteld, zal zij met de proceskosten aan de zijde van Lease Express worden belast. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt CFC tot betaling aan Lease Express van:
- € 4.909,50 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2019 tot aan de voldoening;
- € 456,23 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 66,25 aan rente tot en met 30 augustus 2019;
veroordeelt CFC in de kosten van deze procedure aan de zijde van Lease Express tot op heden begroot op:
- explootkosten € 96,53
- griffierecht € 486,00
- salaris gemachtigde
€ 720,00
totaal € 1.302,53
te voldoen binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt CFC in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 60,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat CFC niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.