Op 28 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres], wonende te Amstelveen, en de Belastingdienst Toeslagen. De zaak betreft een beroep van [eiseres] tegen het besluit van de Belastingdienst om haar geen persoonlijke betalingsregeling te verlenen. Het primaire besluit, gedateerd op 19 maart 2019, werd door de Belastingdienst geweigerd, en het daaropvolgende bestreden besluit van 19 april 2019 verklaarde het bezwaar van [eiseres] ongegrond. Ondanks dat de Belastingdienst op 14 november 2019 heeft aangegeven alsnog een persoonlijke betalingsregeling aan [eiseres] aan te bieden, heeft zij haar beroep niet ingetrokken. Tijdens de zitting op 20 januari 2020 was [eiseres] aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de Belastingdienst niet vertegenwoordigd was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst heeft erkend dat het bestreden besluit niet correct was en dat [eiseres] alsnog de gevraagde persoonlijke betalingsregeling zal ontvangen. De rechter heeft [eiseres] uitgebreid geïnformeerd over de situatie, vooral omdat zij niet of nauwelijks Nederlands spreekt. Er werd geadviseerd om contact op te nemen met de Belastingdienst en om hulp te zoeken bij een maatschappelijk werker voor vertalingen van belangrijke documenten. Aangezien de Belastingdienst al had toegezegd dat [eiseres] een betalingsregeling zou krijgen, heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens is bepaald dat de Belastingdienst het griffierecht van € 47 aan [eiseres] moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.