ECLI:NL:RBAMS:2020:4411
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- R.C.J. Hamming
- Rechtspraak.nl
Toekenning van kostenvergoeding voor rechtsbijstand in strafzaak
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 28 augustus 2020, is het verzoek van verzoekster om een kostenvergoeding voor haar raadsman toegewezen. Verzoekster had een verzoekschrift ingediend om een vergoeding van € 721,47 voor de kosten van de raadsman en € 550,- voor de kosten van het opstellen, indienen en behandelen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster, na de inbeslagname van haar voertuig op 5 december 2019, zowel het CVOM om teruggave had verzocht als een klaagschrift ex artikel 552a Sv had ingediend. De officier van justitie had zich op het standpunt gesteld dat de verzochte vergoeding moest worden afgewezen, omdat het indienen van een klaagschrift niet afhankelijk is van een voorafgaand verzoek om teruggave. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, gezien de omstandigheden van de zaak, er gronden van billijkheid aanwezig zijn om de kosten van de raadsman te vergoeden. De rechtbank heeft de werkelijke kosten vergoed, omdat er geen sprake was van bovenmatige kosten. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open voor zowel de officier van justitie als verzoekster.